In het normaal netwerk worden de betere korrelmaïsrassen van de afgelopen jaren uitgezaaid samen met de koplopers van het CIPF voorlopig netwerk van 2020. Daarbij komen nog de recent op de Belgische rassencatalogus ingeschreven hybriden en ten slotte nog een aantal goed presterende rassen die in 2020 hun eerste jaar meeliepen in de officiële rassenproeven. De proefvelden voor dit netwerk worden aangelegd op 9 locaties in Laag- en Midden-België (6 CIPF, 3 LCV). Hierbij wordt gestreefd naar een evenwichtige vertegenwoordiging van alle landbouwstreken.
Alle korrelmaïsrassen worden gerangschikt op basis van opbrengst per ha (aan 15% vocht van de korrel). Op de website van het CIPF en LCV kan je ook een sortering op basis van financiële opbrengst in euro/ha terugvinden. De financiële opbrengst geeft de verkoopprijs van het graan weer met de droogkosten (berekend volgens de Fegra/Synagra-normen) in rekening gebracht.
In het normaal netwerk van 2021 werden 54 korrelmaïsrassen getest. Van de 9 uitgezaaide locaties in de verschillende landbouwstreken in Laag- en Midden-België werden wegens het wegvallen van de locaties op leemgrond (wegens vogelschade) enkel resultaten van locaties op zand- en zandleemgrond opgenomen in de syntheses van 2021. Finaal werden de oogstgegevens gesynthetiseerd van de volgende proeflocaties: Adegem, Boutersem, Kaulille, Tongerlo en Zoutleeuw (5x CIPF) + Lendelede (LCV). De verschillende rassen werden vergeleken ten opzichte van 4 standaardrassen (ES Perspective, Figaro, KWS Iconico en SY Calo). De standaardrassen zijn rassen die reeds meerdere jaren getest zijn en worden gekozen omwille van hun regelmatige en bevredigende eigenschappen voor de belangrijkste rascriteria. De gemiddelde korrelopbrengst van de verschillende proeven varieerde van 10,8 tot 14,1 ton per ha (bij 15% vocht) en bij gemiddelde vochtgehaltes bij de oogst, gaande van 31,2% tot 36,7%.