Startpagina Archief

Hoe voorkom je hittestress bij runderen,

varkens en pluimvee?

De voorbije hittedagen toonden het volop: dieren hebben moeite met het regelen van hun lichaamstemperatuur op warme dagen. Dat heeft invloed op zowel hun welzijn als hun productieresultaten. Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ) stelde enkele tips op om ook in de toekomst hittestress te vermijden en de dieren meer comfort te geven tijdens warme dagen.

Leestijd : 6 min

De optimale omgevingstemperatuur voor volwassen runderen ligt tussen -5 °C en 18 °C. Bij een temperatuur van 20 °C en een luchtvochtigheid van 60 tot 80% loopt een rund al risico op hittestress. Dit wil zeggen dat de koe dan extra energie moet gebruiken om zichzelf af te koelen. Als de temperatuur en de luchtvochtigheid nog meer stijgen, kunnen runderen in de problemen komen en is er aandacht nodig om het afkoelingsproces te ondersteunen.

Hittestress herkennen bij rundvee

Hittestress kan je herkennen bij je dieren via verschillende signalen. De dieren zoeken bijvoorbeeld schaduw op en staan meer dan anders recht, want zo kunnen ze hun warmte makkelijker kwijt. De dieren verzamelen ook bij drinkplaatsen, omdat ze meer willen drinken. De ademhaling zal sneller gaan en de dieren zullen trager bewegen.

Hitte kan ook pensverzuring als gevolg hebben wanneer de dieren minder gaan eten. Andere nefaste gevolgen zijn een lagere melkproductie en een hoger risico op uierontstekingen en klauwaandoeningen.

Je kan hittestress voorkomen door eerst en vooral schaduw te voorzien op de weide. Dat kan door het plaatsen van eenvoudige, schaduwrijke schuilhokken, schaduwdoeken of bomen. Onderzoek van het ILVO toonde de positieve effecten van deze doeken aan. Een voorbeeld zie je op de foto.

Plant snelgroeiende boomsoorten. Volgens de klimaatvoorspellingen zullen we steeds vaker te maken hebben met warme, droge zomers. Het aanplanten van bomen loont daarom op lange termijn. Het is een relatief goedkope, maar zeer efficiënte manier om schaduw te voorzien.

Bij warme temperaturen is het klimaat van de stal vaak aangenamer dan op de weide. Zet daarom de dieren op stal tijdens de warmste momenten van de dag. Blijft het de hele dag warm, laat de dieren dan enkel ’s nachts op de weide.

Zorg voor verkoeling in de stal. Optimaliseer de natuurlijke en/of mechanische ventilatie (via ventilatoren), en besproei de daken met water, want dat kan de temperatuur in de stal ook significant doen dalen.

Ook werken met vernevelsystemen in de stal kan een rechtstreeks afkoelend effect hebben op de dieren, maar let op dat ze niet te nat worden.

Als de temperaturen boven de 25 °C uitstijgen, drinken koeien per dag 30 tot 40% meer dan gewoonlijk. Hou daar rekening mee, wetende dat een volwassen melkgevend rund reeds in normale omstandigheden en afhankelijk van haar productieniveau 80 tot 150 l water per dag drinkt. Zorg daarom voor voldoende drinkwaterpunten met proper water, zowel in de stal als op de weide. De ideale temperatuur van het drinkwater is ongeveer 18 °C.

Voeder kleinere porties verdeeld over meerdere keren (om broei tegen te gaan) en voeder net vóór koele periodes (bijvoorbeeld ’s avonds). Besteed extra aandacht aan de hoogdrachtige dieren.

Warmtegevoel bij varkens

Hittestress kan voorkomen wanneer de gevoelstemperatuur de boventemperatuur van de thermoneutrale zone overschrijdt. De thermoneutrale zone is de omgevingstemperatuur waarbinnen een varken zijn lichaamstemperatuur op peil kan houden zonder zijn warmteproductie aan te passen. De onder- en boventemperaturen van deze zone zijn afhankelijk van heel wat factoren. Zo zullen ze dalen en verder uit elkaar komen te liggen als het gewicht toeneemt. Ook factoren zoals de bevloering, de voedersamenstelling en de groepsgrootte kunnen een invloed hebben op de boven- en ondertemperatuur van deze zone.

Hittestress herkennen bij varkens

Door je dieren te observeren kun je te weten komen of ze al dan niet in hittestress verkeren. Varkens zweten niet, ze moeten hun warmte dus op andere manieren kwijt raken. Als ze het te warm hebben, gaan ze sneller ademen, zeker als de hitte blijft aanhouden. Bij hittestress gaan de dieren mesten op de volle vloer en rollen ze zich in de uitwerpselen om zo wat verkoeling te vinden. Verder zullen ze elk contact met elkaar vermijden en languit in zijlig op de grond gaan liggen.

Hittestress valt het hardst op bij zwaardere vleesvarkens. De omzetting van voer naar vlees is immers een proces waarbij warmte vrijkomt. Door de hittestress vermindert de eetlust, wat kan leiden tot een zichtbare groeistilstand. Verder zijn er ook extreme gevallen bekend van een hartfalen ten gevolge van hittestress, zowel bij vleesvarkens als zeugen.

Hittestress voorkomen

Zorg ervoor dat de dieren voldoende fris (ideale temperatuur is 15 tot 18 °C) en kwaliteitsvol drinkwater ter beschikking hebben. Ook verkoeling is belangrijk, en die kan je aanbieden door bijvoorbeeld de betonnen vloer nat te sproeien en/of gebruik te maken van een vernevelsysteem.

Indien mogelijk voeder je de dieren het best op de koelere momenten van de dag en, indien mogelijk, zorg je ook voor een kleinere bezettingsdichtheid. Wat ook kan helpen, is het afdekken van de ramen, maar je moet rekening houden met de normen voor lichtintensiteit (minimum 40 lux). Vermijd daarnaast ook een te hoog ammoniakgehalte in de stal bij opgedreven ventilatie (putventilatie).

Bij vleesvarkens zorg je ervoor dat zware vleesvarkens tijdig (of vervroegd) naar het slachthuis afgevoerd worden. Vermijd ook transport, laden of lossen van de dieren tijdens de warmste uren van de dag en geef de dieren energierijker voeder om groeistilstand door verminderde eetlust tegen te gaan.

Bij zeugen zorg je ervoor dat ze niet te vet staan in de zomer. Verplaatsingen van hoogdrachtige zeugen moet je zoveel mogelijk vermijden. Als de temperatuur in de kramstal te hoog wordt, schakel je het best ook de vloerverwarming en/of de warmtelampen sneller uit.

Bij beren controleer je regelmatig het sperma. Beren die last hebben van hittestress hebben immers een verminderde spermaproductie met bovendien sperma van verminderde kwaliteit. Dit effect kan tot 6 weken na een moment van hittestress te zien zijn.

Invloed op de productie- resultaten bij pluimvee

Bij een omgevingstemperatuur van 18 tot 21 °C is pluimvee in staat om de lichaamstemperatuur vrij makkelijk stabiel te houden. Wordt het warmer, dan krijgt het dier het steeds moeilijker om zijn overtollige lichaamswarmte kwijt te raken en spreken we van hittestress.

Pluimvee met hittestress zal minder voer opnemen. Is de omgevingstemperatuur hoger dan 32 °C, dan daalt de voeropname met 5% per graad Celsius dat de omgevingstemperatuur stijgt.

Snelgroeiende rassen hebben van nature een hogere lichaamstemperatuur dan traaggroeiende rassen. Daardoor zijn ze minder bestand tegen hogere omgevingstemperaturen, wat sneller leidt tot een gedaalde voeropname. Hun genetische aanleg voor snelle groei wordt daardoor niet ten volle benut.

Bij een hogere omgevingstemperatuur is er meer sterfte, vooral bij vleeskippen. Hittestress heeft ook een negatief effect op de eiproductie en het eigewicht. De eischalen worden dunner en zullen sneller breken.

Hittestress beperken in de pluimveestal

Het vernevelsysteem kan in de stal voor verkoeling zorgen. Zorg dat er fijn verneveld wordt, zonder druppelvorming, zo niet ontstaat er nat strooisel. Vernevel elk uur gedurende 2 minuten. Meet regelmatig de relatieve vochtigheid van de stal. Volg als regel: relatieve vochtigheid + staltemperatuur = 90. Dreigt er een onweer en wordt de buitenlucht vochtiger, schakel de verneveling dan pas uit als dit weer meer dan een dag aanhoudt.

Hou de stalpoorten dicht. Door een poort of deur in de stal open te zetten, valt de onderdruk in de stal weg en wordt de ventilatie volledig verstoord. Ook spleten aan deuren of in de stalmuren kunnen een goede luchtstroom in de stal verhinderen.

Ventilatoren in de stal zorgen voor een goede luchtcirculatie en een verkoelend effect bij de dieren. Met rookproeven kun je de luchtstroom in de stal bekijken en eventueel bijsturen.

Focus niet enkel op meettoestellen, maar observeer ook hoe de dieren zich gedragen. Ervaart het pluimvee de omgeving als te warm, dan zal het hijgen, een trillende beweging ter hoogte van de keel vertonen en de vleugels van het lichaam houden.

Verminder ook de bezettingsdichtheid en controleer regelmatig of de dieren voldoende toegang hebben tot zuiver en fris drinkwater. Aan het drinkwater kunnen supplementen zoals vitaminen en mineralen toegevoegd worden.

Let op de voersamenstelling

Compenseer de gedaalde voeropname door vetrijker voer aan te bieden. Bij de vertering van vetstoffen wordt minder lichaamswarmte geproduceerd dan bij de vertering van eiwitten of koolhydraten.

Bij hittestress raken lichaamscellen beschadigd en worden in het lichaam vrije radicalen geproduceerd. Deze schadelijke stoffen kunnen geneutraliseerd worden door antioxidanten toe te voegen aan het voer. Ook andere supplementen, zoals vitamines, pro- en prebiotica en aminozuren, kunnen een positief effect hebben.

DGZ

Actueel

Vleesvee in Vlaanderen: meten is weten

Vleesvee De weegresultaten van zijn Belgisch witblauwe runderen zijn belangrijke bedrijfsgegevens voor veehouder Bruno Vanhaelemeesch uit Watervliet. “Rendabiliteit was tot aan de welgekomen prijsstijgingen van dit jaar lange tijd een grote uitdaging in het vleesvee. Wie de cijfertjes niet op orde heeft, haalt het niet”, vertelt hij.
Voir plus d'articles
Meest gelezen