elke melkveehouder?
Tegen 31 december 2025
Evaluatie op sectorniveau in 2026
Strenger tegen 31 december 2030
Tegen 31 december 2030 ligt de lat nog een stuk hoger: elke melkveehouder moet een reductie van 25% ammoniak realiseren ten opzichte van de gemiddelde dierbezetting van 2021. Dit komt neer op de realisatie van de PAS-referentie 2030 (zie Landbouwleven van 7 maart, p. 11 over PAS-referentie 2030). De melkveehouder moet tegen 30 september 2029 een vergunning op zak hebben. Ook bedrijven die al een vergunning van onbepaalde duur (of na 2030) op zak hebben, moeten deze reducties dus toepassen en een nieuwe vergunning aanvragen.
De doelstelling van 25% ammoniak-reductie voor melkveehouders wordt vanaf 2026 jaarlijks geëvalueerd en wanneer een grotere daling of een grote stijging van de emissies plaatsvindt dan verwacht, zullen de reductiepercentages bijgesteld worden.
Reducerende maatregelen in rekening brengen
Het realiseren van de doelstellingen kan door het verminderen van het aantal dieren, door een maatregel uit de PAS-lijst of door een combinatie van beide.
Wanneer op het bedrijf al een reducerende maatregel is opgenomen in de omgevingsvergunning (sedert 2015), dan kan deze zeker in rekening gebracht worden om de bedrijfsdoelstellingen te halen.
Denk nu al na wat je gaat doen
Afhankelijk van de inspanningen die de landbouwer doet, kan een vergunning verleend worden tot eind 2025, 2030 of voor onbepaalde duur (zie figuur).