in wateropvang en -besparing

Met deze investeringen trachten de land- en tuinbouwers de impact van (extreme) droogte op hun bedrijfsvoering te milderen. De keuze van de waterbron hangt af van de beschikbaarheid, maar ook van de waterkwaliteit die nodig is voor de bestemming van het water.
VLIF-steun
Door de klimaatverandering zullen we ook in Vlaanderen steeds meer en langere periodes van droogte krijgen, afgewisseld met periodes van intense regen. Landbouwers kunnen dus het best nu investeren in wateropslag en -besparing. Het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) geeft landbouwers die investeren in wateropslag en waterbesparing daarom een duwtje in de rug. Meer informatie over het soort investeringen dat in aanmerking komt voor steun en over de voorwaarden vind je via www.lv.vlaanderen.be > subsidies > vlif-steun.
In de periode 2017-2021 heeft het VLIF 5,6 miljoen euro steun gegeven aan 1.055 goedgekeurde investeringen, wat zorgde voor 991.076 m³ bijkomende capaciteit van wateropvang en -opslag. De grootste volumes werden gerealiseerd via regenwaterreservoirs (46%) en -bassins (43%).
Gietwater is veruit de grootste bestemming van het opgevangen water (52%). Daarna volgen het reinigen van stallen en materieel (13%), het aanlengen van gewasbeschermingsmiddelen (8%), het reinigen van werktuigen en machines (7%), drinkwater voor dieren (7%) en irrigatie (6%).