de Verenigde Staten en Nieuw-Zeeland
in stijgende lijn

De politieke onrust kan op de euro blijven drukken, sommigen zien door grote overheidsschulden in onder meer Frankrijk, Italië, Spanje, Griekenland, Portugal en België zelfs terug een eurocrisis om de hoek loeren. De EUR/USD-koers schommelt sinds begin december rond 1,05. Omdat de olieprijs maar blijft kabbelen, zal de organisatie van olie-exporterende landen (OPEC) waarschijnlijk zijn productiebeperking verlengen tot en met het eerste kwartaal 2025. Eindejaarnieuws in de voedingssector komt van Unilever, dat afscheid wil nemen van een aantal voedingsmerken met een totale omzet van 1 miljard euro, en van voedingsreus Cargill, dat 5% van hun 164.000 wereldwijde jobs wil schrappen. De winsten van deze voedingsbedrijven staan onder druk.
De voorlaatste Global Dairy Trade (GDT)-zuivelveiling van dit jaar gebeurde op 3 december. De index steeg met 1,2%, maar er viel wel op dat alleen de vollemelkpoederprijs (WMP, whole milk powder) steeg en dat alle andere producten daalden.
Hogere melkproductie in de VS en Nieuw-Zeeland
De totale Amerikaanse melkproductie voor oktober steeg met 0,2% ten opzichte van vorig jaar, wat sterker was dan de prognose van -0,2%. “De United States Department of Agriculture (USDA) heeft de omvang van de melkveestapel voor september met 18.000 stuks herzien”, vertelt Raf Beyers over de situatie in de VS. “Ze schatten dat de kudde in oktober nog eens met 19.000 stuks is gegroeid, wat de stapel 0,1% hoger brengt dan vorig jaar. Het grootste deel van de uitbreiding van de veestapel vindt plaats in het zuiden van de VS, waar er nieuwe kaascapaciteit in de verwerking is bij gekomen. De melkproductie in Californië daalde met 3,8% als gevolg van de vogelgriep, wat de globale groei op nationaal niveau tegenhoudt. Er is een duidelijke trend in de richting van een sterkere groei van de melkproductie. Daarbij houdt Californië het op korte termijn wat tegen, maar, naarmate Californië herstelt van de vogelgriep, zou de groei van de melkproductie in de VS eind 2024/begin 2025 een stuk sterker kunnen zijn.”
De productie van milk solids in Nieuw-Zeeland steeg in oktober met 2,8% ten opzichte van vorig jaar. “We zijn 5 maanden ver in het melkseizoen en de productie is er tot nu toe met een verrassende 5% gestegen. Het aanhoudende goede weer voor het Nieuw-Zeelandse grasland en de winstgevende marges doen de productie dit seizoen normaal hoger uitvallen dan verwacht.”
Nederlandse boterprijs daalt
In week 49 was er een zeer abnormaal verschil tussen de Nederlandse en Franse boterprijs. “De Nederlandse prijs daalde in week 49 met 600 euro naar nog 7.300 euro/ton en de Franse prijs ging daarentegen met 610 euro omhoog naar 8.460 euro. Zo blijft de Europese boterindex nu al 2 weken ongeveer gelijk op 7.970 euro/ton.”
Op de GDT deed boter een stap terug, met 5,2% prijsdaling naar 6.357 euro/ton. Het vochtvrij of geconcentreerd melkvet (AMF, anhydrous milk fat) hield beter stand, met maar 0,5% daling en nog 7.217 euro/ton. De Amerikaanse boterprijs stijgt
De roomprijs voor levering rond de eindejaarsfeesten is wel 2.000 euro/ton lager dan de huidige prijzen, die met 10.000 euro/ton nog altijd heel stevig zijn. “Als de boterprijs de roomprijs zou volgen – wat niet altijd het geval is – dan zou boter tegen het jaareinde nog wat kunnen dalen. In Nederland voelt men dat blijkbaar al zo aan”, stelt Raf Beyers.
Hoge Europese SMP-prijs
De Europese mageremelkpoeder (SMP, skimmed milk powder)-index ging in week 48 boven de 2.600 euro/ton en bevestigde in week 49 door nog lichtjes verder te stijgen naar 2.640 euro/ton. Beyers: “We moeten net een jaar terug, naar begin december 2023, dat de Europese SMP-prijs nog zo hoog was.”
Op de GDT zagen we wel een tweespalt tussen de poederprijzen. “SMP ging bij de Kiwi’s 1% achteruit in prijs naar 2.710 euro/ton en WMP – hun belangrijkste zuivelproduct – ging 4,1% vooruit naar 3.792 euro/ton. De WMP-vraag op de GDT was breed gedragen met alle aankoopregio’s, die evenveel of meer kochten dan bij de vorige veiling ondanks dus stevigere prijzen. Het stabiele stijgen van de WMP op de GDT inspireert ook de Europese WMP-prijs, die sinds begin november ook stabiel blijft stijgen naar nu 4.368 euro/ton. Het blijft een rare vaststelling dat het Europese SMP het met de lage euro niet beter doet dan het Amerikaanse, die voor de export normaal toch wel last heeft van de dure dollar. Het Amerikaanse SMP is met 2.890 euro/ton nog altijd een stuk duurder dan het Europese.”