In Kruishoutem lag ook een loofdodingsproef aan in het kader van een loofdodingsproject bij pootgoed. Belangrijke factoren hierbij zijn dat de loofdoding snel gebeurt en dat de aardappelen de juiste sortering halen. Het project werd opgezet omdat in 2019 het gebruik van de actieve stof diquat verboden werd in Europa. Er bestaan wel alternatieven voor diquat, zoals carfentrazone-ethyl (vb in Spotlight en Shark) en pyraflufen-ethyl (Gozai en Kabuki). Deze actieve stoffen hebben echter een tragere werking en dus is het nodig om meerdere keren te behandelen én om tijdig te starten. Het PCA werkt in dit project samen met Inagro, waarbij het focust op de mechanische loofdoding zoals loofklappen. “Loofklappen heeft voor- en tegenstanders. Het zorgt wel voor een snelle loofdoding, maar er zijn wel wat nadelen, zoals structuurbederf en de mogelijke verspreiding van ziekten. Je moet tussen de ruggen rijden en dat is niet altijd mogelijk, bijvoorbeeld wanneer het nat is”, aldus PCA-onderzoeker Emiel Heyman.
In de proef werd gekozen voor het ras Markies, dat veel groeidagen nodig heeft en dat een dens, hoog gewas heeft met taaie stengels. Dat is lastig om te loofdoden eind juli. De proef loopt nog, dus er kunnen enkel voorlopige resultaten gegeven worden. Momenteel blijken de beste resultaten – en dus het minste hergroei – bij het object waarbij eerst werd geloofklapt en 2 dagen erna het gewas behandeld werd met Spotlight. “Er was minder hergroei dan bij een behandeling Spotlight 5 dagen na het loofklappen, en de toepassing van Gozai 2 dagen na het loofklappen.” Heyman wees ook op het belang van een correcte toepassing: 400 l water gebruiken is nodig om zo veel mogelijk blad te raken, en voor een goede werking moet de toepassing overdag gebeuren.
MV