geven, maar wel ‘op
maat’ en ‘gemotiveerd’

Kritiek op verstrenging
Die verstrenging zorgde niet alleen voor kritiek bij de landbouworganisaties, maar ook het departement Landbouw leek zich niet bij de nieuwe richtlijnen neer te leggen. De houding van de Vlaamse landbouwadministratie deed bij enkele Vlaamse parlementsleden de wenkbrauwen fronsen.
Ministers Zuhal Demir (Omgeving, N-VA) en Hilde Crevits (Landbouw, CD&V) kregen in de commissie een hele reeks vragen en interpellaties van Tinne Rombouts (CD&V), Stefaan Sintobin (Vlaams Belang), Mieke Schauvliege en Wilfried Vandaele over de kwestie.
Gewijzigd na overleg
“Dat een administratie zo'n instructie niet volgt, tart elke verbeelding. Een administratie moet het beleid van de regering uitvoeren en niet tegenwerken”, zegt NVA-parlementslidWilfried Vandaele. “Dit is protest van de administratie tegen het beleid van de regering”, zegt ook Groen-parlementslid Mieke Schauvliege.
Na enkele afwijkende adviezen veranderde het departement Landbouw & Visserij deels het geweer van schouder. Dat blijkt uit gegevens die Vlaams minister Zuhal Demir bekendmaakte over een aantal zaken van de Provinciale Omgevingsvergunningscommissies (POVC). In dossiers waar de POVC in Antwerpen, Oost-Vlaanderen en Limburg tot een ongunstig advies besloot, heeft het departement Landbouw & Visserij telkens een minderheidsstandpunt ingenomen.
“Dat standpunt is een generiek geformuleerde standaardtekst, die stelt dat het departement akte neemt van de richtsnoeren waarin de gehanteerde criteria eenzijdig en willekeurig worden genoemd en die besluit dat het departement in afwachting van duidelijke en rechtszekere criteria niet wenst mee te gaan in een voorstel tot weigering.”
Een zure appel
Ook in de Gewestelijke Omgevingsvergunningscommissie (GOVC) was dat het standpunt van het departement. Nadat beide administraties (Landbouw en Omgeving) hebben gezeten, nam het departement Landbouw en Visserij een ander standpunt in.
“Op een GOVC van begin vorige week heeft het departement Landbouw & Visserij zich aangesloten bij de consensus over het eindadvies en liet het geen minderheidsadvies optekenen.”
“Ik besef heel goed dat dit een zure appel is die we moeten doorbijten”, gaf minister Demir nog mee. “Ik blijf erop hameren dat we dit probleem collectief zullen moeten oplossen. We moeten verder handelen uit voorzorg en zorgen voor rechtszekerheid. Ook in het licht van het stikstofarrest moet vergunningverlening mogelijk blijven, maar ook verdere en mogelijk verrregaande rechtspraak vermijden.”
Ook voor minister Demir is de landbouwsector een deel van de oplossing. “We zullen het samen moeten doen. Alle experten en alle berekeningen komen altijd weer tot de conclusie dat we moeten zorgen voor een substantiële vermindering van de stikstofuitstoot. Die stikstofuitstoot moet worden verminderd.”
Het bewustzijn dat dit een enorme uitdaging betekent voor heel wat individuele bedrijven is groot. “We moeten de sector een duurzame toekomst geven in Vlaanderen. Laten we dit ook aangrijpen om de vereiste innovatie en ondernemerschap verder ingang te laten vinden in de sector.”
Flankerend beleid
Bij de opmaak van een definitief Programmatorische Aanpak Stikstof (PAS) worden momenteel een groot aantal maatregelen onderzocht om, zowel generiek als gebiedsgericht, de stikstofbijdrage van de veeteelt en ook van de industrie te verminderen. “Ook bij transport moet die verminderen.”
Tot nader order blijft het huidige flankerend beleid van toepassing voor de rode en oranje bedrijven en dat zal in de definitieve PAS-regeling worden geüpdatet. “We hopen dat we dit jaar met het nieuwe PAS kunnen landen. Er wordt alvast heel hard aan gewerkt”, aldus minister Demir.
Volgens minister Crevits zijn de aanvullende richtlijnen (voor veehouderijen en mestverwerkingsinstallaties) niet op de regeringstafel gekomen. “Dat moet ook niet. Er wordt ‘aangeraden’ ze te hanteren bij de beoordeling van vergunningsaanvragen.”
Aanraden: een woord waar je heel veel kanten mee uit kunt. Zoals deze. “Men laat dus ruimte om op maat van een bedrijf een aantal inschattingen te doen”, zegt minister Crevits. “Dat geldt dus ook voor adviezen. Het departement Landbouw & Visserij heeft daarin ook enige autonomie. Ze moeten dat objectief, onpartijdig, gemotiveerd doen bij elk concreet dossier.”
De aap uit de mouw
En daar komt de aap uit de mouw. “Ik had overleg met het departement. Er is ten eerste het belang van een concrete en individuele afweging. Het moet gaan om een zorgvuldig advies en een advies op maat. Loutere standaardzinnen zijn dus voor mij uit den boze”, beklemtoont minister Crevits.
Ze vindt het dus niet kunnen dat in alle adviezen een aantal standaardzinnen worden opgenomen.
“Het is echter uiteraard voor alle adviesdiensten en ook voor mijn administratie nog wat zoeken. Het Departement gaat voortaan wat meer aandacht besteden aan de formulering.”
In heel specifieke en individuele gevallen kan dus, met de nodige motivering, met een advies worden afgeweken. “Het is belangrijk dat we onze boeren beschouwen als medestanders in de verduurzaming die er moet komen”, aldus minister Crevits.
Toekomst in Vlaanderen
“Het heeft echter geen zin om landbouwers weg te zetten als diegenen die gestraft moeten worden of die het grootste slachtoffer zullen zijn van de definitieve stikstofregeling. Iedereen moet inspanningen leveren, maar zeker ook de boeren.
We gaan hen niet in de steek laten. We zullen een flankerend, stimulerend beleid blijven voeren. Het is niet de bedoeling om van alles te veranderen en ervoor te zorgen dat de mensen allemaal failliet gaan. Dat willen we echt niet. We hebben onze boeren in de toekomst in Vlaanderen nodig.”