Demir: “Vlaamse parken zijn geen bedreiging voor landbouw”
Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) reageert op de bezorgdheid van VOKA Limburg dat het Vlaamse parkendecreet gevolgen zou hebben voor de ruimte van ondernemers. “Compleet fout en onwaar”, stelt Demir.

De Limburgse werkgeversorganisatie zegt in Het Belang van Limburg dat ze bezorgd zijn dat het Parkendecreet, dat de regering vlak vóór de Paasvakantie goedkeurde, zal knabbelen aan de ruimte om te ondernemen. Maar die vrees is geheel onterecht, stelt Demir.
In de commissie Leefmilieu van het Vlaamse parlement zorgde het Parkendecreet al voor discussie (zie het artikel in Landbouwleven) en eerder toonde Jurgen Tack van de European Landowners Organization zich al kritisch tegenover de plannen (zie het artikel in Landbouwleven).
Boerenbond heeft weinig vertrouwen in het parkendecreet.“Het ontwerp van Parkendecreet geeft onvoldoende garanties dat de erkenning van nationaal park op lange termijn geen gevolgen zal hebben. Het is niet uitgesloten dat toekomstige Vlaamse regelgeving of interpretaties in de rechtspraak voor bijkomende beperkingen of verplichting zal zorgen”, stelt Boerenbond in een reactie op de plannen voor het Nationale Park Brabantse Wouden.
Geen beperkingen voor landbouw
“In het decreet is zelfs verankerd in een specifiek artikel dat er geen rechtsgevolgen en beperkingen gelden voor industrie en landbouw wanneer een gebied als park erkend wordt. Het zal zelfs de economische motor van vele streken versterken, ook voor korte keten landbouwers.
Op het terrein heeft een erkenning als park geen rechtsgevolgen. Zowel de eigendomssituatie als de bestemming van de gronden wijzigt niet. Het kaderdecreet regelt de erkenningsvoorwaarden, statuten en beheerstructuur van de toekomstige Vlaamse parken. En niet meer dan dat. Dit werd zo verankerd in het decreet”, zegt de minister.
Artikel 8
Demir verwijst daarmee specifiek naar artikel 8. “De erkenning als Vlaams Park of de werking van het parkbureau op zich genereert geen verplichtingen of geen beperkende maatregelen bovenop de vigerende regelgeving voor de houders van zakelijke rechten binnen een Vlaams Park of voor de gebruikers ervan, behoudens anders overeengekomen.
Onder zakelijke rechten wordt verstaan: het eigendomsrecht, de mede-eigendom, de erfdienstbaarheden, het recht van vruchtgebruik, erfpacht en opstal. Onder gebruiker wordt verstaan: de persoon die als eigenaar, mede-eigenaar, vruchtgebruiker, erfpachthouder of opstalhouder het goed exploiteert of die het onroerend goed huurt conform boek III, titel VIII van het oud Burgerlijk Wetboek of het Vlaams Woninghuurdecreet”.
Natuurkernen moeten uitbreiden
Een Landschapspark is een geografisch afgebakend gebied dat een grote ruimtelijke samenhang vertoont en heeft een minimale oppervlakte van 10.000 ha. Bij de nationale parken moet de oppervlakte van de natuurkernen op het moment van de erkenning minimaal 5.000 ha zijn. 24 jaar na erkenning moet de natuurkern uitgebreid worden tot minstens 10.000 ha. Dit naar analogie met het huidige en enige Nationaal Park Hoge Kempen.
“Die uitbreidingen van de natuurkernen kunnen van alle soorten bestemde gronden komen. De gebiedscoalities bepalen dit zelf in hun masterplan. Het kabinet legt dit niet op. We beoordelen louter hun voorstel”, verduidelijkt woordvoerster Katrien Smet van minister Demir.
Tegen de zomer moeten de bijkomende parken geselecteerd worden. “De vele natuurliefhebbers, landbouwers, vrijwilligers en de lokale besturen werken nu op het terrein de masterplannen af voor een onafhankelijke jury zodat de regering voor de zomer kan kiezen welke Vlaamse parken erbij komen. Maar een bedreiging voor onze economische activiteiten en ruimte voor ondernemen is het in elk geval niet”, aldus Demir.