Startpagina Archief

Jongveeopfok

onder de loep

Soms volgt het fokken van jongvee hypes en modes, net zoals bij het opvoeden van kinderen. De wetenschap verbetert echter elk jaar en onthult steeds interessante nieuwe bevindingen die het volgen waard zijn. Daarnaast moet de sector zich ook

aanpassen aan de wensen van de consument. Een overzicht.

Leestijd : 8 min

De afgelopen jaren heeft Europa aanzienlijke vooruitgang geboekt in het fokken van jongvee, met de focus op het verbeteren van de gezondheid, het welzijn en de productiviteit van kalveren.

‘Eenzame’ kalveren

Bij de kalveropfok proberen we een evenwicht te vinden tussen het waarborgen van gezondheid en een lange levensduur enerzijds, en het behouden van lage kosten en weinig werk anderzijds. Met de industrialisatie van de veehouderij is het normaal geworden om pasgeboren kalveren individueel te huisvesten. De voordelen van deze manier van huisvesting zijn het voorkomen van de verspreiding van ziekten tussen kalveren, een betere individuele controle op ziekten en eetlust en het voorkomen van onderling zuigen tussen kalveren.

In de afgelopen jaren is er echter steeds meer aandacht voor dierenwelzijn, wat heeft geleid tot groeiende kritiek op de individuele huisvesting van kalveren. Het Europees burgerinitiatief (ECI) ‘Stop het tijdperk van de kooien’ riep de Europese Commissie op om wetgeving voor te stellen om het gebruik van kooien voor landbouwhuisdieren in de Europese Unie te verbieden. De Commissie heeft de EFSA (Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid) gevraagd om op basis van het bestaande wetenschappelijke bewijs een advies over het probleem op te stellen om de voorwaarden te bepalen die nodig zijn om de individuele huisvesting van kalveren te verbieden.

Kuddedieren

Veehouders zijn sceptisch en vrezen dat het huisvesten van kalveren in paren of groepen meer gezondheidsproblemen zal veroorzaken dan mogelijke voordelen. Anderzijds zijn runderen kuddedieren. Kalveren zoeken van nature gezelschap, een kudde en een omgeving zonder angst, pijn en stress.

De resultaten van recente onderzoeken zijn bijzonder interessant en tonen aan dat sociale interactie tussen kalveren veel voordelen heeft voor hun latere leven. Zo kunnen kalveren die vanaf de geboorte in een paar of groep worden gehouden zich later gemakkelijker aanpassen aan nieuwe groepen, bijvoorbeeld wanneer vaarskalveren worden opgenomen in een kudde melkkoeien. Kalveren die individueel zijn gehuisvest en pas na het spenen in een groep worden geplaatst vertonen daarentegen opgewonden gedrag, rennen onrustig rond in de stal en loeien vaak. Bovendien worden deze kalveren sneller ziek na groepsvorming dan kalveren die vanaf de geboorte samen hebben gezeten.

Dierenwelzijn alleen is soms niet voldoende om de mening van veehouders te veranderen. Een zeer bemoedigend aspect is echter dat kalveren die in paren worden gehouden, een hogere dagelijkse groei vertonen dankzij een hogere voeropname.

Paarsgewijze huisvesting

Op dit moment is het op Europees niveau verboden om kalveren langer dan 8 weken individueel te huisvesten. EFSA adviseert om kalveren van jongs af aan paarsgewijs te huisvesten. Dit biedt nog steeds de mogelijkheid tot individuele controle van kalveren, terwijl het sociale aspect wordt gegarandeerd en chronische ziektes, die vaker voorkomen in grotere groepen, worden verminderd. Een leeftijdsverschil van meer dan 2 weken wordt het best vermeden. Na 3 weken kan een paar al in een grotere groep worden geplaatst, waarbij opnieuw beter rekening wordt gehouden met niet al te grote leeftijdsverschillen.

Bij het groeperen van kalveren is er de zorg dat ze onderling gaan zuigen. Een tip om dit te voorkomen is om de emmers na het voeren nog minstens 15 minuten te laten staan. Een andere optie is om speentjes te kopen die langzamer melk afgeven. Kalveren hebben voldoende ruimte nodig. Als men op een eenvoudige manier wil overstappen van individuele huisvesting naar huisvesting in paren, kunnen 2 iglo’s simpelweg met een gemeenschappelijke uitgang met elkaar worden verbonden.

Scheiding koe en kalf

Niet alleen de individuele huisvesting van kalveren, maar ook de directe scheiding van koe en kalf na de geboorte wordt sterk bekritiseerd door het publiek. Vooral bij melkvee gebeurt dit meestal direct na het afkalven. Omdat de landbouwsector zich voortdurend moet aanpassen aan de wensen van de consument, zijn er inmiddels ook eerste goede diergeneeskundige en veeteeltkundige onderzoeken over dit onderwerp. Onlangs publiceerde EFSA een rapport dat adviseert om kalveren minimaal 1 dag en maximaal 4 dagen bij de moeder te laten voordat ze van elkaar worden gescheiden.

Aangezien de hele zuivelindustrie niet van de ene op de andere dag kan worden veranderd, wordt er steeds vaker gesproken over het gebruik van ‘pleegkoeien’ of ‘adoptiekoeien’. De eerste resultaten laten zien dat, wanneer een groep kalveren de mogelijkheid krijgt om bij een gezonde koe (niet een koe in quarantaine of ziekenboeg!) te drinken, deze kalveren opvallend minder diarree hebben en uiteraard profiteren van de positieve sociale effecten. Aan de andere kant is het bij deze vorm van huisvesting absoluut noodzakelijk om te weten of de kudde lijdt aan ziektes zoals paratuberculose of mycoplasma, omdat het samenbrengen van koeien en kalveren in dat geval een groot gezondheidsrisico kan vormen. Het is ook erg belangrijk om de basisprincipes van goed biestmanagement in acht te nemen, wat cruciaal is voor elk type huisvesting.

Verlengde colostrumgift blijkt gunstig

Colostrum is hét belangrijkste onderdeel van jongveeopfok. Hoewel al lange tijd bekend is dat kalveren binnen de eerste uren na de geboorte colostrum nodig hebben voor een passieve overdracht van immuniteit, tonen recente studies aan dat verlengde colostrumvoeding na de eerste 24 uur extra voordelen biedt. Het verlengen van de colostrumvoeding gedurende meerdere dagen na de geboorte kan aanzienlijke langetermijneffecten hebben op de gezondheid en prestaties van het kalf.

Hoewel kalveren voornamelijk antistoffen opnemen binnen de eerste 12 tot 24 uur, blijft colostrumvoeding bioactieve stoffen leveren die de weerstand ondersteunen en beschermen tegen ziekteverwekkers. Bijvoorbeeld lactoferrine en groeifactoren in colostrum ondersteunen de darmgezondheid en verminderen de kans op ziekte door de darmbarrière te versterken.

Overgangsmelk en colostrum toegevoegd aan melk verbeteren de darmontwikkeling en de opname van voedingsstoffen. Dit is vooral belangrijk omdat een goed ontwikkeld maag-darmstelsel ervoor zorgt dat kalveren efficiënter voedingsstoffen kunnen verteren en soepeler kunnen overstappen op vast voer. Daardoor neemt de dagelijkse groei toe, wat direct samenhangt met betere prestaties als volwassen koeien.

Hongerige kalveren

Het voeren van kalveren met melk is een dure periode in de kalveropfok op de boerderij. Jarenlang werd geadviseerd om kalveren om financiële redenen slechts beperkt te voeren. In eerste instantie werd aanbevolen om een melkhoeveelheid te geven die slechts 10% van het lichaamsgewicht van het kalf bedroeg, later werd dit verhoogd naar minimum 15%. Tegenwoordig weten we dat kalveren met grotere hoeveelheden of zelfs ad libitum (onbeperkt) melk gevoerd moeten worden. Kalveren die ook vaker per dag gevoerd worden, zullen als vaarskalveren een hogere melkproductie hebben in vergelijking met kalveren die bijvoorbeeld slechts 2 keer per dag worden gevoerd. Een verhoging van de melkhoeveelheid vermindert niet alleen de honger, maar stimuleert logischerwijs ook de dagelijkse groei vóór het spenen. Tegelijkertijd hebben dergelijke kalveren meer lichaamsreserves, wat voordelig is in het geval van ziekte.

Een langzamere overgang naar het spenen is echter essentieel. In tegenstelling tot veehouders in de Verenigde Staten, spenen Europese landbouwers hun kalveren over het algemeen al op latere leeftijd. Nieuw onderzoek toont aan dat uitstel van spenen ook wetenschappelijk wordt ondersteund. Later en geleidelijk gespeende kalveren groeien beter, hebben minder honger en spelen meer met andere kalveren. Alles wijst erop dat dergelijke kalveren ook gezonder zullen zijn, maar op dit moment is het moeilijk om daar duidelijke, wetenschappelijk bevestigde conclusies over te trekken.

Vergeten vaarskalveren

Op de meeste boerderijen vormen vaarskalveren de derde grootste kostenpost. Traditioneel of te vaak hielden boeren alle vaarskalveren aan, gaven ze hun het slechtste voer en plaatsten ze hen in ongeschikte, vergeten hoeken van de stal. Tegenwoordig beseffen we dat het vanaf de geboorte belangrijk is om veel aandacht aan de dieren te besteden en dat een goede opfok van vaarskalveren de kosten uiteindelijk ruimschoots terugbetaalt.

Om die reden wordt het tegenwoordig niet meer aanbevolen dat boeren die hun vaarskalveren niet als fokvee kunnen verkopen, alle vaarskalveren aanhouden. In plaats daarvan wordt geadviseerd om minder productieve melkkoeien te insemineren met vleesrassen en goede melkkoeien met gesekst sperma van melkveerassen.

Wanneer we over ‘vergeten’ vaarskalveren spreken, kunnen we niet voorbijgaan aan de voeding van gespeende kalveren. Het doel blijft hetzelfde: met zo laag mogelijke kosten en minimale arbeid de efficiëntie van de vaarskalveren verbeteren, zonder het algemene welzijn te verwaarlozen. We willen dat vaarskalveren explosief groeien, maar zonder te zwaar te worden. Groei is van groot belang, omdat het lichaamsgewicht sterk samenhangt met het begin van de puberteit.

Na het spenen en aan het begin van de puberteit werd traditioneel een dieet met een hoog vezelgehalte aangeboden aan vaarskalveren. We weten echter dat een vroege overstap naar een vezelrijk rantsoen de voeropname en ontwikkeling juist kan remmen in een periode waarin de efficiëntie van vast voer op zijn hoogst is. Gewoonlijk wordt zo’n rantsoen vrijwel onbeperkt aangeboden, maar op veel boerderijen slechts eens in de 2 dagen. Er is discussie over de vraag of het beter is om vaarskalveren geconcentreerde, kleinere porties te voeren. Dit zou een explosieve groei bevorderen met minder mestproductie. Zo’n voermethode vereist echter veel aandacht, omdat het risico bestaat dat vaarskalveren te snel te dik worden. Anderzijds is er ook discussie over de vraag of beperkte voeding de ontwikkeling van de pens kan belemmeren en daardoor de melkproductie kan verminderen. Vanuit gezondheidsoogpunt zijn er geen duidelijke bewijzen dat de ene of de andere methode beter is.

Herziening van het beheer van overmatige kalveren

Het beheer van surplusmelkveekalveren is een ethisch en economisch debat. Traditionele praktijken omvatten vaak het transport van jonge kalveren naar gespecialiseerde vleeskalverbedrijven, wat welzijnszorgen oproept vanwege de stress en ziekteproblemen die gepaard gaan met transport en het mengen van kalveren van verschillende afkomst.

De afgelopen jaren is er veel discussie geweest over het verhogen van de minimumleeftijd van kalveren op het moment van verkoop en over manieren om de weerstand van pasgeboren kalveren te verbeteren. Een nieuwe bloedtest die controleert of een kalf voldoende antilichamen uit de colostrum heeft opgenomen (IgG-niveaus), heeft de hoofdprijs gewonnen op het 2024 UK Dairy-Tech evenement. Dit is een innovatieve test die met slechts een druppel bloed direct de IgG-waarde meet binnen slechts 10 minuten. In het Verenigd Koninkrijk ontvangen boeren met kalveren met een goede colostrumopname, hogere betalingen voor hun vleeskalveren. Deze test is bijzonder interessant, omdat het de antilichaambescherming tot 40 dagen oud kan voorspellen. Normaal gesproken moet biestbescherming worden getest tussen 2 en 7 dagen na de geboorte.

De EU Commissie beoordeelt momenteel zorgvuldig de belangrijke aspecten van de EFSA-rapporten. We moeten bedacht zijn op eventuele nieuwe wetswijzigingen, omdat dit waarschijnlijk de belangrijkste factor zal worden die de toekomst van de Europese jongveeopfok zal beïnvloeden.

Barbara Beci (UGent)

Actueel

Moskou viseert doelbewust Oekraïense landbouwinfrastructuur

Buitenland Doelbewust valt Rusland graanoogsten en aanverwante infrastructuur in Oekraïne aan, zegt een rapport van de juridische stichting Global Rights Compliance (GRC). Zo hoopt Rusland haar eigen positie als exporteur van graan te versterken, ten koste van de Oekraïense landbouwsector, aldus GRC.
Voir plus d'articles
Meest gelezen