Startpagina Archief

Vrees wordt waarheid:

de veehouderij wordt

heel hard aangepakt

De definitieve PAS hakt bijzonder zwaar in op de veehouderij. Rode bedrijven moeten zo al 5 jaar eerder verplicht dicht, tegen 2028 komt er ook nulbemesting in alle groene bestemmingen binnen Natura2000-gebieden en voor het zwaar geteisterde Turnhoutse Vennengebied krijgt Piet Vanthemsche 2 jaar de tijd om een ontwikkelingsplan op te maken. Om alle ambities te realiseren, trekt Vlaanderen 3,6 miljard euro uit.

Leestijd : 5 min

In het zogenaamde PAS-scenario G8 is voorzien dat alle piekbelasters (rode bedrijven) ten laatste in 2025 verplicht zullen moeten stoppen. Daarmee pleegt de Vlaamse regering woordbreuk: eerder was 2030 als einddatum voorzien. Er wordt (voor de verplichte onteigeningen) onder meer een flankerend beleid voorzien. Dat geldt ook voor bedrijven waarvan de vergunning nog niet vervallen is.

Piekbelasters dicht

Wie voor 2025 vrijwillig het bedrijf stopzet, zal hier een hogere vergoeding voor krijgen: 20% extra indien stopzetting in 2023, 10% extra in 2024. Die rode bedrijven moeten wel allemaal tegen 2025 definitief dicht.

Bij de berekening van de vergoeding zal rekening worden gehouden met de resterende looptijd van de vergunning én met de gebruikelijke waardebepaling van het bedrijf door de Vlaamse Landmaatschappij (VLM). Het gaat vandaag in totaal om een 40-tal rode bedrijven én om 2 mestverwerkers.

In Vlaanderen zijn er vandaag nog 41 rode bedrijven: 13 in de provincie Ant werpen, 5 in Vlaams-Brabant, 13 in Limburg, 4 in Oost-Vlaanderen en 6 in West-Vlaanderen. De voorbije jaren werden al 15 rode bedrijven uitgekocht: 3 in de provincie Antwerpen, 2 in Vlaams-Brabant, 1 in Limburg, 4 in Oost-Vlaanderen en 5 in West-Vlaanderen. Het ging om ruim 12 miljoen euro, of gemiddeld 802.300 euro per bedrijf.

Naast de piekbelasters (rode bedrijven) wordt voor (donker)oranje veeteeltbedrijven met een impactscore hoger dan 20% een regeling voor een vrijwillige bedrijfsstopzetting tijdelijk (vanaf 2023) opengezet voor bedrijven waarvan de vergunning nog niet vervallen is.

Vandaag zijn er in Vlaanderen 493 bedrijven met een impactscore die hoger is dan 5% en lager dan 50%. De vrijwillige stopzetting van de oranje bedrijven geldt voor (donker)oranje voor een impactscore die hoger is dan 20%.

Die (donker)oranje bedrijven zullen ook toegang hebben tot hetzelfde flankerende beleid. Wie als oranje bedrijf in 2023 intekent op de vrijwillige oproep, kan zijn activiteiten nog maximum 3 jaar voortzetten, maar krijgt een hogere vergoeding indien men na 1 jaar (20%), of na 2 jaar (10%) stopt. De vergoeding zal worden uitgekeerd in het jaar dat men de activiteit stopzet. Het zou gaan om een 120-tal bedrijven.

Pluimvee/varkens

In de regelgeving wordt verankerd dat alle bestaande bedrijven die dieren houden in niet-AEA-stallen uiterlijk tegen 2030, of al eerder bij de uitvoering van een nieuwe vergunning van onbepaalde duur, een reductie van 60% stikstofuitstoot op stalniveau moeten realiseren. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat een landbouwbedrijf een tijdelijke vergunning aanvraagt tot 2030.

Melk- en vleesvee

De deelsectoren melk- en vleesvee moeten beide een reductie van 15% stikstofuitstoot realiseren ten opzichte van 2015: het zou gaan om 7,7 % voor vleesvee en om 23,7% voor melkvee. Deze doelstellingen moeten worden bereikt op sector- en deelsectorniveau.

Elk bedrijf moet echter ook inspanningen doen. Begin 2026 moet de sector al halfweg zijn, anders zullen actieve nutriëntenemissierechten(NER) worden opgekocht.

Uitzonderingen

Er wordt een uitzonderingsregel toegestaan voor kleinschalige en biologische bedrijven. Zo worden kleinschalige bedrijven die een jaaremissie hebben van minder dan 500 kg ammoniak én een impactscore hebben die lager is dan 0,025 % (de nieuwe drempel significatiekader) vrijgesteld van de verplichte generieke stikstofreductiepercentages.

Biologische bedrijven met een impactscore tussen 0,025 en 1% worden vrijgesteld, maar moeten wel maatregelen van de PAS-lijst doorvoeren die inpasbaar zijn in het biolastenboek. Wie een impactscore heeft van meer dan 1%, moet de algemene reductiepercentages volgen.

Nulbemesting

In groene bestemmingen binnen SBZ-H (Natura2000-gebied) wordt tegen 2030 een nulbemesting ingevoerd. In totaal is vandaag 68.846 ha van het SBZ-H (105.025 ha) gelegen binnen groene bestemmingen. Op 3.493 ha daarvan wordt nog bemest. Dit gebied wordt tegen 2028 onder nulbemesting gebracht. Van deze percelen zijn 473 ha gelegen op een huiskavel, hiervoor geldt een vrijstelling.

Mestverwerkers

De mestverwerkingssector in Vlaanderen stoot jaarlijks zo’n 1.000 ton NH3 uit. De 20 grootste installaties (waaronder 2 piekbelasters) staan in voor zo’n 98% van die uitstoot. Die andere 18 worden verplicht om voor emissiereductie te zorgen. Het gaat onder meer om de verplichting om luchtzuiveringstechnieken toe te passen.

De Vlaamse regering houdt in het bereikte krokusakkoord ook vast aan de strengere stikstofnormen die vorig jaar werden ingevoerd na het veelbesproken stikstofarrest. Concreet blijft de drempel voor ammoniakuitstoot (veeteelt en mestverwerking) op 0,025% en voor NOx (industrie en transport) op 1%. Daarboven is een passende beoordeling vereist.

Indien de ammoniakreductiedoelstelling van de PAS voor 2030 wordt gehaald, komt de variabele drempel voor ammoniak (veehouderijen en mestverwerkingsinstallaties) op 0,8% te liggen. Die drempel zal 2-jaarlijks worden geëvalueerd.

Overgangsregeling

De geldigheidsduur van vergunningen van veehouderijen en mestverwerkingsinstallaties die nog aflopen in 2022 wordt decretaal met anderhalf jaar verlengd. Een gelijke verlenging wordt eveneens toegepast voor vergunningen die aflopen in 2021 en waarvoor tijdig een hernieuwing werd aangevraagd.

Flankerend beleid

Ten slotte geven we nog een overzicht van het uitgebreide flankerende beleid (begeleidingstraject landbouwers), dat in het kader van de definitieve PAS werd overeengekomen.

“Landbouwers die verplicht worden om te stoppen of die zelf die keuze maken om dat te doen, worden via een intensieve begeleiding geheroriënteerd op de arbeidsmarkt”, stelt de Vlaamse regering.

Dit kan opleiding, begeleiding, sollicitatietraining en sociale begeleiding omvatten. Er wordt bij het departement Landbouw ook een transitiemanager aangesteld die de landbouwbedrijven zo goed mogelijk begeleidt, in samenwerking met zowel het departement Landbouw als de VLM.

1. VLIF-investeringssteun

- Steunpercentages voor AEA-stallen: 40%, of 65% voor jonge boeren (vandaag: 30% / 40%)

- Runderen (ammoniakreducerende investeringen/PAS-stallen): dezelfde steunpercentages

- Hiervoor kan 25 miljoen euro per jaar genomen worden vanuit bestaande middelen VLIF/GLB (inclusief advies en begeleiding)

- Onderzoeken of een waarborgsysteem kan toegepast worden om de bancaire financiering van investeringen te faciliteren

2. Stopzettingsregeling

- Rode bedrijven: verplichte stopzetting uiterlijk tegen eind 2025. Het gaat om 40 bedrijven en 2 mestverwerkers. De resterende vergunningstermijn wordt meegenomen bij berekening vergoeding. Minstens 1 jaar voor einde vergunningstermijn stoppen om vergoeding te krijgen; top up voor wie al vroeger stopt (20% in 2023, 10% in 2024). Gronden kunnen vrijwillig te koop aangeboden worden, met voorkooprecht voor overheid.

- Donkeroranje bedrijven: in 2023 volgt een oproep voor een vrijwillige stopzettingsregeling voor bedrijven met een impactscore hoger dan 20%. Wie in 2023 intekent, kan nog maximum 3 jaar de activiteiten voortzetten, maar krijgt een hogere vergoeding indien men na 1 jaar (+20%) of na 2 jaar (+10%) stopt.

De vergoeding wordt uitgekeerd in het jaar dat men de activiteiten stopzet.

3. Nulbemesting

- Nulbemesting in SBZ-H vanaf 1 januari 2028, behalve huiskavels, die vrijgesteld worden

- Compensatievergoeding: 12.000 euro per ha voor wie stopt op 1 januari 2024, geleidelijk afbouwend tot 10.000 euro per ha voor wie stopt vanaf 1 januari 2028.

- Hetzelfde compensatievergoedingssysteem voor nulbemesting in VEN-gebieden (zowel bos als natuur).

- Bedrijven bij wie de nulbemesting een impact heeft op meer dan 20% van het areaal, kunnen vrijwillig instappen in de stopzettingsregeling voor donkeroranje bedrijven.

4. Sociale begeleiding landbouwers

- 1,1 miljoen euro per jaar, waarvan 0,5 miljoen euro per jaar via GLB kan.

- Aanstelling van een transitiemanager die landbouwbedrijven zo goed mogelijk begeleidt en die goed samenwerkt met het departement Landbouw en de VLM

5. Regeling NER

Enkel een vergoeding voor slapende NER die niet gratis zijn toebedeeld; aantal berekend op basis van gemiddelde van de laatste 3 jaar, met een marge van 10%; prijs 1 euro per NER.

Lieven Vancoillie

Actueel

Voir plus d'articles
Meest gelezen