Snijmaïs mag gehakseld worden
Eind verleden week (situatie 15 september) zijn zoals de voorgaande weken opnieuw stalen genomen op de proefvelden in het LCV netwerk voor de opvolging van de afrijping van de silomaïs.
De staalnames op de proeflocaties lopen stilaan naar hun einde toe want de meeste proefpercelen zijn momenteel rijp of overrijp of al geoogst.
Hoewel er nog vrij veel hakselmaïs op het veld staat (voornamelijk in het westen van het land) is de meeste maïs nu meer dan rijp genoeg om te hakselen. In de praktijk wordt momenteel al vaak maïs met meer dan 38% (en zelfs 40%) drogestof ingekuild. Gemiddeld zitten we op de resterende locaties in ons netwerk op 15 september rond de 36,3%. Een aantal locaties met vorige week reeds hoge cijfers zijn weggevallen en vertekenen de situatie een beetje omdat ze niet meer in het gemiddelde zitten. Op de resterende locaties is de stijging van het drogestof percentage gezakt naar een “normaal” tempo van 1,5 tot 3% per week. Het koude en natte weer heeft dus duidelijk zijn impact gehad. Dit is echter een tijdelijk fenomeen want het extra water dat de planten opnemen in de stengel is bij een kleine weersverbetering snel verdwenen.
Het valt wel op dat de locaties in het oosten van het land, die eerder op het jaar de grootste stijgingen in droge stof lieten noteren nu de meest bescheiden stijgingen vertonen: quasi een stagnatie van de cijfers op de locaties Hoogstraten, Geel, Bocholt en Westerlo.
