Een longecho doet antibioticagebruik bij kalveren dalen
Het is zeer moeilijk om luchtweginfecties bij kalveren vast te stellen en te monitoren. Uit het pneumoNEE-project van UGent en Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ) blijkt dat wanneer de veehouder overwegend gezonde kalveren heeft, toch gemiddeld 20% daarvan subklinische pneumonie (longontsteking) heeft. Daarbij is het kalf ziek zonder duidelijke uiterlijke tekenen. De snelscanlongecho die UGent ontwierp, kan daarin sneller meer duidelijkheid geven.
H
Economische gevolgen
Bedrijfstypes
Het is moeilijk om te bepalen wanneer er echt een probleem is met pneunomie op een bedrijf, en daarom verdeelt het pneumoNEE-project bedrijven in 4 bedrijfstypes: A) gezond, B) vooral bovenste luchtweginfectie, C) subklinisch pneumonieprobleem en D) klinisch pneumonieprobleem.
Het pneumoNEE-project wil bedrijven kunnen classificeren als één van die types, om zo beter en gericht advies te geven over welke de logische en noodzakelijke volgende stappen zijn.
De mogelijkheid om gezonde bedrijven te identificeren en om de veehouder te verzekeren dat er geen antibiotica vereist zijn, is minstens even belangrijk als de detectie van probleembedrijven.
Gebruik van die profielen kan veehouders en dierenartsen toelaten om de situatie op het bedrijf in beeld te brengen. Afhankelijk van deze diagnose op groepsniveau zouden beter gerichte interventies en interventies op maat van het bedrijf geformuleerd kunnen worden. Deze aanpak zou bijgevolg sterk kunnen bijdragen tot het beperken van economische verliezen en tot het verminderen van antibioticagebruik. Het kan ook zorgen voor een beter dierenwelzijn. Daarnaast zouden deze profielen kunnen zorgen voor het efficiënter inzetten van de financiële middelen van een bedrijf, onder andere door een goede timing.
Meer pneunomie dan gedacht
De deelnemende bedrijven waren geselecteerd uit bedrijven die meldden geen luchtwegproblemen te hebben en werden buiten het klassieke griepseizoen (november-februari) bezocht. Uit deze bezoeken bleek dat de verspreiding en negatieve gevolgen van pneumonie veel groter zijn dan momenteel wordt gedacht.
Op 88,1% van de bedrijven die geen luchtwegproblemen melden, wordt er via een snelscanlongecho toch pneumonie gevonden. Bij 79,6% gaat het over subklinische pneumonie (geen ziektetekenen, enkel met echo te zien), en bij 55,9% werd klinische pneumonie vastgesteld. Slechts 1 op 5 Vlaamse bedrijven kan zich dus ‘gezond’ noemen.
Gemiddeld vertoont 40,6% van de dieren pneumonie, en dat varieert van 11 tot 100%.
Op een Vlaams bedrijf, buiten het griepseizoen, heeft gemiddeld 28,8% (0-100%) van de kalveren subklinische pneumonie en 11,8% (0-60%) klinische pneumonie.
Kort antibioticagebruik
Dankzij de longecho kan een longontsteking dus vroeg gedetecteerd worden, wanneer die nog subklinisch is. Daarop kan een gerichte behandeling gebeuren. Als daar antibiotica aan te pas moeten komen, kunnen die zo kort mogelijk worden toegediend, want een nieuwe longecho zal snel duidelijk maken wanneer het kalf genezen is. Die bevestiging van genezing zal ook de veehouder zelf rust geven, want onwetendheid is echt niet ideaal.
Het PneumoNEE-project is een door Vlaio ondersteunde samenwerking tussen de vakgroep inwendige ziekten van de faculteit diergeneeskunde en DGZ.