Dat kan gevolgen hebben voor de prijs die betaald wordt voor melk en voor de beschikbaarheid voor de consument. Als er wereldwijd een tekort is aan melk, zullen zuivelverwerkers kiezen voor die producten waarmee ze de grootste meerwaarde kunnen realiseren”, stelt Renaat Debergh, afgevaardigd bestuurder van de Belgische Confederatie van de zuivelindustrie (BCZ).
“De economische perspectieven zien er dus positief uit. Helaas ontbreken in Vlaanderen rechtszekerheid en perspectief voor de melkveehouder”, meent Debergh. BCZ blijft er- op aandringen dat via innovatie en technologische vooruitgang ontwikkelingsruimte voor melkveebedrijven gecreëerd moet worden, en dit met respect voor de doelstellingen op het vlak van milieu en klimaat.
Meer biomelk
Belgische melkveehouders leverden in 2022 4,32 miljard l melk. De stijging van 3,3% ten opzichte van 2021 voor gans België werd vooral in Vlaanderen gerealiseerd, waar het volume aan melkleveringen steeg met 4,5%. Het volume aan melkleveringen van Belgische biomelk steeg met 7% tot 111 miljoen l, hoewel het consumentenverbruik van biologische zuivel daalde. Voor het onevenwicht tussen de hogere productie van biomelk en de lagere consumptie heeft Debergh geen eenduidige verklaring. Mogelijk is een deel van de Belgische biomelk uitgevoerd of misschien is een deel in het reguliere (niet-bio)kanaal verwerkt.
Een Vlaamse melkveehouder leverde vorig jaar gemiddeld 845.000 l melk, tegenover een gemiddelde van 545.000 l in Wallonië. De invoer van melk in ons land is vorig jaar gedaald. 92% van het melkvolume dat in de Belgische zuivelbedrijven verwerkt wordt, komt uit eigen land. De melkveehouderij blijft financieel een heel interessante tak van de landbouw.
Het thuisverbruik van zuivelproducten is door de hogere prijzen gedaald, maar het verbruik van melkvervangende producten is nog harder gedaald. Aan voorspellingen over de melkprijs doet Debergh niet graag, maar het lijkt erop dat die melkprijs na de stijgingen van vorig jaar en de dalingen van dit jaar stilaan ‘geland’ is.
Enorme uitdagingen voor zuivelindustrie
Niettegenstaande een forse toename van de omzet (+30%) van de Belgische zuivelsector, daalde het volume aan verwerkte melk met 1%. Er was dus alleen een prijseffect, dat onvoldoende was om de sterke kostenstijgingen te compenseren. Zo nam de kost van de belangrijkste grondstof – melk – toe met maar liefst 47%, terwijl ook andere kostenelementen zoals lonen, energie, verpakkingen en machines fors duurder werden.
De kostenstijgingen konden volgens Debergh veel te laat en slechts gedeeltelijk doorgerekend worden, wat vooral bij consumentenproducten in de retail voor zware druk op de rendabiliteit zorgde.
Maatschappelijk gezien leverden de inspanningen van de zuivelindustrie mooie resultaten op: de werkgelegenheid groeide opnieuw met 2%. Vergeleken met 2015 zijn er 12% meer jobs in de zuivelindustrie. Het handelsoverschot – niet onbelangrijk in economisch moeilijke tijden – verdubbelde op 2 jaar tijd tot 488 miljoen euro. Met een historisch hoog niveau van 180 miljoen euro aan investeringen toont de zuivelindustrie haar geloof in de toekomst.
Melkveehouders krijgen economisch perspectief
De forse toename van de melkprijs liet melkveehouders toe om enerzijds hun sterk gestegen kosten te compenseren en anderzijds om een mooi bedrijfseconomisch resultaat neer te zetten. De zuivelbarometers van de Vlaamse en Waalse overheid kleurden donkergroen.
Op basis van de marktvooruitzichten voor de komende jaren zien de economische perspectieven voor de melkveebedrijven in ons land er positief uit. De recente moderniseringsgolf in de zuivelindustrie versterkt dit perspectief. Met een zelfvoorzieningsgraad voor zuivel van amper 115% in de EU en 113% in ons land is er nog ruimte voor verdere ontwikkeling.
Rechtszekerheid en ontwikkelingsruimte
Ondanks de mooie economische vooruitzichten voor de melkveehouderij ontbreken voor veel individuele melkveebedrijven in Vlaanderen rechtszekerheid en ontwikkelingsmogelijkheden. BCZ blijft erop aandringen dat melkveehouders rechtszekerheid dienen te krijgen om te kunnen investeren in een duurzame melkproductie. Met innovatie en technologische vooruitgang kunnen de doelstellingen inzake stikstof en klimaat gehaald worden, maar een holistische visie is aangewezen.
BCZ-voorzitter Catherine Pycke waarschuwt voor het voornemen van de federale regering om het btw-tarief voor melk en zuivelproducten op te trekken van 6 naar 9%. “In tijden van hoog oplopende voedingsinflatie en dalende koopkracht is dat onbegrijpbaar en voor BCZ onaanvaardbaar”, zegt Pycke.
Belgische melk moet in eigen land verwerkt worden
“In het landschap van zuivelverwerkende bedrijven was er de jongste jaren al wat beweging en dat zal waarschijnlijk nog aanhouden. Omdat de stikstofproblematiek in Nederland een grote impact heeft, zal de jacht van Nederlandse melkophalers in Vlaanderen voortduren. Het is evenwel op de lange termijn belangrijk dat de Belgische melk door de Belgische zuivelindustrie verwerkt wordt”, stelt Pycke.
Ze stelt dat Vlaanderen zich inzake duurzaamheid te veel focust op de enterische emissies van melkvee en dat een focus op een ruimere carbon footprint meer mogelijkheden zoudoen ontstaan voor de melkveehouders. Debergh ziet al positieve evoluties. “Er is eindelijk sprake van om meer dierlijke mest toe te laten op de akkers en minder kunstmest.”
Bij BCZ zwaait men Renaat Debergh na 35 jaar af als afgevaardigd bestuurder. Hij wordt opgevolgd door adjunct-directeur Lien Callewaert.





