Startpagina Archief

Melkveehouders en

akkerbouwers zien

brutowinsten dalen

Tussen de beroepsgroeperingen en de administratie van Financiën werd vorige week een akkoord bereikt over het landbouwbarema en het barema van de varkenshouders met betrekking tot de inkomsten van 2023.

Leestijd : 5 min

2023 was vooral een goed jaar voor de varkenssector en in minder mate ook voor vleesveehouders. Voor de melkvee- en akkerbouwsector daalden de recordsemibrutowinstcijfers van vorig jaar aanzienlijk. De opbrengsten per hectare waren voor de meeste teelten iets lager dan het jaar voordien, behalve voor de aardappelen, waar de opbrengsten duidelijk boven het niveau van het jaar voordien uitkwamen. De prijzen voor tarwe waren aanzienlijk slechter, de suikerbietprijzen anderzijds stegen sterk, terwijl de prijs van aardappelen (zowel contracten als vrije markt) nog iets beter scoorde dan in het reeds vrij goede jaar 2022.

De varkenssector kende in 2023 een serieuze heropleving, waarbij de rendabiliteit na 3 slechte jaren de lucht in schoot, zodat we recordsemibrutowinstcijfers moeten optekenen. Zowel zeugenhouders als vleesvarkenshouders ontvingen in 2023 immers duidelijk betere prijzen voor hun biggen en hun vleesvarkens en de gedaalde voeder- en energieprijzen verhoogden de nettowinst verder.

Melkveehouders anderzijds gingen er sterk op achteruit ten gevolge van een fors gedaalde melkprijs en eerder stabiele prijzen voor koeien en kalveren. Hier werd na de recordstijging van vorig jaar opnieuw een daling genoteerd, wat leidt tot dezelfde semibrutowinstcijfers als in het inkomstenjaar 2021.

Voor de vleesveehouderij werd een stijging van de semibrutowinst vastgesteld ingevolge de gestegen prijzen voor vleesvee en een daling van de voederkosten.

Bij de besprekingen met de fiscus kwamen deze evoluties zeer duidelijk naar voren. Zowel de macro-economische cijfers van de officiële statistieken van de overheid als de resultaten van de enquêtes op de landbouwbedrijven en bij leveranciers en afnemers gingen in dezelfde richting. Belangrijk is ook dat de vergoedingen ontvangen van het Rampenfonds of uitbetaald in het kader van een brede weersverzekering in de semibrutowinst werden opgenomen. Deze moeten dus niet meer extra worden aangegeven in de aangifte.

Akkerbouwers kenden een wisselvallig jaar

Vooral de sterk gedaalde prijzen van granen (-36%) hadden een enorme invloed op de rendabiliteit van de sector in 2023. Daartegenover stonden veel betere prijzen voor suikerbieten (+32%), betere aardappelprijzen (+7%) en zeer sterk gedaalde energie- en meststofprijzen. Kosten van gewasbescherming en in mindere mate van zaai- en pootgoed waren daarentegen hoger. Uiteindelijk werden de onderhandelingen afgesloten met een akkoord over de semibrutowinst, die gemiddeld 11,5% lager uitkomt. Aardappeltelers moeten voor hun oppervlakte aardappelen die 5 ha overschrijdt ook nog 750 euro/ha extra meerwinst aangeven omwille van de hogere aardappelprijs op de vrije markt.

De vergoedingen die uitbetaald werden omwille van bevroren en laattijdig verwerkte bieten werden in de semibrutowinst verrekend en moeten niet meer afzonderlijk worden aangegeven.

Vleesveehouders hadden in 2023 meer reden tot tevredenheid

De prijzen in de vleesveehouderij, vooral voor de betere kwaliteit, waren duidelijk hoger dan in 2022. Door de daling van de voeder- en energieprijzen werd uiteindelijk een semibrutowinststijging genoteerd van ongeveer 6,3%.

Voor de melkveehouders betekende 2023 een daling van de melkprijs met ruim 20% en een status quo van de opbrengst van de reformkoeien en de kalveren. In combinatie met de gedaalde energie- en voederkosten resulteerde dit in een daling van de semibrutowinst met iets meer dan 35%. Het niveau van de coëfficiënten liters melk per hectare – onder andere nodig om de fictieve hectare melk te berekenen – bleef ongewijzigd.

De verhoging (progressie) van de semibrutowinst per hectare voor grotere bedrijven daalt niet en blijft 5 euro/ha. Deze verhoging wordt toegepast vanaf 35 ha en loopt door tot 115 ha. Een melkveebedrijf met 115 ha melk zal dus voor zijn ha melk boven de 35 ha de semibrutowinst per hectare zien verhogen met 400 euro (5 euro x 80 ha).

Aftrekbare kosten

De individueel aftrekbare kosten blijven dezelfde (pacht, dierenartskosten, sociale bijdragen, intresten…). De lonen en loonwerken worden aftrekbaar tot een maximum van 640 euro/ha (in plaats van 580 euro/ha) om de stijging van loonwerkkosten en lonen te kunnen opvangen. Ook de verzekeringspremies die worden betaald in het kader van de brede weersverzekering blijven individueel aftrekbaar. In het geval dat percelen van aardappelen niet zijn geoogst of zijn weggerot in loodsen kan, mits een correcte vaststelling, een uitzonderlijk verlies worden afgetrokken.

Varkenshouders boekten in 2023 een uiterst goed resultaat

In de varkenshouderij werd een belangrijke stijging van de biggen- en vleesvarkensprijs genoteerd in combinatie met een daling van de prijs van het krachtvoeder. Dit resulteerde in een semibrutowinst van 485 euro per productieve zeug (260 euro semibrutoverlies in 2022) en in een semibrutowinst van 20 euro per verkocht vleesvarken (5 euro semi-brutoverlies in 2022).

Voor varkenshouders op contract steeg de semi-brutowinst van 7 euro per afgemest varken naar 9 euro, onder andere door de gedaalde energiekosten.

De vergoedingen die aan zeugenhouders uitbetaald werden in het kader van Bepork (castratietoeslag/dierenwelzijn) werden in de semibrutowinst van 2022 verrekend, zodat nabetalingen in 2023 ook niet meer extra moeten worden aangegeven.

Progressies voor zeugen- en vleesvarkensbedrijven

Voor grotere varkensbedrijven wordt de semibrutowinst nog aangepast. Meer concreet zullen bedrijven met meer dan 200 zeugen en/of 5.000 verkochte vleesvarkens een gecorrigeerde semibrutowinst moeten aangeven.

Voor zeugenhouders met meer dan 200 aan te geven zeugen zal de semibrutowinst per zeug voor de zeugen >200 verhogen met 0,5 euro per zeug met een maximumcorrectie van 150 euro per zeug. Dit betekent dat een bedrijf met 300 zeugen een semi-winst per zeug van 485 euro zal aangeven voor de eerste 200 zeugen en van 535 euro per zeug voor de laatste 100 zeugen.

Voor vleesvarkenshouders met meer dan 5.000 verkochte vleesvarkens zal de semibrutowinst per vleesvarken voor de vleesvarkens >5.000 verhogen met 0,002 euro per verkocht vleesvarken met een maximumcorrectie van 12 euro per vleesvarken. Dit betekent dat een bedrijf met 7.000 verkochte vleesvarkens een semibrutowinst per vleesvarken van 20 euro zal aangeven voor de eerste 5.000 vleesvarkens en 24 euro per vleesvarken voor de laatste 2.000 vleesvarkens.

Verliezen wegens sterfte van varkens

De verliezen voor sterfte van varkens mogen gespreid afgetrokken worden over een periode van 3 jaar. Dit betekent dat verliezen van 2021, 2022 en 2023 kunnen afgetrokken worden in de aangifte van het inkomstenjaar 2023. Gezien de zeer hoge rendabiliteit van de varkenshouderij in 2023 is het belangrijk om hiervan gebruik te kunnen maken.

Invullen en indienen van de belastingaangiften

De aangifteformulieren van de land- en tuinbouwers die hun aangifte niet via tax-on-web (laten) invullen, zullen vanaf eind september 2024 worden verzonden. De uiterste datum van terugzending is voor iedereen bepaald op 15 januari 2025. De landbouwers worden verzocht om hun gegevens zo vlug mogelijk aan hun adviseur te bezorgen wanneer hij of zij daarom verzoekt, zodat deze kan zorgen voor een tijdige aangifte.

Paul Van Der Schueren, Tine Mertens

(DLV Accountants)

Actueel

Zomeren met paarden in Libramont

Libramont Paardenliefhebbers kijken met veel goesting uit naar de Landbouwbeurs in Libramont. Wie bezoekt er dan ook niet graag – hartje zomer en in openlucht bovendien - een professionele organisatie waar de hobbypaardenhouder eveneens volop aan bod komt?
Voir plus d'articles
Meest gelezen