Startpagina RULA: 'Landbouw en topsport'

Delfine Persoon: “Boksen is ook een schone stiel”

Topsport en landbouw vragen allebei passie en inzet. “Mocht ik een dochter hebben die kan kiezen tussen boeren of professioneel boksen, dan zou mijn advies toch boksen zijn. Dat is ook een schone stiel en minder lastig voor de rug”, zegt bokskampioene Delfine Persoon. Zelf zit deze boerendochter in de herfst van haar bokscarrière, maar ze wil nog 1 keer schitteren.

Leestijd : 8 min

Delfine Persoon heeft ongeveer alles gewonnen wat er in het internationale vrouwenboksen te winnen valt. Het ‘gestolen’ verlies tegen Katie Taylor en het zich niet kunnen bewijzen op Olympisch niveau zijn maar kleine haperingen naast de indrukwekkende lijst van gewonnen kampen. Tot dusver won ze 47 van de 50 kampen, waarvan bijna 19 met knock-out.

Op haar 38ste denkt ze stilaan aan haar afscheid in het boksen. “Ik wil in schoonheid eindigen. Ik ga mezelf niet laten gebruiken als opstapje voor jongere dames die de wereldtop willen halen. Als ik niet meer kan winnen, stap ik niet meer in de ring. Alleen die wereldtitel wil ik nog, om alles in schoonheid af te sluiten”, zegt Delfine.

Dankzij de overwinning tegen de Zuid-Koreaanse mag Delfine Persoon het binnenkort opnemen tegen de Amerikaanse Alycia Baumgardner.
Dankzij de overwinning tegen de Zuid-Koreaanse mag Delfine Persoon het binnenkort opnemen tegen de Amerikaanse Alycia Baumgardner. - Foto: Belga

Landbouwers hebben Delfine Persoon misschien al gezien op een van de landbouwbeurzen, waar ze dan ambassadeur is voor New Holland, fabrikant van landbouwmachines en een van haar trouwe sponsors. Ze deelt daar dan met veel plezier handtekeningen uit.

Het begon nochtans met ballet

Hoe wordt een boerendochter uit Moorslede wereldkampioen boksen? De weg naar de top begon bij Delfine bij ballet. “Wij hadden thuis een gemengd bedrijf. 600 varkens werden er afgemest in 3 grote stallen en daarnaast waren er bloemkolen, prei en knolselder als groenten en dan nog aardappelen en tarwe. Ik en mijn 2 zussen moesten al eens helpen met de groenten, maar we mochten hobby’s hebben. Dat vond mijn moeder belangrijk, want zij had daarvoor nooit de kans gehad”, schetst Delfine de situatie thuis.

“We begonnen met ballet. Dat was eigenlijk vooral omdat we konden meerijden met een nichtje naar de balletlessen, want mijn ouders konden hun werk niet stoppen om ons te brengen en te halen. Maar wij waren niet echt in de wieg gelegd voor ballet. We kwamen altijd naar huis met gescheurde kousen. Wij hadden meer interesse in crossmoto’s, waarmee we op het erf rondreden.”

IMG-20230527-WA0003

Na het ballet volgde onder meer veldlopen. “Op het veld met onze laarzen aan hielden ik en mijn zussen wedstrijdjes en daarna volgden er echte competitiewedstrijden. Mijn vader motiveerde ons door ons uit te dagen. Hij zei dat ik toch niet zou winnen en dan ging ik de uitdaging aan, alleen al om te bewijzen dat ik wel kon winnen.”

Geen tijd voor tweede zit

De ouders hadden niet veel tijd voor de hobby’s van hun dochters. “Het werd ons ingepeperd om zeker geen tweede zit te hebben op school, want in de zomer moesten we kunnen helpen op het veld. Maar we hebben ook nooit het gevoel gehad dat we iets tekort kwamen.”

Nog later volgde judo. “Eens ik daarvan geproefd had, liet het mij niet meer los. Het is een contactsport: eén tegen één. Je kan je niet verstoppen in de ploeg of in een peloton. Die adrenaline, dat is verslavend. Op training en wedstrijden kwam ik al eens Yves Lampaert en zijn broer Jens tegen. Zij haalden toen – net als ik – een hoog niveau in judo. Nationale selecties, buitenlandse stages en zo. Tijdens het naar huis fietsen, reden zij ons natuurlijk meteen los. Het was wel duidelijk dat er ook een wielrenner in Yves Lampaert zat.”

Op avontuur in het buitenland

Met de nationale jeugdselecties kon Delfine als Belgisch kampioene al eens naar het buitenland. “Dat was een avontuur voor mij als West-Vlaamse boerendochter. Thuis moest er meestal gewerkt worden en was er geen tijd om op reis te gaan. We wonnen wel eens een reis naar de Verenigde Staten en daarna zijn we met het gezin toch een paar keer op reis geweest, in de krokusvakantie, vóór het plantseizoen.

Tijd was altijd moeilijk. Vaak waren ik en mijn zussen op onszelf aangewezen. We moesten zelf onze weg zoeken in de wereld. Daar plukken we vandaag nog de vruchten van, denk ik.”

IMG-20230527-WA0004

Zoals Lampaert van judo naar wielrennen ging, ging Delfine van judo naar boksen. “Na een rugblessure was mijn judocarrière voorbij. Ik voelde mij zo goed in die contactsporten dat ik zocht naar een sport die dat benaderde en dat werd boksen. Fysiek heel uitdagend, maar je hebt niet zo de kracht op of het torseren van de rug.”

Boksen voor vrouwen was taboe

Delfine durfde thuis niet vertellen dat ze bokste. “Ik zei dat ik ging fitnessen. Pas bij mijn eerste bokswedstrijd, toen ik 22 jaar was, kregen mijn ouders in de gaten dat ik bokste en toen was het kot te klein. Nu begint het te veranderen, maar toen was boksen nog voor veel mensen taboe, zeker voor vrouwen.

Dat mijn ouders mij daar niet in steunden, motiveerde mij nog meer om ermee door te gaan. Ik heb intussen bewezen dat ik er ook goed in ben. Mijn ouders hebben het aanvaard, al was het nooit echt van harte. Het heeft lang geduurd voor ze naar een boksmatch zijn komen kijken. Nu ze met pensioen zijn, lukt dat al makkelijker.”

Ondertussen moet er ook gewerkt worden. “Het was van bij het begin duidelijk dat ik niet diegene zou zijn die de boerderij zou overnemen. Geen van de 3 zussen eigenlijk. Onze ouders hebben ons ook nooit in die richting geduwd. We hebben een mooie jeugd beleefd op de boerderij en tegelijk hebben we gezien hoe hard het boerenleven kan zijn.”

Delfine 7
Foto: FVDL

Het leven is geen ponykamp en het leven van een boer al zeker niet. “In tv-programma’s als ‘Boer zoekt Vrouw’ tonen ze altijd het mooiste van de stiel: een beetje met de tractor rondrijden en de fles geven aan een kalfje. Ze tonen niet hoe wij in de regen op het veld, met onze laarzen tot halverwege in de modder gezakt, met de hand de groenten van het veld haalden. Of hoe wij met ijskoud water de prei kuisten om ze klaar te maken voor de veiling. Er waren natuurlijk ook leuke momenten. In de zomer bloemkolen snijden, dat was mijn favoriete werkje.”

“Nooit zoveel uren per dag gewerkt als mijn vader”

Er is volgens Delfine in de maatschappij te weinig respect voor de boeren. “Ik heb veel respect voor mijn ouders en voor het harde werk dat ze geleverd hebben. Ik werk nu fulltime en train daarna om op wereldniveau te boksen en mensen vragen zich soms af hoe ik dat kan combineren. Ze vergelijken dat met 2 voltijdse jobs, terwijl ik het gevoel heb dat ik per dag nog niet zoveel uren werk als mijn vader deed als boer, want ik heb zelfs nog wat tijd over voor mezelf. Op een zondag moet ik niet werken en dan ga ik een paar uurtjes gaan lopen. Voor een boer bestaat zo’n soort zondag niet.”

Delfine 9
Foto: FVDL

Delfine werkt bij de Coördinatie- en Steundirectie van West-Vlaanderen (federale politie). Als ze beelden ziet van een boerenbetoging, twijfelt ze soms welke kant ze moet kiezen: die van de boeren of die van de politie. “Mijn eerste gedachte is altijd of alles toch wel veilig verloopt. En gelukkig zijn er bij de recentste boerenbetogingen ook geen grote incidenten geweest, anders dan bijvoorbeeld in Nederland. Tegelijk geef ik de boeren geen ongelijk. Ze hebben goede redenen om op straat komen. Er moet meer naar hen geluisterd worden.”

Boerderij werd kinépraktijk

Delfines jongste zus is kinesiste en zij verbouwde de boerderij tot haar praktijk. “Mijn vader bewerkt nog wat land en heeft nog zijn tractor en een handvol dieren. Vooral als bijverdienste op zijn pensioentje en om bezig te blijven.”

Zelf gaat ze na haar topsportcarrière door in de bokssport. “We hebben na een lange zoektocht naar voldoende middelen een locatie gevonden voor een nieuwe zaal. In vergelijking met het zaaltje achter café De Boksneus aan het station van Lichtervelde is de locatie in Gits een moderne, open ruimte, met veel meer mogelijkheden om te trainen en voor wedstrijden. Ik en mijn trainer Filiep Tampere willen op die nieuwe locatie nieuwe bokstalenten ontdekken en vormen.

De tijd dat je om te boksen uit een ‘stevig’ milieu als de bouw of de landbouw moest komen, die ligt achter ons. Als je talent hebt om te boksen, maakt het niet zo veel uit waar of hoe je opgegroeid bent, maar het helpt wel als je fysiek en mentaal tegen een stootje kan”, zegt Delfine.

Zelfstandiger en meer initiatief

Trainer Filiep Tampere, zelf een voormalige hoefsmid, ziet wel een verschil. “Dat boerenzonen en -dochters het vaak beter doen in verschillende sporten, heeft een paar redenen. Op het moment dat ze beginnen met sporten, zijn ze zelfstandiger en nemen ze meer initiatief. Hun pijngrens ligt vaak hoger dan gemiddeld”, zegt de trainer.

“In de boksclub hebben wij soms jongeren voor wie boksen een manier is om hun plaats te vinden in de maatschappij. Jongens en meisjes met ADHD of autisme of die gepest worden, vinden hier hun weerbaarheid en hun uitlaatklep. Migranten leren we in de ring Nederlands, of eerder West-Vlaams. Mensen die zichzelf op de een of andere manier in de problemen gewerkt hebben, krijgen hier een tweede of een derde kans. Voor al dat sociaal werk krijgen we jammer genoeg geen subsidies”, zegt Tampere.

Boksen voor managers

In de nieuwe zaal gaan Delfine en Filiep ook ‘gentlemen’s boxing’ organiseren: boksen voor bedrijfsleiders en managers. “Zo leren ze omgaan met de adrenaline en de stress die je voelt als je de ring instapt voor een kamp.

Boksen is zoveel meer dan op mekaars gezicht slaan. Het is strategie, training, techniek, uithouding, inschatten van de tegenstander, een winnersmentaliteit kweken, improviseren in onverwachte situaties, zwakke punten zoeken in de verdediging van je opponent, je eigen sterktes uitspelen, leren incasseren… allemaal zaken die ook in het dagelijkse leven of in de bedrijfswereld een verschil kunnen maken”, stelt Tampere. “Een beetje zoals een boer die het opneemt tegen de natuurelementen, of tegen de waterval van reglementen”.

Uitverkochte zaal

Delfine Persoon doet nog één keer een gooi naar de wereldtitel. Op 28 mei won ze in Torhout van de pittige Zuid-Koreaanse Bo Mi Re Shin. Het kostte Delfine en haar sponsors een smak geld om die match naar België te kunnen halen. “De zaal was weken vooraf uitverkocht. Meer dan duizend mensen zaten te kijken. Ik vond het jammer dat geen enkele Belgische tv-zender die wedstrijd rechtstreeks wilde uitzenden. Dan voel je toch weer dat boksen nog niet algemeen aanvaard wordt als topsport. Terwijl mijn wedstrijd tegen Katie Taylor in New York in Vlaanderen méér tv-kijkers lokte dan de Ronde van Vlaanderen.”

Dankzij de overwinning tegen de Zuid-Koreaanse mag Delfine Persoon het binnenkort opnemen tegen de Amerikaanse Alycia Baumgardner.

Filip Van der Linden

Lees de verhalen van 5 andere topsporters met landbouwroots in het RULA-magazine via deze link.

 

Lees ook in RULA: 'Landbouw en topsport'

Paratriatleet Wim De Paepe: “Mijn roots in de landbouw stuwen mij altijd verder vooruit”

RULA: 'Landbouw en topsport' Wim De Paepe is een paratriatleet, die opgroeide op een landbouwbedrijf in Waals-Brabant. Op het einde van vorig jaar veroverde hij een bronzen medaille op de wereldkampioenschappen in Abu Dhabi. De discipline en het sterke karakter dat je in deze discipline nodig hebt, vinden zonder twijfel hun oorsprong in zijn opleiding en in de omgeving waarin hij opgroeide.
Meer artikelen bekijken