Startpagina Veeteelt

Ondersteuning van overheid voor de veehouderij

De overheid biedt financiële ondersteuning voor investeringen (VLIF-steun), vorming en advies en samenwerkings- en demonstratieprojecten. Het nieuwe GLB biedt een brede waaier aan steunmaatregelen. Vijf hiervan worden verder nader toegelicht. Meer informatie is ook te lezen op de website van het departement Landbouw en Visserij.

Leestijd : 2 min

De VLIF-steun (Vlaams Landbouwinvesteringsfonds) voor productieve investeringen is de meest bekende investeringssteun aan actieve landbouwers (of aan een groep) met een verdiencapaciteit (SVC) van meer dan 20.000 euro. Net zoals vroeger zijn de steunpercentages afhankelijk van de duurzaamheid van de investering. Bij het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) is een apart budget voorzien voor Ammoniak EmissieReducerende investeringen (AER). Er is dan ook een aparte tegel voorzien op het e-loket waar men per blokperiode de steun kan aanvragen.

AER-investeringen

Er wordt voor de AER-investeringen een onderscheid gemaakt tussen nieuwbouw en andere investeringen. Met ‘nieuwbouw’ wordt bedoeld alle investeringen in nieuwe rundvee-, kippen- en varkensstallen waarin ammoniakreducerende technieken (onroerende investeringen) toegepast worden en die gebouwd worden met een omgevingsvergunning die dateert vanaf 1/1/2023. Voor deze nieuwbouwstallen geldt een steunpercentage van 40% voor de hele stal. Indien minstens één van de bedrijfsleiders jonger dan 40 jaar is, wordt het steunpercentage 65%.

Voor de niet-nieuwbouwinvesteringen geldt een steunpercentage van 80%, maar enkel voor de emissiereducerende technieken zelf, bijvoorbeeld bij de investering in een bestaande stal of in een stal met vergunning die dateert van voor 1/1/2023, of bij een investering met enkel een mestrobot (roerende investering). De andere deelinvesteringen moeten in dat geval dan aangevraagd worden via de tegel ‘VLIF productieve investeringen’ op het e-loket.

VLIF-innovatiesteun

Wil je als actieve landbouwer met een SVC van minimum 20.000 euro of als groep van landbouwers een innovatieve investering doen die nog niet op de VLIF-lijst staat, of een belangrijke andere uitvoering ervan, dan kan de VLIF-innovatiesteun je een duwtje in de rug geven. Hierbij worden niet alleen de investering, maar ook begeleidingskosten gesteund met 50 %. Voor de meetkosten kun je 65 tot 80% steun ontvangen. De selectie van de aanvragen gebeurt door een beoordelingscommissie.

Forfaitaire VLIF steun

Voor bedrijven die een vernieuwend verdienmodel op het landbouwbedrijf willen opstarten, is er een forfaitaire steun. Het kan gaan om een volledig nieuw bedrijf of een nieuwe bedrijfstak. De aanvrager maakt hiertoe een bedrijfsplan op. Landbouwers die na het uitvoeren van het bedrijfsplan (nog steeds) voldoen aan de definitie van actieve landbouwer en die een verdiencapaciteit hebben van meer dan 7.500 euro, komen in aanmerking voor deze steun. De steun bedraagt 20.000 euro tot 40.000 euro, afhankelijk van de omzet die gegeneerd wordt door het nieuwe verdienmodel.

 

EIP-projecten

Heeft een landbouwer een idee/vraag/probleem waarbij een samenwerking nodig is met diverse projectuitvoerders (= operationele groep) zoals onderzoekers, adviseurs, actoren uit de agrovoedingsketen), dan is de jaarlijkse oproep van EIP (Europese innovatiepartnerschappen) een opportuniteit.

Vorming en advies

In het nieuwe GLB zijn ook de mogelijkheden voor vorming en advies uitgebreid. Individueel bedrijfsadvies en vorming via de vormingscentra blijven behouden. Iedere actieve landbouwer krijgt echter ook een bedrag beschikbaar in zijn/haar kennis-portefeuille.

Dep. Landbouw en Visserij, SN

Lees ook in Veeteelt

Meer artikelen bekijken