
Om het landbouwbedrijf gezond te houden is scholing broodnodig, maar dat was tijdens de coronacrisis niet evident. “We merken dat zelfs de verplichte ‘online lessen’ volgen niet altijd bij iedereen vanzelfsprekend is”, geeft Clarebout mee.
Levenslang en levensbreed leren prioriteit
Het onderwijs aan het NAC heeft al een hele evolutie meegemaakt. Opleidingen moeten steeds aangepast worden aan de huidige maatschappelijke context en de nieuwe technologieën. Ook als er hervormingen zijn bijvoorbeeld op vlak van het GLB, moet het onderwijs kunnen volgen. “We stemmen constant af op de noden van de landbouwer en we staan klaar met een dynamisch team dat de actualiteit op de voet volgt. Bij het NAC blijft levenslang en levensbreed vormen en bijscholen een prioriteit. Dat is zeker een uitdaging in de land- en tuinbouw voor de bedrijfsleiders, hun familieleden en medewerkers. We willen echter ook de starters goed inlichten. Het belang van een generieke gevarieerd aanbod mag niet onderschat worden. Via deze weg kan je veel landbouwers bereiken met nieuwe informatie.”
Bereikbaarheid verhogen
De activiteiten via het NAC zijn door de coronacrisis deels gewijzigd, laat Clarebout weten. Zo blijven de praktijkopleidingen ‘on hold’ staan. Dan gaat het bijvoorbeeld om de opleidingen roomijsbereiding, kaas maken, KI rundvee een klauwverzorging. “Inzake de startersopleidingen mag er stage gelopen worden, mits de nodige beperkingen en veiligheidsmaatregelen. Dat geldt ook voor stages van 1 persoon op een land- en tuinbouwbedrijf. Voor velen is dit immers een manier om de opgedane technische en economische kennis af te toetsen. Bovendien is dit goed voor ieders fysieke, emotionele en mentale gezondheid tijdens de vele beperkingen rondom ons door corona. De opleidingen Code 95 blijven ook fysiek doorgaan.”
Om zo veel mogelijk landbouwers te bereiken, werden wel online lessen ingelast. “Wie nood heeft aan kennis, mag zich zeker niet afgeschrikt voelen”, klinkt het nog. “Op geografisch vlak kunnen we zo een ruimer publiek aanspreken, er zijn geen verplaatsingen meer nodig waardoor files niet bestaan, het startuur wordt gerespecteerd…”, somt Clarebout de voordelen op. “Fytonavormingen blijven – online – druk bijgewoond. In plaats van grote zalen te vullen in het verleden, heb je nu een kleinere groep, met aandachtigere deelnemers, omdat ze een onderwerp naar interesse kunnen kiezen.” Hij vermeldt wel dat niet alles even vlekkeloos verloopt of verliep. “We moeten meer mensen helpen bij het inschrijven of inloggen bijvoorbeeld.”
Digitaal niet ideaal
Clarebout geeft wel aan dit het digitale lesgeven verre van ideaal is. Een aantal online vormingen – vooral de korte vormingen – zullen in de toekomst blijven doorgaan. “Voor veel mensen is kennisoverdracht via de digitale weg echter geen optie”, vertelt hij. Bij het lesgeven vindt hij het belangrijk om iedereen van de groep mee te hebben. En dat betekent niet alleen de mensen die gemakkelijk digitaal hun weg vinden. “Het sociaal aspect van fysieke opleidingen is niet te onderschatten. Deelnemers, collega-landbouwers die ideeën/meningen uitwisselen na afloop van de vergaderingen heb je nu veel minder.”
Voor de toekomst is het voor hem uitgesloten om meer digitaal te gaan. Hij merkt bij een grote groep landbouwers een soort van ‘digitale ongeletterdheid’, en geen onwil: “Bij een deel zijn de digitale vaardigheden echt beperkt. Er zijn er die al moeite hebben met online inschrijven en digitale vergaderingen bij te wonen. Dan is het ook moeilijk, lijkt me, om de wetgeving correct uit te voeren. Dan denk ik aan het correct werken met AGR-GPS App, de verzamelaanvraag invullen, de administratie rond vanggewassen, het toekomstig online kunstmestregister, de brede weersverzekering,… Op die manier moet de landbouwer zich nog meer laten bijstaan door erfbetreders, waardoor hij veel onafhankelijkheid verliest.”
Naast deze ‘digitale ongeletterdheid’ is ook angst voor het web de reden om digitaal weinig ingang te vinden. “Ze vrezen voor spam, of gehackt te worden. Ze weten niet hoe ze veilig met het web moeten omgaan. Zich digitaal onveilig voelen veroorzaakt grotere stress dan gedacht. Het is duidelijk dat een belangrijk deel van de landbouwers ook hierdoor afhaakt bij de nieuwe manier van lesgeven.”