Startpagina Melkvee

Polybacteriële resultaten vermijden bij het nemen van melkstalen

Om het bacterieel onderzoek van een melkstaal correct te kunnen beoordelen, moet je in de eerste plaats vermijden dat dit gecontamineerd raakt, en dit zowel bij de staalname als bij de bewaring van het monster. Hoe kan je dit vermijden?

Leestijd : 7 min

I n het kader van mastitisonderzoek worden jaarlijks een 20.000-tal stalen ingezonden en verwerkt bij MCC Vlaanderen (cijfers Melkcontrolecentrum (MCC) 2021). Deze stalen zijn afkomstig van koeien met zowel subklinische als klinische mastitis. Bij subklinische mastitis kan men uitwendig geen abnormaliteiten bespeuren aan de koe: de uier en de melk zien er normaal uit en de koe is niet ziek. Voor de detectie van subklinische mastitis kan men zich baseren op een (eventuele) lichte daling in de melkproductie, maar vooral op het verhogen van het celgetal. We spreken van klinische mastitis wanneer de koe uitwendige symptomen vertoont. Afwijkingen aan de melk, de uier die een hard, gezwollen en rood uitzicht heeft en koorts zijn onder andere tekenen van klinische mastitis.

Wanneer een melkstaal naar het labo verzonden wordt, is dit met de intentie om te weten te komen welke kiem aan de oorzaak van de (sub)klinische uierontsteking ligt. Er kan namelijk aan de hand van dit laboresultaat – gecombineerd met de achtergrond van de koe en de kennis van de bedrijfsdierenarts – een gericht advies gevormd worden over wat er met de koe in kwestie dient te gebeuren. In dit opzicht is het dus van belang dat het resultaat van het bacteriologisch onderzoek eenduidig is. Het is dan dan ook frustrerend als het resultaat van het bacteriologisch onderzoek polybacterieel is. Maar hoe ontstaat een polybacterieel staal? En hoe kunnen we dit vermijden?

Polybacteriële resultaten

Een polybacterieel resultaat wil zeggen dat men bij bacteriologisch onderzoek van de melk meer dan 2 verschillende bacteriën kan terugvinden. De mastitisverwekker is hoogst waarschijnlijk wel een van deze bacteriën, maar het is moeilijk om te zeggen welk van de gevonden bacteriën nu ook daadwerkelijk aanleiding geven tot ziekte bij de koe. Ongeveer 20% van alle melkstalen die in 2020 naar MCC verzonden werden in het kader van mastitisonderzoek, hadden een polybacterieel resultaat (cijfers MCC 2020).

Een polybacterieel resultaat is het gevolg van de manier van monstername of van de manier van monsterbewaring. Om een waardevol resultaat te bekomen moet het melkstaal in de eerste plaats genomen worden volgens de richtlijnen voor correcte staalname. Het volgen van deze richtlijnen minimaliseert de kans op verontreiniging van het melkstaal met stof en vuil (en dus ook bacteriën) uit de omgeving.

Polybacterieel resultaat bij bacteriologisch onderzoek van een melkstaal.
Polybacterieel resultaat bij bacteriologisch onderzoek van een melkstaal. - Foto: UGent

Dit vergt enige inspanning en voor sommigen een aanpassing, maar het loont eens hierin een routine gevonden wordt. De richtlijnen worden hieronder verder uitgelegd. Na het nemen van een melkstaal, dient dit zo snel mogelijk gekoeld bewaard en getransporteerd te worden. Verse melkstalen moeten direct in de koelkast geplaatst worden. Men kan ze daar tot 24 uur lang bewaren. Wanneer het melkstaal niet direct (lees: dezelfde dag) kan verzonden worden, is het aangeraden om het melkstaal in te vriezen. Op deze manier wordt de kwaliteit van het melkstaal bewaard.

Richtlijnen voor het nemen van een melkstaal

Om een staal bacteriologisch te onderzoeken en een duidelijk resultaat te verkrijgen is het in de eerste plaats zeer belangrijk om de manier van staalname van de melk goed uit te voeren. Alles gaat en staat bij de mate aan steriliteit waarbij het melkstaal genomen wordt. Verontreiniging van het melkstaal is snel gebeurd, zowel vanuit de omgeving als vanop de uier.

Propere omgeving

Het is dan ook logisch dat men het melkstaal in een zo proper mogelijke omgeving moet nemen. Bij conventioneel melken is de melkput hiervoor de uitgelezen plaats. ndien er met een robot gemolken wordt, dan kan dit aan de robot zelf of in een propere separatieruimte. Een propere omgeving houdt niet enkel de ruimte in waar het staal genomen wordt, maar heeft ook weerslag op de hygiëne van de staalnemer. Zorg er daarom altijd voor dat, wanneer je een melkstaal voor bacteriologisch onderzoek neemt, je mouwen opgetrokken zijn, je handen en onderarmen gewassen en ontsmet zijn en dat je bij voorkeur propere handschoenen draagt.

Spenen reinigen

De volgende stap is het reinigen van de spenen. Bij het reinigen wordt het zichtbare vuil van de speen verwijderd. Dit dient te gebeuren met droge wegwerpdoeken. Ga nooit met één doek van de ene naar de andere koe, want zo kunnen kiemen verspreid worden. Het reinigen gebeurt totdat je doek volledig proper is na het afwrijven van de speen. Wanneer je na het afwrijven van de speen nog vuil op de doek kunt zien, wil dit zeggen dat de speen nog niet volledig proper was. Pas op het moment dat je een propere doek hebt na het afwrijven van de speen, kun je met zekerheid zeggen dat de speen ook volledig gereinigd is.

Wanneer er meerdere kwartieren moeten bemonsterd worden, reinig je eerst de spenen die het verste van jou gepositioneerd zijn en eindig je met de speen die het meest dichtbij gelegen is. Indien de speen het kortst bij jou eerst zou gereinigd worden, bestaat immers het risico op verontreiniging door bijvoorbeeld de mouw van je kledij wanneer je de verste spenen reinigt. Reinigen via voorschuimen kan ook, op voorwaarde dat je ervoor zorgt dat de spenen volledig afgedroogd zijn. Ook hier geldt de regel dat je wrijft tot je een volledig propere doek hebt.

Voorstralen

De derde stap in het proces van melkstalen nemen, is het voorstralen. Straal alle spenen een drietal keer voor, bij voorkeur in een voorstraalbeker. Op deze manier kun je tegelijkertijd het uitzicht van de melk evalueren. Bij krachtig voorstralen kan het gebeuren dat er vuil uit de omgeving opspat tot aan de speenhuid. In deze gevallen is het nodig om de reinigingsstap te herhalen. Je kunt dit opspatten van vuil voorkomen door een voorstraalbeker te gebruiken.

Ontsmetten speentop

Na het voorstralen volgt het ontsmetten van de speentophuid. Waar je bij het reinigen het zichtbare vuil verwijdert, dood je bij het ontsmetten de kiemen die op de speenhuid aanwezig zijn. Gebruik hiervoor watten of doekjes met alcohol (ethanol 70%). Let hierbij op dat je geen overmaat aan alcohol gebruikt. De alcohol voert zijn werking immers pas uit wanneer het volledig verdampt. Indien er te veel alcohol gebruikt wordt, zullen er druppeltjes achter- blijven en mist het dus zijn werking. De druppeltjes alcohol kunnen daarnaast ook in het melkstaal terechtkomen, waardoor ze bacteriën in het staal kunnen afdoden met een (vals) negatief resultaat tot gevolg. Ontsmet bij deze stap ook niet de volledige speen, enkel de speentop en het slotgat ontsmetten is voldoende.

Bij het nemen van verschillende kwartiermonsters is de volgorde bij deze stap van belang. Wanneer je bijvoorbeeld van alle 4 de kwartieren een melkmonster nodig hebt, begin je met de speen die het verste van jou gelegen is en eindig je met de speen het dichtst bij jou. Op deze manier voorkom je dat je met je hand of arm een van de reeds ontsmette speentoppen aanraakt. Sta je bijvoorbeeld aan de linkerzijde van de koe, dan is de volgorde van ontsmetten van de speentoppen: rechtsachter - rechtsvoor - linksvoor - linksachter. Wanneer je aan de rechterzijde van de koe staat, wordt dit: linksachter - linksvoor - rechtsvoor - rechtsachter.

Melkstaalname

Eens voorgaande stappen correct uitgevoerd zijn, kun je beginnen met het effectief nemen van de melkmonsters. Open hiervoor zorgvuldig het melkpotje zonder de rand of de binnenkant van het dekseltje aan te raken. Bij elk contact met de binnenkant van het potje bestaat immers het risico op verontreiniging. Gebruik ook enkel steriele melkpotjes die nog niet gebruikt of geopend geweest zijn. Hou de opening van het potje zo lang mogelijk naar beneden, zodat er geen stof in kan vallen. Pas op het moment van stralen draai je het potje om.

Hou het potje tijdens het stralen in een schuine hoek om te vermijden dat ook tijdens deze actie stof of vuil vanuit de omgeving in het melkstaal terechtkomt. Let er ook op dat je niet met het potje of het dekseltje tegen de speen botst. Eens je voldoende melk hebt opgevangen, sluit je het potje direct af, zonder aan de binnenkant van het dekseltje te komen.

Ook bij deze stap is het belangrijk om de correcte volgorde te hanteren wanneer je stalen neemt van meerdere kwartieren. Hier neem je eerst stalen van het kwartier het dichtste bij jou en eindig je met het verste kwartier. Zo vermijd je dat je bij het nemen van een melkstaal met je hand of arm een van de andere ontsmette speentoppen aanraakt. Als je links van de koe staat wordt de volgorde van staalname: linksvoor - linksachter - rechtsachter - rechtsvoor. Indien je aan de rechterzijde van de koe staat wordt dit rechtsvoor - rechtsachter - linksachter - linksvoor.

Correcte identificatie

Als finale stap mag je niet vergeten om het staal correct te identificeren. Een correcte identificatie houdt minstens in: je naam, het koenummer ,datum van staalname en over welk kwartier het gaat. Daarna het staal direct in de koelkast of de diepvries bewaren.

Lien Creytens, UGent

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken