Van kalkhennep tot fruitresten en goudsbloem
Land- en tuinbouwers werken met organisch materiaal van dieren en planten. Die biogrondstoffen uit reststromen en specifieke teelten kunnen duurzaam worden verwerkt tot waardevolle grondstoffen.
Zo wordt hennep verwerkt tot bouwmateriaal, krijgen fruitresten een tweede leven als vernieuwende sappen en kan uit de wortel van de Russische paardenbloem rubber gehaald worden. Een relatief nieuwe teelt met potentieel voor de bio-economie is goudsbloem. Onder meer Praktijkpunt Landbouw en het ILVO werken al verschillende jaren rond die goudsbloem, die ook in het veld zorgt voor een bloemenpracht.
Een dubbel doel
De goudsbloem, ook bekend onder de Latijnse naam Calendula Officinalis L., is oorspronkelijk afkomstig uit het Middelandse Zeegebied. “De bloem wordt gekweekt met een dubbel doel. De verschillende onderdelen van de plant kunnen voor uiteenlopende toepassingen gebruikt worden. Zo worden de bloemblaadjes bijvoorbeeld verwerkt tot etherische bloemolie voor farmaceutische en/of cosmetische producten, terwijl de olie die uit de zaadjes geperst wordt, kan dienen als milieuvriendelijk alternatief binnen de verfindustrie”, aldus Hilde Muylle van het ILVO.
Goudsbloemzaden bevatten veel poly-onverzadigde vetzuren (calendulazuur) die gebruikt kunnen worden voor industriële toepassingen zoals natuurlijke verven, hoogwaardige harsen én in de toekomst misschien zelfs voor voedingstoepassingen.
Eens de bloemen (tweemaal) geoogst zijn, kan men 7 tot 10 weken later, als ongeveer 75% van de zaden afgerijpt is, het zaad met een pikdorser oogsten. Het is belangrijk om het juiste oogstmoment te kiezen, want als er te laat geoogst wordt, dan is het verlies aan vallende zaden te groot. Eens de olie uit de zaden geperst is, kan ook de perskoek die overblijft nog verwerkt worden als veevoeder, zo gaat niets verloren. Inspirerende verhalen zijn terug te vinden op de website B2BE.
LV