Startpagina Akkerbouw

Middelen- en onkruidenkennis leidt tot succesvolle naopkomstbehandeling in maïs

In een vorig artikel brachten we de strategie om onkruiden in de vooropkomst te behandelen. Nu laten we ons licht schijnen over de mogelijke naopkomstbehandelingen.

Leestijd : 5 min

Blind gaan spuiten is al lang uit den boze. Je kan enkel aan duurzame landbouw doen als je weet welke onkruiden zijn opgedoken in je maïsveld én welke middelen ertegen werkzaam zijn. Ook de juiste timing is cruciaal. Kom je te laat met je spuitmachine in het veld, dan wordt je geconfronteerd met grotere onkruiden die zich moeilijker gewonnen geven of die hogere dosissen vragen.

Eenjarige dicotylen bestrijden bij afwezigheid van hanepoot, naaldaar en vingergras

Om eenjarige dicotylen te gaan bestrijden tijdens de naopkomst in maïsvelden bestaat een basisschema uit een triketone, al dan niet in combinatie met terbuthylazin en een wortel/bodemmiddel.

Bij aanwezigheid van grassen kan de toevoeging van 0,4 à 0,5 l Samson extra 60 OD of Monsoon active 0,75 l helpen in de bestrijding. Voornoemde middelen helpen ook als bingelkruid van meer dan 4 bladeren aanwezig is en mesotrione of sulcotrione wordt gebruikt.

Bij aanwezigheid van papegaaienkruid zal Callisto of Laudis een hogere efficiëntie hebben dan Zeus of Sulcogan. Sulcotrione en tembotrione zijn een beetje ‘zachter’ als er maar beperkte groei is door koude temperaturen.

Zonder terbuthylazin

Maïstelers die zonder terbuthylazin wensen te werken, zullen tijdig moeten behandelen! Dit doe je dan bij voorkeur in het 3-4 zichtbare bladstadium van de maïs én je moet zeer aandachtig zijn voor de waargenomen onkruidflora op het perceel.

Het voorkomen van duist, straatgras, windhalm, bingelkruid, varkensgras, zwaluwtong en kamille vereist meestal de toevoeging van een extra middel aan het basisschema. Pyridaat versterkt de actie van de mesotrione en de sulcotrione (werkingssnelheid en betere efficiëntie op matig gevoelige onkruiden).

Denk goed na over uw spuitmix! Zo kunnen Monsoon active 0,75 l, Maïs Power 0,75 en Xinca 0,25 l niet gemengd worden met Laudis OD omwille van fytotoxiciteit.

Strijd tegen kamille

Kamille is niet moeilijk te bestrijden als het al eerder door een bodembewerking was geraakt. In de naopkomst bij kamille die kleiner is dan 10 cm kunnen klassieke spuitschema’s aangewend worden (Calaris 1,25 l + Dual Gold 0,6 l, Laudis 1,75 + Aspect T 1,75 l) die de kamille perfect bestrijden.

Bij sterker ontwikkelde kamille worden de beste resultaten verkregen door 0,25 l Xinca of 20 g Peak toe te voegen aan klassieke schema’s op basis van Callisto of Calaris. Xinca mag zeker niet gemengd worden met Laudis OD omwille van het risico op verbranding in bepaalde situaties.

Peak (75% prosulfuron) is zeer efficiënt bij een dosering van 20 g per ha. Het kan toegepast worden van het 2de tot 9de bladstadium van de maïs. Zijn werkingssnelheid ligt wel lager dan de 2 voornoemde middelen.

Nagano 1 l/ha of Auxo 1,25 l/ha kunnen in deze context ook zeer nuttig zijn doordat ze bromoxynil bevatten.

Dicotylen, hanepoot, naaldaar (geen vingergras)

In omstandigheden waar een flora van eenjarige dicotylen wordt waargenomen, net als bij de aanwezigheid van hanepoot en/of naaldaar zijn meerdere spuitcombinaties mogelijk. Zij kunnen ook deze gierstgrassen aan door de actieve stoffen nicosulfuron (Samson extra 60 OD), thiencarbazone + foramsulfuron (Monsoon active) of nog tembotrione (Laudis).

Mesotrione en sulcotrione vormen dankzij hun werkingsspectrum en hun nawerking de basis van de bestrijding tegen dicotyle onkruiden in de naopkomstperiode. Laudis kan ook deze rol spelen door zijn werking op eenjarige dicotyle onkruiden en gierstgrassen.

Melganzenvoet en uitstaande melde worden minder goed bestreden door alle bodemmiddelen (met uitzondering van pendimethalin). In deze situatie zijn sulcotrione en mesotrione nuttig.

Als zij worden gebruikt, moeten hanepoot en naaldaar worden bestreden via de contactwerking van nicosulfuron, Monsoon active of Maïster Power TC Max. Hun werking is vrij langzaam, maar over het algemeen zeer efficiënt tegen deze 2 grassen.

Voeg 2 l Gardo Gold of Aspect T 1,6 l of Akris 2 l aan de behandeling toe omwille van hun geringe nawerking. Deze zullen de contactwerking versterken door de bijdrage in terbuthyazin, en tegelijkertijd bieden ze een efficiënte nawerking tegen de eenjarige grassen.

Het ideale behandelingsmoment om een goede werkingsefficiëntie te bekomen (bestrijding van aanwezige onkruiden en een bevredigende nawerking) situeert zich rond het 4-5de zichtbare blad van de maïs (vroege naopkomst. Dit is wanneer het spuitschema terbuthylazin bevat. Doorgaans hebben de verst ontwikkelde hanepoten en naaldaren dan het stadium 3 blad- begin strekking bereikt.

Naast eenjarige dicotyle onkruiden wordt het maïsveld ook nog geplaagd door  grasachtigen.
Naast eenjarige dicotyle onkruiden wordt het maïsveld ook nog geplaagd door grasachtigen. - Foto: TD

Zonder terbuthylazin in het middelenschema, moeten we iets eerder de onkruidbestrijding uitvoeren op minder ontwikkelde onkruiden en de dosering van het bodemmiddel verhogen.

Capreno TC Max bestaat uit o.a. tembotrione en wordt versterkt met thiencarbazone-methyl. Het geeft een versterkende werking naar kamille en varkensgras.

Bij het voorkomen van varkensgras verdient Moonsoon active de voorkeur op nicosulfuron.

Laudis tegen vingergras

Velden waarop we vingergras aantreffen, zijn minder talrijk dan deze waar we naaldaar en hanepoot op terug- vinden. Nochtans gaat het over een toenemend probleem. In het noorden van het land wordt het probleem meer teruggevonden. Glad vingergras, ook wel eens harig vingergras of bloedgierst genoemd werd echter op velden in het westen van Henegouwen en het noordoosten van Luik en Brabant teruggevonden. Lichte, zanderige gronden uit de Juraregio zijn de streken waar voornoemde onkruiden sneller opduiken. Ze komen later op dan andere grassen.

Laudis (tembotrione + isoxadifen-ethyl) + een grassenmiddel (Aspect T, Akris of Gardo Gold) blijft de enige referentieoplossing tegen complexe eenjarige grassen met glad vingergras, bloedgierst, kransnaaldaar, groene naaldaar en hanepoot vanaf het 1- bladstadium tot het begin van de uitstoeling. Dit is voldoende bestrijding van glad vingergras wanneer men behandelt in een zeer vroeg stadium, niet later dan de uitstoeling.

Kale gierst en Zuid-Afrikaanse gierst

In het noorden van het land, in zandgebieden, vinden we voornamelijk kale gierst en Zuid-Afrikaanse gierst terug. Sinds enkele jaren komen ze ook in Waalse regio’s voor zoals het Land van Herve en Waals Brabant.

Tegen deze grassen heeft een behandeling met Laudis 2 l tot 2,25 l + Aspect T 2 l of Akris 2 l zijn uitstekende werking al bevestigd.

In vooropkomst, in vochtige omstandigheden, was de bestrijding compleet door het toepassen van het bodemmiddel Frontier Elite 1,4 l of Akris 2,25 l.

Adengo 0,33 l in vooropkomst en Laudis 2 l + Frontier Elite 1 l (+Samson extra 60 OD 0,5 l) in het 1-3 bladstadium heeft ook gezorgd voor een totale bestrijding van Zuid-Afrikaanse gierst.

We kunnen concluderen dat het succes van een naopkomstbehandeling op deze grassen enkel gewaarborgd is als een bespuiting kan uitgevoerd worden bij voldoende vochtige omstandigheden én in een zeer vroeg stadium van de onkruiden (maximum 2-3 blad tot 1 cm uitstoeling. Problematischer wordt het als we na dit stadium moeten gaan behandelen.

G. Foucart, F. Renard, J-P. Mazy

en M. Mary

CIPF, UCL – Louvain-la-Neuve

Lees ook in Akkerbouw

Meer artikelen bekijken