Vlaamse melkkoeien behalen recordproductie
De gemiddelde levensproductie van de melkkoeien in Vlaanderen is in het boekjaar 2021- 2022 met 769 kg gestegen tot 30.166 kg melk. De levensduur van de koeien nam toe met 6 dagen. Jos Dobbels uit Kortemark doorbrak als eerste de grens van 14.000 kg rollend jaargemiddelde.
Dat komt naar voren uit de jaarstatistieken van de melkproductieregistratie (mpr) die werden bekendgemaakt door de Coöperatie Rundveeverbetering (CRV).
Recordhoge levensproductie
Nooit eerder realiseerden de melkkoeien in Vlaanderen een hogere levensproductie dan in het afgelopen boekjaar, dat liep van september 2021 tot september 2022. De koeien die werden afgevoerd van de Vlaamse melkveebedrijven, produceerden in hun leven gemiddeld 30.166 kg melk, met 4,21% vet en 3,48% eiwit (2.321 kg vet en eiwit). Dat is 769 kg melk en 63 kg vet en eiwit meer dan in het vorige boekjaar. De stijgende levensproductie is ook zichtbaar in het toenemend aantal koeien met een levensproductie van meer dan 100.000 kg melk. Afgelopen jaar passeerden 140 Vlaamse koeien deze grens, in het vorige boekjaar waren er dat 119. Vier Vlaamse koeien produceerden zelfs meer dan 10.000 kg vet en eiwit.
Zes dagen langere levensduur
De hogere levensproductie is onder andere te danken aan een 6 dagen langere levensduur. De productieve levensduur – het aantal dagen tussen eerste kalfdatum en laatste monstername – steeg met 10 dagen door een kortere opfokperiode. Daarnaast produceerden de afgevoerde Vlaamse koeien ook meer melk; dit jaar was dat gemiddeld 30,5 kg per melkdag, vorig jaar was dat nog 30,0 kg. De tussenkalftijd van de koeien daalde met 2 dagen tot 403 dagen. Een gemiddeld Vlaams mpr-bedrijf had in het afgelopen boekjaar 105 melkkoeien.
Iets meer melk met lagere gehalten
De gemiddelde melkproductie per lactatie is in het afgelopen boekjaar nauwelijks gestegen. Het rollend jaargemiddelde op de 1.628 Vlaamse mpr-bedrijven kwam uit op 9.444 kg melk met 4,22% vet en 3,47% eiwit, goed voor 726 kg vet en eiwit en een economisch jaarresultaat van 2.089. De melkproductie was bijna 100 kg hoger dan vorig jaar, maar het vetgehalte daalde met 0,06% en het eiwitgehalte met 0,04%.
14.000 kg overschreden
De 68 koeien van Jos Dobbels overschreden dit boekjaar met 14.167 kg voor het eerst de kaap van 14.000 kg rollend jaargemiddelde in Vlaanderen (zie tabel 1). Met gemiddeld 4,24% vet en 3,28% eiwit, of 1.065 kg vet en eiwit, werd een economisch jaarresultaat (ejr) van 3.038 euro behaald. Deze melkveehouder uit Kortemark bevond zich de voorbije jaren ook bovenaan deze lijst. Vorig jaar stond hij op de tweede plaats, met gemiddeld 13.582 kg melk met 4,39 % vet en 3,33% eiwit (1.049 kg vet + eiwit, 2.980 ejr). In het boekjaar 2019-2020 realiseerde Jos Dobbels eveneens het hoogste rollend jaargemiddelde in Vlaanderen, met 13.851 kg melk met 4,35% vet en 3,35% eiwit.
Hoogste levensproductie
De lijst van bedrijven met de hoogste levensproductie van de aanwezige koeien wordt dit jaar aangevoerd door
Ook in de lijst van bedrijven met de hoogste levensproductie van de afgevoerde koeien is Peter Claessens uit Wiekevorst koploper. Hij voerde afgelopen jaar 15 koeien af met een gemiddelde leeftijd van 8 jaar en 3 maanden en een gemiddelde levensproductie van 58.284 kg melk met 4,45% vet en 3,68% eiwit, resulterend in 4.739 kg vet en eiwit. Claessens blijft daarmee de nummer 2, Ignace Poignie uit Koolskamp, royaal voor. Hij kwam met 17 afgevoerde koeien op 4.441 kg vet en eiwit. Op de derde plaats staat Mario Neyt uit Oedelem, met 20 afgevoerde koeien met een gemiddelde levensproductie van 4.247 kg vet en eiwit.
Volgens de CRV mogen de Vlaamse melkveehouders trots zijn op de duurzaamheidsprestaties van hun koeien. “Veehouders die op duurzaamheid topprestaties leveren, verdienen een podium. Zij kunnen een bron van inspiratie zijn voor collega’s”, stelt Paul Vriesekoop, manager coöperatieve zaken bij CRV, in het persbericht.
