Startpagina Groenten

Hoeve Vandewalle: “Het is zo fijn om mensen uit te leggen hoe ons witloof groeit”

Topmodel, Topscore, Bingo… als je niet beter weet, denk je dat het gaat om termen bij de Lotto. Bij Hoeve Vandewalle zijn het de namen van de rassen witloof die ze opkweken in hun witloofforcerie in Pittem. “We hebben onze buitenruimte opgeleukt met een gezellige zithoek, en mensen kunnen ambachtelijke producten van ons en van collega-buren aankopen in onze automaten. We slaan met hen wel eens een babbel, coronaproof weliswaar. We merken dat de mensen stilaan weer meer gevoel krijgen met de landbouw”, vertelt Hilde Van Parys.

Leestijd : 7 min

Door de coronacrisis vonden heel wat mensen de weg naar buiten. De stad uit, naar het platteland, waar de boeren zijn. Als men het platteland van Pittem wil verkennen, dan is de ‘Wandeling met Pit’ aan te raden. Die brengt je langs 4 boerderijen die elk uniek zijn in hun eigenheid. Hoeve Vandewalle is daar één van. Daar baten Hilde Van Parys en haar echtgenoot Hans Vandewalle een witloofboerderij uit, en fokken ze legkippen op. In 1990 nam het koppel het bedrijf over van Hans zijn ouders. Hilde: “Dat was een zeer gemengd bedrijf, met de opfok van legkippen in kooien, witloof, vleesvee en akkerbouw. Indertijd was Pittem bekend van de witloofteelt, maar ook van de schorsenerenteelt. We besloten ons echter enkel toe te leggen op witloof en pluimvee. We hebben niet het grootste bedrijf, maar ook niet het kleinste. Een mooie middelmaat, ideaal”, lacht Hilde.

Hans doet bovendien af en toe rondleidingen op het bedrijf. Hilde: “Het is zo leuk mensen te informeren over ons witloof, over hoe die groeit. Bovendien is het zo’n smakelijk product, voor mij is witloof het witte goud. Het is zo veelzijdig: je kan het op vele manieren klaarmaken. We eten het elke week. Ik hou van die bittere smaak, maar die is doorheen de geschiedenis wel veel milder geworden.”

Wortels uit Frankrijk en Wallonië

De witloof groeien ze op in de vroegere stallen. Hilde: “De gebouwen van vroeger zijn weg, en er zijn nieuwe loodsen geplaatst. Er blijft dus nog maar weinig van de vroegere infrastructuur over.” De witloofwortels komen uit Frankrijk en Wallonië, waar ze gekweekt worden. De witloof wordt gezaaid in mei, en de witloofwortels kunnen normaal worden geoogst in november. “De weersomstandigheden om de witloofwortels op te doen groeien, is de laatste jaren niet ideaal. Elke zomer moest wel beregend worden. De winters worden ook zachter. Waar we vroeger altijd rond 15 november konden oogsten, was dat vorig jaar rond kerstdag.”

Het landbouwerskoppel kiest onder andere voor de rassen Topmodel, Topscore, Bingo en Flexine. “Het klinkt alsof we geluk hebben met de rassen”, lacht Hans. “Maar dat is het ook: de wortel moet vol zijn, een goed model hebben en de witloof moet gemakkelijk van de wortel geplukt worden. Bovendien willen we dat de witloof in een rotatie meedraait voor een goede kwaliteit.”

Hilde en Hans halen naargelang de vraag een hoeveelheid witloof uit de koelcellen.
Hilde en Hans halen naargelang de vraag een hoeveelheid witloof uit de koelcellen. - Foto: MV

Van wortel tot witloof

Als de witloofwortels aankomen, worden ze eerst gekuist en gesorteerd. Erna gaan ze in kisten de koelcellen in. Die staan ingesteld op temperaturen tussen -2,5 °C en -2,8 °C. Op die manier wordt de winter nagebootst en gaan de wortels in winterrust. Hilde en Hans halen naargelang de vraag naar witloof de hoeveelheid eruit die ze nodig hebben. “De witloofwortels kunnen er tot een jaar inliggen”, geeft Hilde mee. Erna worden de witloofwortels stilaan ontdooid en strak naast elkaar geordend in bakken, allemaal in dezelfde lengte.

Daarna kan de witloof zich ontwikkelen als hydrocultuur, in een forceercel. Zo zijn er 4 op het bedrijf. “De volledige ontwikkeling duurt zo’n 21 dagen. De witloof krijgt voeding via het water en groeit op in het donker, om de goeie smaak te bewaren. Als je ze 30 minuten in het licht zet, krijgen ze een groene kleur en wordt de witloof ook bitterder. In de winkel liggen ze vaak open en bloot in het licht. De witloof verkleurt, verrot… Een contrast als je vergelijkt met de mooi glimmende tomaten. Ik vind het jammer dat er niet over een manier wordt nagedacht om ze beter uit te stallen, het is zo’n mooi product.”

In de plukkamer wordt de witloof van de wortel geplukt. De witloof wordt schoongemaakt en gesorteerd in verschillende klassen. “De witloof is van Flandria-kwaliteit en is voornamelijk bestemd voor REO Veiling.”

Seizoensarbeiders zijn als familie

Op Hoeve Vandewalle worden in shiften seizoensarbeiders tewerkgesteld, die Pools of Roemeens zijn van afkomst. “Ze blijven zo’n 7 à 8 weken, gaan dan naar huis, en komen later in het jaar voor een nieuwe shift terug. In totaal mogen ze 100 dagen werken per jaar”, vertelt Hilde. “De teelt is erg arbeidsintensief, maar ik kan echt op hen rekenen. Het is als familie voor ons.” De familie Vandewalle heeft ook huisvesting voor de seizoensarbeiders voorzien op hun erf. Daar hebben ze alles voorzien, zoals een keuken en voldoende slaapkamers, zodat ze volledig voor zichzelf kunnen zorgen.

Momenteel zorgt Hans voor de volledige teelt van witloof en helpt Hilde waar ze kan, zoals het wegen van witloof. Hilde houdt zich vooral bezig met de administratie. “We besloten ook automaten te zetten, waar we samen voor zorgen”, vertelt Hilde. “Het is leuk dat ik de passie met mijn man kan delen, en we dat kunnen overbrengen naar onze kinderen en andere mensen. Onze kinderen Matthias, Andres en Amelie helpen trouwens ook af en toe mee. Elk heeft zijn job of studeert nog, ik hoop dat iemand toch zin heeft om het bedrijf over te nemen”, klinkt het.

In een automaat met robotsysteem worden hoeve-ijs en witloofkroketjes verkocht.
In een automaat met robotsysteem worden hoeve-ijs en witloofkroketjes verkocht. - Foto: MV

Automaten en hoeveterras

Hans en Hilde kozen bewust niet voor een hoevewinkel, omdat ze bijna continu bezig zijn met de witloofteelt. “Je kan niet tegelijk in de winkel staan en je ondertussen volop bezig houden met de teelt. Het is een heel arbeidsintensieve teelt, niet alleen door het plukken, ook het reinigen van bijvoorbeeld de waterleidingen vergt heel wat tijd. Een mooi alternatief vonden we in automaten”, vertelt Hilde. Bezoekers kunnen er terecht voor ambachtelijke producten van collega-boeren zoals verse sappen, yoghurt, ijs en eieren, maar ook voor witloofkroketjes.

Passanten kunnen de producten eruit halen en opeten op het hoeveterras: een gezellig hoekje, gemaakt met paletten en kunstgras. “In samenwerking met Inagro ontwikkelden we dit ‘stop & go’ hoekje. Rondom de boerderij is er een heel netwerk van fiets- en wandelknooppunten, dus zo komen mensen gemakkelijk bij ons terecht. Of ze volgen de ‘Wandeling met Pit’ en op die manier komen ze bij ons, maar ook nog bij 3 andere boerderijen. Inagro hielp ons met brochure ‘Een wandeling met Pit’ uit te werken en ons hoeveterras te concretiseren. Dat deden ze ook bij de andere boerderijen.”

De actie was succesvol. Tijdens de lockdown vonden heel wat mensen de weg naar het platteland, en dus ook naar de boerderijen en de automaten. “Mensen stonden in de zomer tot aan de weg (ongeveer 150 m) aan te schuiven voor ijs uit onze automaat. Hans en ik slaan dan een – coronaproof – praatje met de passanten en vertellen hen graag over ons bedrijf. Ik merk dat de mensen weer meer respect krijgen voor ons beroep. Ik kan goed geloven dat de korte keten door de coronacrisis een boost kreeg”, vertelt Hilde.

Passanten kunnen producten kiezen uit de automaten en nuttigen op het hoeveterras: een gezellig hoekje, gemaakt met paletten en kunstgras.
Passanten kunnen producten kiezen uit de automaten en nuttigen op het hoeveterras: een gezellig hoekje, gemaakt met paletten en kunstgras. - Foto: MV

Zin in ‘Een wandeling met pit!’?

Wil je het platteland in Pittem verkennen, met de bijhorende boerderijen, dan kan je kiezen voor ‘Een wandeling met Pit!’. In een kleine 2 uur wandel je 7,8 km langs het pittoreske landschappen en ga je langs 4 boerderijen. De route start je bij Hoeve Vandewalle, en leidt dan verder naar Heidi’s Hoeve eieren, St-Amandshof en De Mahoney. Zeker een aanrader!

Eigen witloofkroketjes

De witloofkroketjes zijn wel van eigen makelij. “We zijn de eerste in België die een automaat hebben gezet op basis van een robotsysteem. Op die manier konden we verschillende smaken hoeve-ijs en diverse soorten witloofkroketjes gekoeld bewaren in diepvries zonder dat de producten – of restjes ervan – met elkaar in aanraking komen.”

Hans en Hilde hebben de witloofkroketjes ontwikkeld samen met een chef-kok. “We hebben er veel geproefd, maar ook veel laten proeven voor we een beslissing konden nemen. Uiteindelijk kozen we om witloofkroketjes te verkopen met en zonder ham, gewoon of voor aperitief. We hebben wel wat moeten nadenken over de verpakking en hoe ze te verkopen.”

Respect voor de natuur

Om de witloof te doen groeien, wordt de temperatuur constant rond 16 °C gehouden. “Dat kost wel energie. We moeten koelen in de zomer, en in winter bijwarmen.” Het landbouwerskoppel probeert wel energiezuinig en milieuvriendelijk te zijn in hun bedrijfsvoering. Om het pluklokaal te verwarmen maken ze gebruik van warmterecuperatie. “De motoren van de forceercellen liggen dicht bij het pluklokaal, die zorgen voor de warmte in het pluklokaal”, geeft ze mee. Daarnaast zorgen zonnepanelen voor de energieproductie op het bedrijf en vangen ze regenwater op in een bassin voor het schoonmaken van het bedrijf.

Ook legkippen

Naast hydrocultuur witloof, is er ook een tak opfok van legkippen op het bedrijf. “Dat geeft ons inkomenszekerheid. Moesten de witloofprijzen slecht zijn, dan kunnen we terugvallen op prijzen van de legkippen. Maar de laatste 2 jaar zijn de prijzen voor de witloof wel goed”, legt Hilde uit. Bovendien is de legkippentak voor Hans en Hilde veel minder arbeidsintensief in vergelijking met de witloofteelt. “We kozen voor een – voornamelijk – computergestuurde stal, waar bijvoorbeeld temperatuur en ventilatie op peil worden gehouden.” Op het bedrijf komen de kuikens aan die ze laten opgroeien tot 17 weken en dus legrijp zijn. Dan gaan ze naar bedrijven waar ze dienen als scharrel- of vrijeuitloopkip. “We hebben momenteel zo’n 32.000 kippen, maar mogen er maximum 37.800 houden.” Op dit moment zijn ze erg voorzichtig als het aankomt op het tonen van de stal. “Wij hebben last van de coronacrisis, we willen onze kippen niet opzadelen met de vogelgriep, die we dichter en dichter voelen komen.”

Marlies Vleugels

Lees ook in Groenten

Meer artikelen bekijken