Startpagina PotatoEurope

Bij Raf Patat: “We zetten heel goed in op risicospreiding”

Als een echte Kempenaar staat aardappelboer Raf Vangeel met beide voeten op de grond, een die gevuld is met aardappelen. En hij verkoopt ze ook het liefst zelf. “Ik neem alles het liefst zelf in handen”, vertelt Raf. “We doen aan risicospreiding, zodat we altijd wel aardappelen kunnen leveren.” Het motto van het bedrijf is niet zomaar ‘van het land naar de klant’.

Leestijd : 7 min

R af Vangeel en zijn vrouw Kim hebben allebei een passie voor landbouwonderwijs. Kim geeft les aan de eerste graad aan het Sint-Aloysius-college. Raf studeerde eerst zelf aan de landbouwschool, en volgde de opleiding tot landbouwingenieur. “Nu geef ik les aan de landbouwschool in Geel. Daar geef ik ‘Teelten’, ‘Boekhouding’, ‘Fytolicentie’ en de theorie en praktijk van varkens aan het 5e en 6e jaar Technisch. Ik doe ook eindwerkbegeleiding. De combinatie met het aardappelbedrijf maakt dat ik nooit voor 10 uur ’s avonds thuis ben. Ik doe het al 20 jaar op die manier, maar er zal toch iets moeten veranderen.”

Toch is Raf gebeten door wat hij doet. De eerste zaadjes voor het landbouwbedrijf liggen dan ook bij de school waar hij les geeft. Na 5 jaar het vak ‘Teelten’ gegeven te hebben, wou de teler de leerlingen echt kennis laten maken met de praktijk. Er werd 0,3 ha aan aardappelen aangelegd als project. “Op die manier waren de studenten van poten tot oogst betrokken bij het opvolgen van de teelt. De oogst en nog wat extra aardappelen werden via de hoeve thuis verkocht”, vertelt Raf nog. De verkoop van de aardappelen was een eerste succes, en daar bleef het niet bij.

 

Vlotte verkoop

De vraag steeg en het areaal werd elk jaar groter. Een deel van de grond is van zichzelf, en een deel pacht hij.

De verkoop van de aardappelen verloopt vlot. “Mensen kunnen onze aardappelen terugvinden in onze hoevewinkel, in groentewinkels, supermarkten, op de zondagsmarkt in Herentals, in een aantal Carrefour-supermarkten en in onze aardappelautomaat een aantal kilometer van de boerderij. We leveren ook aan enkele hoevewinkels die hun eigen producten verkopen en onze aardappelen. In totaal gaat het om ongeveer 37 adressen.”

Het hoevewinkeltje is klein, maar ideaal voor wat ze willen. “De ruimte is oud, maar heeft zeker zijn charmes”, vindt Raf. De mensen kunnen er vooral voor de aardappelen terecht, maar er is ook een beperkt aanbod ajuinen, eieren en honing. De aardappelen worden verkocht in papieren verpakkingen van 5 en 10 kg, maar ook van 2,5 kg. “Mensen eten niet meer elke dag aardappelen, die zakjes van 2,5 kg worden goed verkocht.” Het principe is zelfbediening en iedereen kan er binnen van 8 tot 20 uur. Betalen kan cash via de brievenbus of via Payconiq. In het algemeen merkt hij geen misbruik. “Toch hebben we het al 2 keer voorgehad dat de inhoud van de kassa gepikt werd. Tja, je leert met de bluts en de buil. Eerst hing de kassa tegen de muur, nu hebben we hem achter de muur geïnstalleerd.”

De hoevewinkel is klein, maar ideaal voor wat ze willen. “De ruimte is oud, maar heeft zeker zijn charmes”, vindt Raf.
De hoevewinkel is klein, maar ideaal voor wat ze willen. “De ruimte is oud, maar heeft zeker zijn charmes”, vindt Raf. - Foto: MV

Last but not least: bij Raf Patat kan je ook terecht voor vleespakketten. Het vlees is van de eigen varkens. “Mijn vader heeft nog een varkensbedrijf, waarbij hij zeugen houdt, en nog een deel vleesvarkens. Die worden geslacht en een plaatselijke beenhouwer maakt ze klaar.” 

Alles in eigen handen

Raf geeft aan dat hij alles het liefst in eigen handen neemt, aangezien hij zo perfect weet wat er gaande is op het bedrijf. “Dan gaat het om transport, het sorteren, maar ook de machines. Het poten, spuiten, oogsten, enzovoort gebeurt in eigen beheer. Ook als er iets kapot is, proberen we dat zelf op te lossen en te maken. Dat doe ik, of mijn vader, die meehelpt op het bedrijf. Ook mijn vrouw Kim helpt bij de oogst, en bij mijn kinderen Louis en Jules, die nog maar 12 en 8 jaar zijn, merk ik ook een gezonde interesse”, vertelt hij. Ook aan zijn ouders heeft hij nog veel hulp. Hoewel ze al een varkensbedrijf runnen, springen ze geregeld bij. Moeder Leona helpt in de hoevewinkel. Ze poetst de winkel en vult de aardappelen bij. “Ze doet ook graag een babbel met de klanten. Daarnaast hebben we nog 1 gast die voor een aantal uren komt werken.”

Een opkomend groot probleem is knolcyperus. Wat veel werk vraagt, is het afspuiten van de machines tussen 2 percelen, om geen overdracht te krijgen van knolcyperus van gehuurde percelen waarvan je niet weet of de knolletjes aanwezig zijn. Knolcyperus is een opkomend probleem, samen met doornappel. Om deze verspreiding te voorkomen is er een streng protocol dat iedereen hier kent qua machinegebruik en hygiëne. Raf kocht recent wel nog een nieuwe sproeier die hem wel wat tijd bespaart. “Ik kan er meerdere hectaren in 1 keer meer doen, want er kan 2.000 l in de tank”, klinkt hij tevreden.

Ook doornappel begint in de contreien op te komen. Die moet weggenomen worden voor het in zaad komt, en die trekt hij handmatig uit.

 

Risico spreiden door veel rassen

Raf Patat biedt veel soorten rassen aan. Er zijn zo’n 10 rassen in omloop. De teler besliste bovendien om een eigen proefveld aan te leggen. “We hebben een zandgrond, en we willen daar goede aardappelen op telen. We willen goede kwaliteitsaardappelen aanbieden, en dat kan als je het juiste bemestingsplan met een goede rassenkeuze combineert”, legt hij uit. Op elk perceel liggen daarom minstens 2 aardappelrassen. Op die manier wil Raf aan risicospreiding doen. “Er zijn immers genoeg uitdagingen, zoals aaltjes en droogte. We willen niet alle eieren in 1 mand leggen. Daarnaast helpt de rotatie bij de risicospreiding, we wisselen aardappelen af met graan en korrelmaïs. Voor de granen kiezen we het liefst voor wintertarwe. De zaai van graan valt wel samen met die van de aardappelen, dus dat vraag wel wat planning.”

Op zijn velden is het gamma aardappelen dus heel divers. Raf kan de rassen in één adem opnoemen: Annabelle, Jelly, Frieslander, Solist, Asterix, Charlotte, Maritime, Maritiema, La Ratee, La Ratte, Carne Corne de Gatte of geitenhoorn, Ottowa en Valencia. Ze zijn niet allemaal even bekend. “Het zijn allen consumptieaardappelen, maar Jelly, Frieslander en Ottowa gebruik ik ook een beetje voor frieten. La Ratte is een aardappel voor restaurants, Carne de Gatte vind ik speciaal. Die hebben echt alle vormen. Die kan je ook niet schillen, die moet je in het vel koken. Ottawa ligt nu ook aan als proef.”

Dit jaar is hij ook gestart met 0,3 ha aan bataat. Hij koos ervoor om geen plastic op de ruggen te leggen en om ook niet te irrigeren. “Volgend jaar wil ik wel irrigeren, met een druppeldarm”, legt hij uit. De bataat zal in de winkelrekken van Carrefour en Spar liggen. “Of we dat in vrac gaan doen of in een verpakking, weten we nog niet. Alleszins, als we voor een verpakking kiezen, dan zal het een papieren verpakking zijn.”

 

Last van de droogte

“Risicospreiding door te kiezen voor een groot aantal rassen, was ook dit jaar weer een goede keuze. Door de keuze van rassen worden de aardappelen op verschillende momenten gepoot en ik probeer de juiste percelen te kiezen. Op die manier begint de oogst in juni, en eindigt de oogst van de laatste percelen in november”, vertelt Raf.

Bij de partijen van de vroegste aardappelen was de oogst niet goed. “Afhankelijk van het perceel werd er slechts 20 à 30 ton per hectare geoogst. Ook de grofte was slecht, zodat er geen friet in zat.” De tweede oogst was beter, omdat er wat regen was geweest. Met de regen was er wel sprake van opdroogdruk, maar de ziekten is hij wel voor kunnen blijven. Ook voor de late rassen ziet hij het positief in. “Die hebben nog maleïnehydrazide gehad.”

Dit jaar heeft hij naar eigen zeggen de percelen goed gekozen naar droogte toe. “Het is altijd wel wat geluk hebben. We kunnen niet beregenen, want er is geen installatie en er zijn geen putten in de buurt. Moest er droogte zijn, dan kunnen we wel de eerste – de vroegste – percelen bevloeien en dus redden. Hiervoor vullen we een schone beertank met water. Voor de rest van het jaar hopen we dat Moeder Natuur ons goed gezind is. We hebben bewust geen beregening, want daarmee ben je getrouwd voor de rest van het jaar. Het kost ook veel arbeid.”

Vooraan in de loods is een verwerkingsruimte voorzien. De aardappelen worden  er gesorteerd en verpakt.
Vooraan in de loods is een verwerkingsruimte voorzien. De aardappelen worden er gesorteerd en verpakt. - Foto: MV

De aardappelen bewaart hij in kisten in een loods die hij liet bouwen in 2017. “Ik heb recent een nieuwe koeling gekocht”, geeft hij mee. Hij kiest er ook voor om Argos en 1,4 Sight te gebruiken naar kiemremming toe. Dat kan hij koud vernevelen, want hij kocht ook zelf een koudvernevelaar. Vooraan in de loods is een verwerkingsruimte voorzien. “De aardappelen worden er gesorteerd en verpakt.”

 

Laatste maanden voor het varkensbedrijf

Het varkensbedrijf van zijn vader baart Raf wel wat zorgen. Dat bedrijf is opgericht in 1982, maar zal na de varkenscall vrijwillig stoppen. Het bedrijf kende zijn piekmoment met 150 zeugen. Mettertijd werd de huurstal afgestoten. Van 150 zeugen ging het naar 100 zeugen, en op dit moment zijn er nog slechts 70. De stallen zullen waarschijnlijk loodsen worden voor opslag.

De investeringen die gedaan werden, bleken opeens nutteloos. “Mijn ouders investeerden in groepshuisvesting, en de kraamstal werd 15 jaar geleden gerenoveerd. Nu wil de overheid ons ammoniakmaatregelen laten implementeren tegen 2030, maar die investeringen kunnen we toch niet doen voor het aantal varkens dat er nog is. Dat lijkt ons niet rendabel. Als we iemand konden vinden die verder zou willen doen, zou dat goed zijn… Maar wie wil het nog? Aan het vak zijn wel wat risico’s verbonden. Het heeft mij, en vooral mijn vader, slapeloze nachten bezorgd.”

Als leerkracht heeft Raf het er ook bijzonder moeilijk mee. “Hoe moet ik mijn leerlingen hoop geven als hun ouders het al niet meer zien zitten? Als een volwassene het al niet weet, een 16-jarige dan ook niet. Ik maak me zorgen. De gemiddelde leeftijd van de landbouwer is al hoog, wie zal later het werk nog willen doen? De overheid heeft gemakkelijk praten. Ze ijveren voor een natuurherstelplan, maar ik ben ervan overtuigd dat binnen enkele jaren een landbouwherstelplan nodig zal zijn.”

Marlies Vleugels

Lees ook in PotatoEurope

Meer artikelen bekijken