de blijvers in de sector
een toekomst geven”
Lode Ceyssens (ondervoorzitter Boerenbond), Guy Vandepoel (lid hoofdbestuur Boerenbond), Hendrik Vandamme (voorzitter Algemeen Boerensyndicaat) en Filip Fontaine (voorzitter brancheorganisatie Pork.be) stelden gezamenlijk een actieplan voor. Dat moet de Vlaamse varkenshouderij, die in de grootste crisis ooit zit, kansen bieden om (vooral) op korte termijn en ook op de lange termijn uit het diepe moeras te geraken. Dat actieplan lees je in detail op de volgende pagina.
90 % voor EU-markt
Eerst geven we een aantal cijfers. De voorbije jaren onderging de varkenshouderij in Vlaanderen, net zoals andere sectoren van de land- en tuinbouw, een aantal veranderingen. In 15 jaar daalde het aantal bedrijven van circa 7.000 naar bijna 4.000, terwijl het aantal varkens per bedrijf is gestegen van gemiddeld 850 naar bijna 1.650.
Voor heel België bedraagt de productie ruim 6,1 miljoen varkens (Vlaanderen 5,7 miljoen, Wallonië 381.000). In 2021 werden bijna 1,5 miljoen varkens geslacht en werd 1,1 miljoen ton varkensvlees geproduceerd. De zelfvoorzieningsgraad bedroeg in 2020 bijna 230% en de Vlaming gebruikt jaarlijks bijna 43 kg varkensvlees.
Volgens cijfers van Boerenbond bedroeg de productiewaarde van de Vlaamse varkenshouderij maar liefst 21% van de totale landbouwproductiewaarde en bijna 36% van de productiewaarde in de veehouderij. Boerenbond berekende dat 2.785 voltijdse medewerkers in de varkenshouderij werken, of een kwart van de voltijdse arbeidsplaatsen in de primaire veeteelt. Daarbovenop komen nog eens bijna 10.000 medewerkers in de secundaire, verwerkende sectoren.
Laagste niveau op 20 jaar
De oorzaken van de varkenscrisis in Vlaanderen zijn intussen genoegzaam bekend: AVP, corona, sterke Europese groeiers (onder meer Spanje), historisch hoge veevoederprijzen, lage marktprijzen... Belangrijk nog om mee te geven is dat 90% van het Vlaams varkensvlees wordt geproduceerd voor de EU-markt, de rest gaat naar derde landen (buiten de EU, zo
Grootste spaarboek
“Overleven is vandaag de eerste en zwaarste uitdaging”, zegt Guy Vandepoel, lid van het hoofdbestuur van Boerenbond. “De transitie – via een apart fonds – volgt op de lange termijn. In de varkenshouderij gaat het er niet meer om om als beste te overleven, maar om een competitie van wie de grootste... spaarboek heeft.”
Opvallend blijft ook dat andere lidstaten in Europa, via ‘coronasteun,’ hun eigen varkenssector véél meer financieel ondersteunen,in tegenstelling tot Vlaanderen, dat slechts 16 miljoen euro steun biedt. Na recente besprekingen is gebleken dat de oplossing niet bij Europa ligt. “Neemt Vlaanderen ons ernstig?”, vraagt Lode Ceyssens, ondervoorzitter Boerenbond, zich luidop af. “De uitkoopregeling voor bedrijven die willen stoppen – niet alleen voor rode of oranje bedrijven, maar voor iedereen – moet degelijk zijn. Er moet een fonds zijn, los van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF). Er is budget, veel budget voor nodig. Een aalmoes zal niet voldoende zijn, want zo’n beslissing nemen is emotioneel en economisch erg zwaar.”
Correcte uitstapvergoeding
Hendrik Vandamme, voorzitter Algemeen Boerensyndicaat, voegt hier nog toe: “Het gaat niet om afbouw om de afbouw zelf. Het gaat niet alleen over reductie om de reductie. Op bedrijfsniveau moet er een impactscore komen, rekening houdend met alle parameters. Wie bereid is om te stoppen, moet een afdoende compensatie krijgen voor het inleveren van de nutriëntenemissierechten (NER).”
“Net zoals in Nederland mag niet worden vastgepind op een bepaald bedrag per NER. Wie de stap wil zetten, moet hiervoor een correcte verloning krijgen. Ook andere milieu- en omgevingselementen moeten in rekening worden gebracht. Op deze manier wordt ruimte gecreëerd voor onze varkenssector.”