Startpagina Melkvee

Kortademigheid bij kalveren in de periode kort na de geboorte

Ademhalingsproblemen bij kalveren kort na de geboorte is een bekend probleem bij elke veehouder. Kortademigheid bij pasgeboren kalveren kent meerdere oorzaken. In dit artikel bespreken we de meest voorkomende aandoeningen.

Leestijd : 6 min

Die ademhalingsproblemen gaan vaak gepaard met een verhoogde ademhalingsfrequentie, zwakte, een verminderde eetlust, een verhoogde lichaamstemperatuur (meer dan 39,5 °C) en in zeer ernstige gevallen kunnen de dieren zelfs openmondademhaling vertonen. Dat loopt helaas frequent slecht af.

Een juiste diagnose is van levensbelang om aangetaste dieren zo adequaat mogelijk te behandelen en om nieuwe gevallen met dezelfde problemen in de toekomst te voorkomen. We overlopen de belangrijkste oorzaken.

Surfactantdeficiëntie

Ten eerste is er ‘surfactantdeficiëntie’. Surfactant is een stof die de spanning ter hoogte van de longblaasjes verlaagt en voorkomt dat deze bij het uitademen dichtklappen. Deze stof is voor 90% opgebouwd uit vetten en voor 10% uit 4 verschillende soorten eiwitten (A, B, C en D). Wanneer er afwijkingen zijn in dit surfactant zullen delen van de long bij het uitademen collaberen en kan er geen zuurstof uitgewisseld worden naar het bloed. Vervolgens ontwikkelen deze dieren een tekort aan zuurstof, ook hypoxie genoemd.

Er zijn enkele factoren die deze aandoening in de hand kunnen werken. Vooreerst hebben kalveren die te vroeg geboren worden, prematuren, vaak onvoldoende ‘gerijpt’ surfactant omdat de volledige ontwikkeling hiervan pas is afgerond na 85 tot 90% van de drachtduur. Kalveren die dus voor 270 dagen dracht geboren worden, hebben een groter risico op deze afwijking.

Een tweede factor die een rol kan spelen is genetica. Zo zullen Belgisch witblauwe kalveren ook meer risico hebben op afwijkend surfactant bij de geboorte. Bij deze dieren wordt de ademhaling al bemoeilijkt, omdat hun hart- en longvolume 15% kleiner is in verhouding met hun lichaamsgewicht in vergelijking met andere rassen. Daarnaast heeft onderzoek ook aangetoond dat dit ras soms lage of geen gehaltes heeft aan eiwit C en lage concentraties van eiwit A. Deze eiwitten zijn van essentieel belang in de bouw en functie van het surfactant.

Ten derde kan het gebeuren dat de kalveren in stressvolle situaties tijdens de kalving de eerste mest (meconium) ontlasten in de baarmoeder en dit inhaleren. Dit kan reageren met het surfactant, waardoor deze een verminderde werking heeft.

Tot slot zullen tekorten bij de moederdieren in de mineralen selenium en jood een invloed hebben op de vorming van het surfactant. Zowel selenium als jood zijn essentiële mineralen bij de vorming van het schildklierhormoon. Het schildklierhormoon zorgt op zijn beurt mede voor de aanmaak van de vetten waaruit het surfactant is opgebouwd. Een tekort in mineralen kan aldus leiden tot onvoldoende functioneel surfactant. Indien er meerdere dieren op het bedrijf zijn met dit probleem, is het aan te raden om drachtige runderen 6 tot 8 weken voor het kalven te laten testen en wanneer nodig extra mineralen aan het rantsoen toe te voegen.

De dieren met deze aandoening ontwikkelen door de slechte uitwisseling vaak een tekort aan zuurstof in het bloed. Dit kan snel worden vastgesteld via een bloedgasanalyse, een onderzoek dat in het labo van een dierenkliniek beschikbaar is. Er dient een arterieel bloedstaal genomen te worden waarop het zuurstofgehalte en de saturatie of zuurstofverzadiging bepaald wordt. Op basis van deze waarden kan men de overlevingskansen van het dier inschatten en een gerichte behandeling opstarten. Een belangrijk onderdeel van de therapie zal het toedienen van zuurstof zijn. Dit moet zeer nauwkeurig opgevolgd worden, want een verkeerdelijk gebruik of foutieve dosering kan verschillende neveneffecten met zich meebrengen, met zelfs de dood tot gevolg. Daarnaast is het opstarten van een antibioticatherapie in de meeste gevallen aan te raden, aangezien deze dieren extra gevoelig zijn aan bijkomende infecties door het verzwakte immuunsysteem, in het bijzonder omdat ze vaak te weinig biest hebben opgenomen.

De zuurstofbehandeling bestaat erin om met behulp van een zuurstofgenerator extra zuurstof via de neus toe te dienen.
De zuurstofbehandeling bestaat erin om met behulp van een zuurstofgenerator extra zuurstof via de neus toe te dienen. - Foto: UGent

Virale of bacteriële longontsteking

Een tweede oorzaak van een bemoeilijkte ademhaling bij kalveren is een longontsteking of pneumonie. Deze kan van virale of bacteriële oorsprong zijn. Een veel voorkomend probleem kort na de geboorte is een verslikkingspneumonie. Deze ontstaat meestal door het inhaleren van vruchtwater of de eerste mest (meconium) in de baarmoeder of fouten bij het sonderen van de biest. Daarom is het correct hanteren van de sonde en in het bijzonder het correct inbrengen, namelijk bij een normale koppositie en niet met de kop naar boven gestrekt, cruciaal om dit probleem te voorkomen.

Bij een longontsteking komen de symptomen van kortademigheid vaak voor op een leeftijd vanaf 2 tot 6 dagen. De diagnose kan het best gesteld worden op basis van het klinisch onderzoek in combinatie met een longechografie, wat op het bedrijf zelf kan gebeuren. Hiermee kan men veranderingen ter hoogte van het longoppervlak in beeld brengen en de grootte van de letsels bepalen. De behandeling bestaat, afhankelijk van de oorzaak, uit het toedienen van antibioticum en een ontstekingsremmer. Bij zeer ernstige aantasting van de longen is het ook hier aangewezen om extra zuurstof toe te dienen ter ondersteuning van de ademhaling.

Sepsis is levensbedreigend

Een derde reden van een versnelde ademhaling is sepsis, in de volksmond wordt dit ook wel een ‘bloedvergiftiging’ genoemd. Dit is een levensbedreigende aandoening waarbij er kiemen in de bloedcirculatie voorkomen en doorheen het lichaam getransporteerd worden naar de verschillende organen. Een kalf kan septicemisch geboren worden wanneer het reeds een infectie heeft meegemaakt in de baarmoeder, maar meestal doet het de infectie na de geboorte op. Bij jonge dieren zijn de navel, de longen en het maagdarmstelsel de voornaamste intredepoorten. Anderzijds kan bijvoorbeeld een longontsteking het gevolg zijn van de bloedvergiftiging.

Deze dieren verkeren vaak in een kritieke toestand waarbij een snelle diagnose van levensbelang is. Op basis van het klinische onderzoek en de aanwezigheid van lokale infecties kan men een diagnose stellen. Een echografisch onderzoek kan een handig diagnosemiddel zijn om de lokale infecties vast te stellen. Het belangrijkste onderdeel van de therapie is het toedienen van breedspectrum antibioticum dat zo snel mogelijk de bacteriën uit de bloedbaan haalt, maar tevens ook goed werkt tegen de oorspronkelijke infectiehaard indien deze nog aanwezig is. Ontstekingsremmende medicatie en infuus worden ook zeker aangeraden ter ondersteuning van de dieren.

Opletten bij verwondingen

Ten vierde kunnen verwondingen de aanleiding zijn van een pompende ademhaling. Deze kunnen het gevolg zijn van een moeilijke kalving of trauma, zoals vertrapping door de moeder. De pompende ademhaling kan zowel een rechtstreeks gevolg zijn van pijn, maar ook doordat een gebroken rib het longvlies perforeert, waarbij er lucht in de borstholte terechtkomt en de long collabeert. Bij een klaplong bestaat de behandeling uit het plaatsen van een thoraxdrain die de lucht uit de borstkast zuigt. Indien enkel pijn de oorzaak is van de versnelde ademhaling, dient men het best pijnstillende medicatie toe, gecombineerd met de verzorging van eventuele wonden en/of breuken.

Een tweede gevolg van het trauma kan een inwendige bloeding zijn. Wanneer het kalf meer dan 30% van zijn bloedvolume verliest, verkeert het in een kritieke toestand en dient er zo snel mogelijk een bloedtransfusie te worden uitgevoerd. Bij een bloeding is het klinisch onderzoek van groot belang. Vaak hebben de dieren een verhoogde hartslag, een versnelde ademhaling, een te lage lichaamstemperatuur en een bleke kleur van de slijmvliezen.

Aangeboren hartafwijkingen

Een laatste belangrijke oorzaak zijn aangeboren afwijkingen ter hoogte van het hart, waardoor er onvoldoende zuurstof circuleert doorheen het lichaam. Deze afwijkingen zijn moeilijker te diagnosticeren, maar kunnen toch met echografie in beeld gebracht worden. Behandeling is vaak niet mogelijk, maar indien het hartprobleem het gevolg is van een longprobleem, kan het toedienen van zuurstof helpen om het hart te normaliseren.

Wat doen bij de geboorte?

Bij kalveren met een groot risico op ademhalingsproblemen is het belangrijk om bij de geboorte de luchtwegen vrij te maken van vruchtwater en slijmen door bijvoorbeeld het kalf ondersteboven te hangen. Dit mag niet langer dan 60 seconden aangehouden worden, omdat in deze positie de buikorganen op de longen drukken, wat uiteindelijk ook de ademhaling bemoeilijkt. Daarnaast kan men de ademhaling stimuleren door koud water op het achterste deel van het hoofd aan te brengen. Een andere belangrijke factor is het ondersteunen van de lichaamstemperatuur bij het pasgeboren kalf, zodat het dier geen broodnodige energie verliest door zichzelf op te warmen.

Wanneer de symptomen van kortademigheid de eerste uren na de geboorte optreden, zal het kalf minder geneigd zijn om de biest op te drinken. Het is zeer belangrijk dat het dier voldoende antistoffen opneemt de eerste 6 uur en ten laatste 24 uur na de geboorte. Als het kalf echt niet wil drinken binnen de 8 uur, is het medisch verantwoord om de biest te sonderen.

Snelle diagnose is cruciaal

Men kan besluiten dat kortademigheid bij kalveren kort na de geboorte verschillende oorzaken kan hebben, waarvan verschillende ernstig. Het snel stellen van de diagnose is cruciaal om een juiste behandeling in te stellen. Om de overlevingskansen te verhogen, is het aangewezen om tijdig het dier aan te bieden aan een dierenkliniek, waar er zuurstof kan toegediend worden onder monitoring met bloedgasanalyse (bijvoorbeeld op de faculteit Diergeneeskunde).

Jolien Coppens i.s.m. Prof. Bart Pardon, UGent

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken