Startpagina Granen

Herkenning van de meest voorkomende bladziekten in granen in het voorjaar

Het Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LCG) staat in dit artikel stil bij de meest voorkomende bladziekten die onze graanvelden kunnen treffen.

Leestijd : 4 min

In het kader van een goede ziektebestrijding is het eerst en vooral belangrijk om voldoende gewasrotatie in te bouwen op het perceel. Dit is nodig om toename van gewasgebonden ziekten, zoals voetziektes, te voorkomen. Ook plaag- en onkruidonderdrukking heeft een positieve impact op de vruchtwisseling. Daarnaast is de keuze van de juiste graanvariëteit ook een aandachtspunt.

Wat betreft beheersing van ziektes wordt bij voorkeur gekozen voor een variëteit die goede ziektetolerantie vertoont. Deze informatie is terug te vinden op de rassenfiches van LCG via de website (www.lcg.be) of bij de zaaizaadhandelaar. Daarnaast is een beredeneerde bemesting van even groot belang. Een te weelderig groen gewas is namelijk vatbaarder voor bepaalde bladziektes, zoals septoria. Bovendien kan het verwijderen van gewasresten van stro en stoppel preventief de ziektedruk verlagen op het perceel.

Ondanks dat er preventieve maatregelen genomen worden, kunnen er toch ziektes in het gewas voorkomen. Om op een correcte manier in te grijpen, is het van belang om de ziektes te herkennen. In dit artikel worden de ziektes die op dit moment het meest voorkomen in onze regio per teelt beschreven.

Septoria.
Septoria. - Foto: LCG

Wintertarwe

Septoria (bladvlekken) In wintertarwe kan septoria ronde, ovale vlekken veroorzaken die geel tot lichtgroen zijn van kleur op de kiembladeren. Op stengelbladeren zijn de vlekken grijs of bruin. De vlekken zijn dikwijls omringd door een geelachtige rand en zijn langs beide zijden van de bladeren te zien. Typisch zijn de zwarte puntjes in de vlek. Dit zijn de sporen die de schimmel vormt. Deze sporen worden door opspattende regendruppels verspreid naar bovenliggende bladeren. Daarom komt septoria ook vaker voor in een regenrijk voorjaar.

Septoria kan zich heel goed aanpassen, waardoor er vlot resistentie wordt ontwikkeld tegen fungiciden. Afwisselen van actieve stoffen is daarom van groot belang om de ziekte ook in de toekomst onder controle te kunnen blijven houden.

Gele roest.
Gele roest. - Foto: LCG

Gele roest - bruine roest Gele roest is in een vroeg stadium te herkennen aan een lichtgroene tot gele vlek. Daarin ontwikkelen zich de sporenhoopjes, die uitgroeien tot ze goed herkenbaar zijn op het blad. Bij kiemplanten liggen de sporenhoopjes meestal verspreid over de volle breedte van de bladtop en zijn deze eerder donkeroranje gekleurd. Wanneer de stengel/halm al aanwezig is, liggen de sporenhoopjes in rijtjes in de lengterichting van het blad. De aantasting van gele roest kan in haarden voorkomen op het perceel.

Bruine roest.
Bruine roest. - Foto: LCG

Bij bruine roest is dit minder het geval, deze vormt bruine sporenhoopjes verspreid op het blad en komt meestal verspreid voor op het perceel. Ook de periode is verschillend. Terwijl gele roest van koudere omstandigheden houdt tussen 10 - 15 °C, gedijt bruine roest beter bij hogere temperaturen van 20 °C en meer. Bijgevolg komt gele roest voor in de periode winter-vroeg voorjaar en bruine roest eerder tijdens late voorjaar - zomer.

Wintergerst

Rhynchosporium (bladvlekken) In wintergerst kunnen bleekgrijze of gele vlekken voorkomen die omgeven zijn door een scherpe zwart-bruine rand. Deze bladvlekken worden veroorzaakt door de schimmel rhynchosporium.De jonge vlekken zijn vaak waterig en volledig bleek van kleur. Binnen in de vlek zijn er geen zwarte puntjes te zien. De binnenkant van de vlekken droogt later ook uit.

Rhynchosporium.
Rhynchosporium. - Foto: LCG

Helminthosporium en ramularia Twee vaak te verwarren aantastingen bij wintergerst zijn helminthosporium (of netvlekkenziekte) en ramularia. Helminthosporium ontstaat als bruine puntjes, die ontwikkelen tot bruin (-zwarte) rechthoekige vlekken, begrensd door een gele rand. De vlekken hebben een netvormige structuur, ze groeien mee met de nerven, vandaar ook de alternatieve naam netvlekkenziekte. De aantasting van helminthosporium komt voor aan beide zijdes van het blad.

Netvlekkenziekte - helminthosporium, ziektebeeld 2.
Netvlekkenziekte - helminthosporium, ziektebeeld 2. - Foto: LCG
Netvlekkenziekte - helminthosporium, ziektebeeld 1.
Netvlekkenziekte - helminthosporium, ziektebeeld 1. - Foto: LCG

Ramularia vormt kleine bruine recht-hoekige vlekken die ook omgeven worden door een gele rand, maar die niet op beide zijden van het blad even goed zichtbaar zijn. Ze zijn het beste zichtbaar op de bovenzijde van het blad. Aan de onderzijde is de vlek minder goed zichtbaar, daar bevinden zich de witte sporen, die bij vochtig weer beter te zien zijn.

Ramularia.
Ramularia. - Foto: CRA-W

Een handig hulpmiddel is om, bij twijfel, een aangetast blad in een fles te steken voor 24 uur. Als er haartjes verschijnen op de vlekken, dan is het netvlekkenziekte. Verschijnen er witte donzige vlekken op de onderzijde van het blad, dan mag je ervan uit- gaan dat het ramularia is. Indien geen van deze symptomen te zien zijn, dan zijn het mogelijk fysiologische vlekken.

Dwergvergelingsvirus, ziektebeeld 3.
Dwergvergelingsvirus, ziektebeeld 3. - Foto: LCG

Wintertarwe en wintergerst

Dwergvergelingsziekte De dwergvergelingsziekte wordt verspreid door bladluizen. Meer dan 20 verschillende bladluissoorten zijn gekend als mogelijke drager van het virus. De voornaamste soort die dwergvergeling overdraagt in het najaar in granen is de vogelkersluis. In beide teelten zijn de eerste symptomen van een najaarsinfectie de pleksgewijze bladvergeling op het perceel. De bladtoppen worden geel. Bij wintertarwe worden ook rode bladtoppen waargenomen. De planten vertonen een geremde groei omdat het virus de wortelgroei afremt.

Dwergvergelingsvirus, ziektebeeld 2.
Dwergvergelingsvirus, ziektebeeld 2. - Foto: LCG

De ziekte kan bijgevolg leiden tot geremde aarvorming of zelfs het afsterven van de plant. Bij een voorjaarsaantasting in wintertarwe kunnen ook slecht afrijpende, rechtopstaande aren voorkomen. Om dit virus te vermijden moet de druk van bladluizen voornamelijk in het najaar worden opgevolgd en, indien nodig, bestreden worden met een insecticide. Hierbij kunnen de waarschuwingsberichten in het najaar van LCG helpen.

Dwergvergelingsvirus, ziektebeeld 1.
Dwergvergelingsvirus, ziektebeeld 1. - Foto: LCG

Bram Vervisch en Jonas Claeys, LCG

Dit artikel is geschreven in het kader van het demonstratieproject ‘IPM in de Akkerbouw’. Dat wordt gefinancierd door de Vlaamse overheid en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO): Europa investeert in zijn platteland.

Lees ook in Granen

Meer artikelen bekijken