Zowel het AT als het WT (de voorganger van het Wetenschappelijk Comité Luchtemissies Veeteelt) geven advies over de techniek. “Het WT kan enkel tot een wetenschappelijk advies komen als ze over alle informatie beschikt. Hierdoor kan het zijn dat de fabrikant wordt uitgenodigd voor een mondelinge toelichting. Er zijn meerdere overlegmomenten noodzakelijk om tot een advies te komen”, aldus minister Demir.
“Het is belangrijk dat de technieken die op de lijst komen op zich goed werken én de beoogde emissiereducties halen. Het heeft geen zin om technieken vlug op de lijst te zetten zonder dat er zekerheid is over de emissiereducties en over het werkingsprincipe. Daarom zal in de communicatie worden gewezen op het belang van volledige, goed onderbouwde dossiers”, stelt de minister. In het kader van het wetenschappelijk onderzoek kunnen door onderzoeksinstellingen, als het ILVO of de provinciale proefcentra, innovatieve technieken worden getest en geëvalueerd. “Het uitgangspunt is dat elke techniek wordt doorgemeten. Dit is de enige garantie om zeker te zijn. Er wordt de mogelijkheid voorzien om voor beperkte afwijkingen een wetenschappelijke onderbouwing te voorzien.”