Startpagina Archief

"Elke dag proef ik van het water dat mijn kippen drinken"

De 125.000 leghennen van pluimveehouder Christ Berth drinken opgevangen regenwater. Christ is een van de weinige pluimveehouders in Vlaanderen die dat aandurft. “Het vraagt discipline om drinkwater op basis van regenwater zuiver genoeg te houden.”

Leestijd : 4 min

Toen zijn buurman in 2008 overleed, aarzelde Christ Berth in het Oost-Vlaamse Nokere niet lang om zijn pluimveebedrijf van 2 stallen voor 60.000 leghennen over te nemen.

Dertien jaar geleden moest Christ, net zoals alle andere pluimveehouders, verplicht overstappen naar alternatieve huisvesting: een scharrelstal of verrijkte kooien. Hij koos toen voor een 10-etage kleinvolière met 2 verdiepingen en een tussenvloer. Met de bouw van de nieuwe stal verdubbelde Christ het aantal leghennen ook tot 125.000 kippen.

Zoveel kippen verbruiken natuurlijk nogal wat water. “De leghennen drinken dagelijks in totaal zo’n 29.000 l water. Dat is meer dan 210 ml water per kip, of elke dag een colaflesje”, zegt Christ. “Het voeder en water van de kippen begrenzen we niet. Ze kunnen zoveel eten en drinken als ze wensen.”

Regenwater

Christ greep de bouw van een nieuwe stal aan om de nodige verbouwingen uit te voeren, zodat hij regenwater van de daken kan opvangen. “Voordien pompten we enkel ondiep grondwater op, maar door lage grondwaterstanden was er niet altijd voldoende grondwater voorhanden. In vergelijking met leidingwater is regenwater ook relatief goedkoop.”

Op deze manier doet Christ aan hergebruik aan de bron: regenwater dat anders voor hem verloren zou gaan, recupereert Christ als drinkwater voor zijn kippen. Hij is een van de weinige pluimveehouders die regenwater opneemt in het dieet van zijn kippen. “De daken van onze pluimveestal en van de andere loodsen – zo’n 4.800 m2 aan dakoppervlakte – vangen jaarlijks ongeveer 3 miljoen l regenwater op. Enkel het water op het dak van de mestschuur laten we afvloeien naar een veld achter de schuur. Dat water is te vervuild met de stofdeeltjes van de aflaat van de mestschuur.”

Zuivering

Het water dat de kippen uiteindelijk drinken, bestaat uit een derde regenwater en twee derde boorputwater. Het drinkwater van de kippen van Christ hoeft daardoor echter niet aan kwaliteit in te boeten. “Je kippen regenwater laten drinken, vraagt wat extra discipline van een pluimveehouder om het water zuiver genoeg te houden. Ik neem geen risico ermee en zuiver het regenwater op 4 verschillende manieren. Op deze manier heb ik nog nooit problemen gehad met de kwaliteit van het water.”

Eerst gaat het regenwater rechtstreeks van de magazijndaken naar een opslagput. Een rooster met 1 mm-gaatjes verwijdert onderweg grof vuil zoals blaadjes. Chloor wordt sowieso preventief iedere maand in de regenput gegoten als een eerste ontsmetting van het water.

In een volgende stap gebeurt een fijnere filtering, wanneer het regenwater door verticale flessen gejaagd wordt. Een buis met UV-licht ontsmet het regenwater verder.

Boorputwater ondergaat eenzelfde behandeling als het regenwater, maar wordt ook onthard. Uiteindelijk gaat zowel het gezuiverde boorputwater als regenwater naar een bufferput, waar ze samengevoegd worden. Voordat de kippen dit water te drinken krijgen, ondergaat het nog een laatste ontsmetting: Christ voegt er nog peroxide aan toe als extra bescherming.

De pluimveehouder gaat prat op de kwaliteit van het drinkwater van zijn kippen. Zelf durft hij er ook van te drinken. “Elke dag proef ik van het water dat mijn kippen drinken om na te kijken of het zuiver genoeg is.”

Zonder water, geen eieren

De kwaliteit van het drinkwater vormt voor Christ de basis van zijn bedrijfsvoering. “Het dieet van de leghennen bestaat voor twee derde uit water, en maar een derde voeder. Water is dus nog belangrijker dan voeder voor de gezondheid van de kippen en de productie van eieren. Zonder water zijn er geen eieren.”

De kippen verbruiken het meeste water op het pluimveebedrijf van Christ. Wat overblijft, gebruiken Christ, zijn familie en zijn medewerkers voor de reiniging van het eierlokaal en de machines. Dat water gaat na het kuisen rechtstreeks naar het riool. “Ik heb ervoor gekozen om niet te investeren in het hergebruiken van kuiswater. Aangezien de stallen droog schoongemaakt worden, gaat het maar om een kleine hoeveelheid water.” De kosten om dat water opnieuw te ontsmetten voor hergebruik zouden de pan uit swingen in vergelijking met de hoeveelheid water die mogelijk gewonnen wordt. “Ik focus met de opvang van regenwater op recuperatie aan de bron.”

Voorlopig heeft Christ ook geen aansluiting voor leidingwater op zijn bedrijf, maar hij overweegt om er eentje te laten installeren. “De voorbije 2 jaar hadden we telkens een natte zomer waarbij er genoeg regen viel, maar tijdens een droge zomer zou zo’n aansluiting wel handig zijn om voldoende drinkwater voor de kippen te kunnen garanderen.”

In de eerste plaats spitst Christ zich echter toe op de opvang van regenwater. Vorig jaar bouwde hij een uitbreiding van het eierlokaal over de opvangbassins voor het regen- en boorputwater. Het dakoppervlakte van deze loods werd direct geïntegreerd in het opvangsysteem. “Naar de toekomst toe zijn we dat van plan met elk gebouw dat erbij komt.”

Thor Deyaert

Actueel

Voir plus d'articles
Meest gelezen