Startpagina Actueel

Overheden verkopen in hoog tempo landbouwgrond

Joris Relaes, administrateur-generaal van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO), pleit voor een tijdelijk moratorium op de verkoop van landbouwgronden door (semi-) overheden. “Zij hebben 10% van alle landbouwgronden en ze zijn die in hoog tempo aan het verkopen, liever dan er beleid mee te voeren, door ze bijvoorbeeld betaalbaar ter beschikking te stellen van jonge boeren”, stelt hij.

Leestijd : 5 min

Joris Relaes was op 24 mei de centrale gast bij het Verbond van Belgische Tuinbouwcoöperaties (VBT). Zijn oproep kwam op het einde van zijn uiteenzetting over de vraag of landbouw nog een toekomst heeft in Vlaanderen. De toegang tot landbouwgrond is cruciaal om een toekomst te hebben voor landbouw.

“Een belangrijk deel van alle landbouwgronden is in handen van OCMW’s, gemeenten, kerkfabrieken en andere publieke of semipublieke instellingen. Soms hebben ze gronden die ver buiten hun eigen regio liggen. In Sint-Truiden heeft het bestuur heel fier aangekondigd dat het 2 hoeves en landbouwgrond in Veurne zal verkopen. Die moeten tot 7 miljoen euro opleveren en ze hebben nog vele hectares in de aanbieding.”

Niet aan hoogste bieder

Relaes deed zijn oproep voor een tijdelijk moratorium al eens eerder, begin dit jaar bij de doctoraatsverdediging van ILVO-onderzoeker Hans Vandermaelen. Uit Vandermaelens onderzoek blijkt dat in Oost-Vlaanderen zowat 10% van het areaal, of bijna 28.000 ha, in bezit is van allerlei overheden. “De verkoop van publieke landbouwgronden heeft vaak tot gevolg dat landbouwers die deze gronden gebruiken, plots in de problemen komen met de grondgebondenheid van hun bedrijf. Overheden moeten zich ervan bewust worden dat snel landbouwgronden verkopen aan de meest biedende nefaste gevolgen heeft voor de transitie naar een duurzame landbouw”, zei Relaes toen.

Die transitie is voor Relaes onvermijdelijk. “Er zal in Vlaanderen altijd plaats zijn voor landbouw, maar die zal er straks waarschijnlijk anders uitzien dan vandaag. We horen vandaag veel onheilsberichten over stikstof, nationale parken en de natuurherstelwet. Die zorgen zijn terecht, maar het einde van de landbouw in Vlaanderen werd al vaker aangekondigd. Bij de uitbreiding van Europa met Spanje en Portugal, bij de dioxinecrisis, bij de vogelgriep, bij het invoeren van de melkquota… “

Bodem en klimaat

Relaes ziet een aantal redenen waarom landbouw hier altijd aanwezig zal blijven. “Ons gematigde klimaat is gunstig, onze bodems zijn rijk, we hebben bekwame bedrijfsleiders en een grote groep koopkrachtige consumenten…”, somt hij op.

Hij verwijst daarbij naar de voedselstrategie van minister Jo Brouns, die aanstuurt op een eerlijke prijsvorming in de keten, op een landbouw die in evenwicht is met de omgeving en op het uitgangspunt dat Vlaanderen voor voeding niet afhankelijk mag worden van het buitenland. “Niet afhankelijk zijn van het buitenland betekent niet hetzelfde als zelfvoorzienend zijn. Zelfs met de opwarming van de aarde hebben we hier nog altijd niet het klimaat voor appelsienen, bananen, koffie of thee. Er zal in Vlaanderen altijd voedsel geïmporteerd en ook geëxporteerd worden. Dat is nodig voor de voedselzekerheid en om voldoende variatie te hebben.”

Voedselonafhankelijkheid

Relaes ziet voedselonafhankelijkheid als nieuw item opduiken in het geo-politieke spectrum. “Met de energievoorziening hebben we gezien hoe één speler of één conflict een enorme impact kan hebben. Rusland en Oekraïne waren de voorbije jaren enorm gegroeid als exporteurs van tarwe, maar zijn samen goed voor nog geen 30% van de wereldexport. Toch bepaalt dat conflict de wereldwijde prijzen en niet de rustige situatie in Europa, dat nog altijd de grootste tarweproducent ter wereld is.”

De klimaatverandering speelt in het voordeel van de landbouw in Vlaanderen. “De landen aan de Middellandse Zee kampen met verwoestijning en komen op het punt dat ze niet langer zelfvoorzienend zijn. Zij kijken naar ons gematigde klimaat, waar we al eens sakkeren over te veel regen, en vragen zich openlijk af waarom wij hier onze landbouw zouden afbouwen”, stelt hij.

De klimaatopwarming en de stikstofproblemen zet Relaes graag elk in hun eigen kader. “De klimaatopwarming is een probleem voor de hele wereld waarop wij als land of regio relatief weinig impact hebben, wat niet wil zeggen dat we er niets aan moeten doen. Stikstof is in dat opzicht een lokaal probleem.

We moeten de situatie in Vlaanderen daarbij afzetten tegenover die in bijvoorbeeld India. Daar hebben ze de productie van melk op 5 jaar tijd verdubbeld, vooral door het aantal dieren te verdubbelen. De opbrengst per dier steeg van 1.300 l per koe naar 1.800 l. In Europa hebben we in dezelfde periode de totale melkproductie op peil gehouden met een afbouw in aantal dieren, door de opbrengst op te drijven van 7.000 naar 7.800 l per koe. Misschien zitten we inzake efficiënt melken nu toch wel ongeveer aan de grens van het haalbare”, zegt Joris Relaes.

‘Farm-to-Fork’ is naïef

De ‘Farm-to-Fork’-politiek van Eurocommissaris Frans Timmermans kent geen genade in de ogen van de administrateur-generaal van ILVO. “Het is heel naïef om te denken dat een goed geïnformeerde consument meer wil betalen voor duurzaam gekweekt voedsel. De cijfers tonen het tegenovergestelde. Het is voor boeren heel moeilijk om milieukosten door te rekenen.

Er bestaat geen formule of politiek die de boer en de consument een eerlijke prijs garandeert. Europa heeft dat geprobeerd met zowel een protectionistisch beleid als met een geliberaliseerde vrije markt, en beide systemen hadden hetzelfde resultaat: te lage prijzen en boeren die afhaken.”

Faire behandeling van landbouw is belangrijk

Relaes ziet enkele gunstige tekenen aan de horizon. “De voedingsindustrie begint stilaan te beseffen dat een faire behandeling van de landbouwers belangrijk is.”

Voorts gelooft hij sterk in technologie. “De technologie heeft al veel problemen opgelost. Bij ILVO testen we nu autonome robots voor onkruidbestrijding. Die zijn nog te duur en staan nog niet op punt, maar dat kan snel veranderen. Ik kijk ook uit naar wat drones en artificiële intelligentie kunnen betekenen voor de landbouw.”

Daarnaast ziet hij kansen voor combinatieteelten. “Voor melkvee heb je eiwitten en zetmeel nodig en dat kan door maïs en bonen samen te planten. De Maya’s deden ons dat eeuwen geleden reeds voor.”

Bier en brood?

Relaes vraagt dat de politiek nu eindelijk eens keuzes zou maken. “Op welke sectoren van de landbouw willen we inzetten? We moeten daarbij eerst kijken naar waar we sterk in zijn: aardappelen, grove/verse groenten, peren, melkvee, vlas… En dan moeten we ons ook vragen stellen over wat we doen met onze biercultuur, waarvoor we de gerst grotendeels moeten invoeren, en met de baktarwe, die ook al uit het buitenland komt. En uiteraard zal de politiek in het ruimtelijke beleid keuzes moeten gaan maken”, besluit hij.

Filip Van der Linden

Lees ook in Actueel

Milde melkaanvoer in Europa

Economie Raf Beyers, adviseur bedrijfsontwikkeling en risk management bij United Experts, overliep op 20 maart met ons de financiële wereldsituatie en de internationale zuivelmarkten. De melkpoederprijzen gaan nog steeds in dalende lijn. Op de GDT-veiling werd 27% minder product verkocht dan vorig jaar.
Meer artikelen bekijken