Biotechnicum Bocholt: Nieuwe jongveestal werpt zijn vruchten af
Het Proef- en Vormingscentrum voor de Landbouw (PVL) in Bocholt opende een jaar geleden een nieuwe jongveestal. Het doel is om met individuele dieropvolging zeer nauwkeurige data te verzamelen en zo de langleefbaarheid van de dieren te verbeteren. Ook de aangrenzende school, Biotechnicum, is zeer tevreden met de mogelijkheden van de stal.
Dankzij de nieuwe stal kunnen de onderzoekers van PVL het jongvee beter opvolgen op verschillende vlakken, denk maar aan groei en voederopname. Sander Palmans van PVL geeft meer uitleg: “Doordat het jongvee in verschillende kleine groepen staat, is het gemakkelijker om de dieren individueel in het oog te houden. De cijfers die het kalf op jonge leeftijd behaalt, kunnen vergeleken worden met de prestaties van het dier op latere leeftijd. Een verhoogde efficiëntie van de opfok kan een grote impact hebben op de langleefbaarheid van de koeien. Zo kan men met minder dieren een even grote productie bereiken. Het draagt dus bij aan de economische rendabiliteit van een melkveebedrijf en het kan mee zorgen voor een grotere genetische vooruitgang.”
Nood aan nieuw gebouw
In de nieuwe jongveestal staan ongeveer 55 stuks jongvee en 5 droogstaande koeien. Onze melkkoeien staan in de andere stal. Zij kregen onlangs nog een gloednieuwe melkrobot.
“De nieuwe stal was zeker geen overbodige luxe. De vorige jongveestal was nog een bindstal waar je niet eens met een tractor door kon rijden, en dat is niet meer van deze tijd. Nu kunnen de dieren zich vrijer bewegen en meer natuurlijk gedrag vertonen. Ook de arbeidslast is fel verminderd. De oude stal zal zeker nog een nieuwe functie krijgen, maar het dierenaantal gaan we zeker niet veranderen.”
Onze boerderij staat midden in het dorp en de rest van het dorp is rond de school, de boerderij en de kerk gebouwd. De school bestaat dit jaar trouwens 100 jaar. Vroeger lagen hier allemaal velden rond, nu zijn dat er een stuk minder. Je ziet niet snel nog een boerderij in de dorpskern, maar dat is hier dus wel het geval”, lacht Sander.
Praktijklessen voor leerlingen Landbouw
De nieuwe stal moet ook de mogelijkheden verbreden voor de landbouwopleiding van het Biotechnicum, de secundaire school die aan het proef- en vormingscentrum grenst.
“We werken regelmatig samen met de leerlingen uit de richting Landbouw”, zegt Sander. “Ze volgen praktijklessen in de nieuwe stal, waardoor ze de laatste nieuwigheden op het vlak van onderzoek en innovatie kunnen meekrijgen. De toekomst van een duurzame landbouw blijft zo verzekerd. Het is voor de leerlingen van het Biotechnicum belangrijk dat zij hun praktijk en stage kunnen lopen op een modern uitgerust landbouwbedrijf, waar ze ook kunnen zien hoe onderzoek gedaan wordt en hoe proeven uitgevoerd worden.”
Leerrijke opleiding
Een van de leerlingen, Brentley Zomers, zit in het 6de jaar Landbouw. Hij bevestigt hoe belangrijk de nabijheid van zo’n boerderij is voor zijn studierichting: “Doordat er bij het PVL koeien én varkens staan, leren wij over beide sectoren evenveel. Het is één ding om alle theorie te leren, maar hier kunnen we de info uit onze boeken ook omzetten naar de praktijk. We leren op de akkers achter de school ook rijden met tractoren en machines besturen.
Het jongvee volgen we op door ze te wegen, door hun gedrag te bestuderen en door hun melkopname op te volgen. Dat kan dankzij de nieuwe melkrobot die bij het jongvee staat. Bij de koeien kijken we naar het exterieur, we controleren de vruchtbaarheid en de kwaliteit van de melk. Als er iets mis is, bespreken we wat er moet veranderen in het management.
Bij de varkens hebben we al geholpen bij het spenen en insemineren. Het insemineren van koeien leren we in het 7de jaar, net zoals bijvoorbeeld het klauwkappen. Er is maar een bepaald aantal koeien, dus het is niet mogelijk om dat in andere jaren ook te doen.
In de laatste 2 jaren doen wij stage op een bedrijf naar keuze. Ik ga elke vrijdag naar een melkveebedrijf, waar ik dan help bij het dagelijkse werk. Het liefst zou ik later zelf melkveehouder worden, maar de moeilijke wetgeving doet mij twijfelen of dat wel zou lukken. Net zoals voor veel klasgenoten is mijn toekomst in de landbouwsector heel onzeker. Slechts één persoon uit mijn klas heeft thuis zelf een bedrijf. Voor de rest van ons is het nog moeilijker om een toekomst in de landbouw te zien.
Ik ga nu nog het 7de jaar doen en dan stop ik met studeren. Ik hoop dan aan de slag te gaan op een melkveebedrijf. Het liefst sta ik vast op één bedrijf, zodat ik alle dieren heel goed kan leren kennen en zo het management steeds kan verbeteren. Als je altijd van bedrijf naar bedrijf moet gaan, heb je die kans niet”, aldus Brentley.
Goede samenwerking
Sander: “ De school en het PVL hebben elkaar nodig. Het spreekt voor zich dat een landbouwopleiding nood heeft aan praktijklessen, maar ook het PVL kan niet zonder de school. Dit bedrijf is te klein om te blijven voortbestaan zonder de school. We hebben altijd heel goed kunnen samenwerken. Onze onderzoekers geven geen les, maar soms geven we wel eens uitleg tijdens een bezoek van de studenten.
Het is een meerwaarde dat bepaalde investeringen gedeeld kunnen worden met de school, bijvoorbeeld het project van de schoffelmachine en de diepwoeler. Leerlingen van de derde graad hebben die machines gemonteerd en wij kunnen ze gebruiken. Op die manier vullen we elkaar mooi aan”, sluit Sander af.
