Overzicht van assortiment aardappelen en plantgoed

Van de courante soorten zaden is de voorraad groot genoeg. Wie echter op zoek is naar pootgoed van aardappelen, ajuinen, sjalotten of look of naar zaden van eerder zeldzame rassen, kan beter niet te lang wachten om zijn voorraad in te slaan. Wij gingen al eens op verkenning en zetten op een rijtje wat we zoal zagen.

Plantaardappelen

Het assortiment plantaardappelen werd de laatste jaren flink uitgebreid. Naast de klassiekers zoals Eersteling, Charlotte en Bintje zijn er ook heel wat nieuwere rassen beschikbaar voor de liefhebber, die vaak beter bestand zijn tegen de aardappelplaag. Voor vroege rassen is plaagresistentie minder van belang, omdat vroeg op het seizoen de omstandigheden voor de ontwikkeling van de plaagziekte minder gunstig zijn. Ook de keukenpiet op zoek naar authentieke rassen met uitgesproken smaakeigenschappen of naar de perfecte frietaardappel vindt in het gangbare assortiment zeker zijn gading.

Het verschil tussen ‘vroege’ en ‘late’ aardappelrassen heeft meer te maken met het aantal groeidagen dat nodig is om oogstbare knollen te telen dan met het moment van opplanten. Vroegrijpe soorten kunnen reeds na 70 tot 90 groeidagen geoogst worden, late soorten hebben 130 tot 150 groeidagen nodig om oogstbare knollen te leveren. In volle grond kunnen aardappelen gepoot worden vanaf half maart. De eerste oogst kunnen we dan verwachten vanaf half juni. Hieronder een overzicht van enkele minder courante rassen.

Belle de Fontenay Een oud Frans, vroegrijp ras (90 dagen) is Belle de Fontenay. Het heeft langwerpige knollen met een gele, wasachtige schil en crèmegeel vruchtvlees. Het heeft een minder goede plaagresistentie. Het is een vastkokende, zeer smaakvolle aardappel die zowel warm als koud kan opgediend worden. Dit ras is al sinds 1885 op de markt en wordt nog steeds zeer gewaardeerd voor zijn excellente smaak.

Lady Christl: Een zeer vroeg ras (70 à 90 dagen) is Lady Christl. Het heeft een goede opbrengst van lang-ovale gele knollen met een gladde schil. Het is een uitstekende vastkokende consumptieaardappel met een fijne smaak, zowel geschikt als kook-, bak- en saladeaardappel. Het loof is gevoelig voor de plaag, de knol wordt niet aangetast.

Obama Een vroege, sterke soort met een goede plaagtolerantie is Obama. Dit ras lijkt enigszins op Frieslander, maar de smaak is wat voller en het is wat minder gevoelig voor droogte tijdens de groei. Dit aardappelras geeft een hoge opbrengst aan mooie, gladde, lange, ovale knollen. De knollen zijn geelschillig met heldergeel vruchtvlees en in een vroeg stadium geoogst zijn ze zeer vastkokend.

Melody Een middenvroeg aardappelras (110 tot 130dagen) is Melody. Dit is een relatief nieuw ras dat vanwege zijn grote plaagtolerantie en zijn goede bewaareigenschappen sterk gewaardeerd wordt door de hobbyteler. Het ras verdraagt minder goed koude en kan dus beter wat later op het seizoen gepoot worden. Melody geeft een goede opbrengst met grote, regelmatig gevormde knollen. Het heeft een volle smaak en is na het koken eerder kruimig en zeer geschikt als kookaardappel en om te pureren.

Ratte Een middenvroege soort (110 dagen) die reeds lang zijn culinaire sporen verdiend heeft, is Ratte. Het heeft grillig gevormde, langwerpige knollen met een volle smaak, vastkokend. Het loof is vrij gevoelig voor de plaag, de knol slechts zelden aangetast.

Vitelotte Een laat ras (120 dagen) dat reeds zeer oud is maar nu onder de naam truffelaardappel opnieuw in de belangstelling staat, is Vitelotte. Het ras heeft een opvallende paarse schil en paars vruchtvlees. De knollen zijn cilindervormig met diepliggende ogen. Dit ras is vastkokend en wordt vaak geserveerd bij wild, al dan niet in de schil.

Corne de gatte Een late soort (125 dagen) met grillig gevormde, lichtroze knollen die vastkokend zijn, is Corne de gatte. Dit ras is zeer gewaardeerd vanwege zijn typische noten-smaak die het best tot recht komt als de aardappelen bereid worden in de schil. Dit ras is echt iets voor de fijnproever.

Plantui

De plantui is een van de eerste groenten die de grond in kunnen na de winter. Als de bodem het toelaat, kan dit reeds vanaf half maart en op lichte gronden reeds vanaf eind februari. Hieronder geven we een overzicht van enkele bruikbare rassen.

Red Baron Een bloedrode plantui met een goede huidvastheid is Red Baron. Een mooie ronde ui met een pittige smaak die goed bewaard kan worden.

Stuttgarter Een oud ras en een van van de meest bekende plantuien is Stuttgarter. Het is een platronde ui met een vroege en goede opbrengst en een goede huidvastheid.

Setton Een gele plantui van het Stuttgarter-type, met mooie ronde uien en een goede huidvastheid, is Setton. Deze ui heeft bijzonder goede bewaareigenschappen.

Centurion Een halfvroeg ras met ronde tot platronde uien en een goede opbrengst is Centurion. De ui heeft een vrij grove hals en moet voldoende lang gedroogd worden om een goede bewaring te garanderen.

Sjalotten

Ook de bruin-rode sjalotjes mogen al begin maart de grond in. Gele sjalot-soorten worden, om doorschieters te vermijden, beter pas vanaf april geplant.

Golden Gourmet Een goede goudgele sjalot met een goede opbrengst en een goede houdbaarheid is Golden Gourmet.

Red Sun Een rode sjalot met een goede opbrengst en goede bewaareigenschappen is Red Sun.

Picasso Een ras dat roodbruine sjalotten oplevert met een goede huidkwaliteit, een uniforme opbrengst, weinig schieters en met een milde smaak, is Picasso.

Plantlook

Plantlook behoort tot dezelfde familie van de ui en de sjalot, maar wordt hoofdzakelijk vóór de winter uitgeplant. Enkele rassen, waaronder de Gayant, laten zich ook nog uitplanten in het vroege voorjaar van zodra de bodem het toelaat.

Geert Brantegem