Startpagina Vleesvee

Wij leerden werken op gevoel, en daardoor staan we volledig achter ons product

Op de Dag van de Landbouw, 17 september, kan je een kijkje gaan nemen bij hoeve ‘t Waterbos in Herent. Pieter Stessel en Jessie Bosmans verkopen er sinds 2003 vlees van hun eigen Belgisch witblauw-runderen. Dankzij de waardering die ze van hun klanten krijgen, staan ze elke dag met volle goesting op om hard te werken. “Het maakt een wereld van verschil als je elke dag feedback krijgt over je producten”, klinkt het.

Leestijd : 9 min

Omdat hun hoeveslagerij dit jaar 20 jaar bestaat, en hun winkel 10 jaar, besloten Pieter en Jessie om op 17 september voor de derde keer mee te doen met de Dag van de Landbouw. “De vorige keer dat we deelnamen, openden we onze winkel”, zegt Pieter. “Hoog tijd dus om iedereen nog een keer te verwelkomen op ons bedrijf.”

De waarde van waardering

De passie voor hun vak en hun vlees spat eraf als je met Pieter en Jessie praat. Zelf zijn ze ervan overtuigd dat ze hun job zo graag doen doordat ze regelmatig positieve reacties mogen ontvangen van hun klanten. “Ik kan me niet voorstellen dat wij even happy in het leven zouden staan als we ons vlees verkochten aan de handel”, zegt Jessie. “Wij krijgen nu elke dag waardering voor wat we doen, en dat maakt dat je gaat voor kwaliteit. Als je dier naar de handel gaat, is je eerste doel een zwaar karkas. De kwaliteit komt dan misschien op de tweede plaats.”

Pieter stapte na zijn graduaat Landbouw in het bedrijf van zijn ouders, die hun bedrijf hadden uitgebreid zodat hij zijn droom kon waarmaken. “Mijn ouders hadden oorspronkelijk 30 Belgisch witblauw-runderen en wat akkerbouw”, vertelt Pieter.

“Ze gingen beiden nog voltijds buitenshuis werken, dus voor hen was het houden van runderen eerder een hobby. Toen ze ontdekten dat ik landbouwer wilde worden en graag mee in het bedrijf wou stappen, kochten ze een voormalig witloofbedrijf om uit te breiden. Ondertussen zijn we geëvolueerd tot een mooi bedrijf met 200 runderen, 100 ha akkerbouw, 70 ha gras, een hoevewinkel en een hoeveslagerij. Mijn ouders zitten niet meer in het bedrijf, maar in 2007 kwam Jessie erbij. Ze studeerde een jaar eerder, net als ik, af van haar graduaat Landbouw.”

Werken op gevoel

“Pieter en ik hebben dezelfde kijk op ons bedrijf”, gaat Jessie verder. “We geven beiden heel veel om kwaliteit en werken graag op gevoel, al is dat iets dat gegroeid is over de jaren. We geven minder om het volgen van regeltjes die we bijvoorbeeld leerden in onze opleiding. Vroeger kochten we een weegschaal om te weten wanneer we een koe bij de stier mochten zetten, of moest het kalf na 3 maanden af de koe. Regels werden minutieus toegepast.

Nu proberen we zelf aan te voelen wanneer de tijd rijp is, en dat is afhankelijk van dier tot dier. We laten de kalfjes graag wat langer op de weide bij de moeder staan. Dat is het verhaal dat wij willen brengen. Wij werken ook niet met kunstmatige inseminatie (KI), maar met een dekstier. De koeien gaan daar in groep bij en krijgen tijd om drachtig te geraken. Natuurlijk blijft een koe die niet drachtig geraakt niet op ons bedrijf, maar ze krijgt misschien wel een extra kans omwille van onze bedrijfsvoering.”

“Een ander groot verschil met klassieke afmestbedrijven, is dat wij onze koeien liever ‘te lang” op ons bedrijf houden dan te kort”, pikt Pieter in. “Als een koe volgens de regel klaar is om geslacht te worden, laten wij die met een gerust hart nog enkele weken langer op ons bedrijf staan. Een koe heeft tijd nodig om slachtrijp te worden, en volgens ons wordt er veel te veel vee geslacht dat nog niet slachtklaar is. Bij klassieke vleesveebedrijven komt dat doordat de box met koeien in één keer leeg moet, om ook meteen terug opgevuld te worden. Wij slachten elke week één koe, waardoor wij uit die box elke week de meest rijpe koe kunnen halen.

Onze koeien staan ook redelijk mager op de weide, omdat we hun enkel krachtvoer geven in de afmest. Voor de rest moeten ze het doen met het ruwvoer dat ze krijgen. Tijdens het zogen staan ze zeker mager, maar als ze dan op de afmest gaan, schrik je van hoe hard ze groeien. Ze maken dan nieuw vlees aan, wat volgens ons betere kwaliteit geeft.

Ieder heeft natuurlijk zijn eigen werkwijze, maar deze werkt het best voor ons. De karkassen die van het slachthuis terugkomen, laten wij ook een volle week in de frigo hangen. Alleen zo ben ik ervan overtuigd dat dat karkas volledig doorkoeld is. Dat karkas kan daar even hangen, omdat er een extra laagje vet op zit doordat onze runderen later naar het slachthuis gaan. Wij vinden het ook niet erg om wat meer tijd te steken in het verwijderen van die vetlaag.”

Sanne Nuyts Fotografie-4

Gestart in korte keten

In 2003, het jaar waarin Pieter en Jessie elkaar leerden kennen, richtte Pieter thuis voor het eerst een beenhouwerij in. Het was al langer zijn droom om vlees te verkopen via de korte keten, en ook om dat vlees zelf te versnijden. Daarom volgde hij gedurende 2 jaar een cursus beenhouwerij in avondschool.

“Voordat ik die cursus volgde, had ik zeer weinig kennis van vlees versnijden. De eerste jaren dat onze beenhouwerij open was, hadden we nog een slager in dienst. Van hem had ik al wel wat geleerd, maar het meeste heb ik geleerd van mijn leraar in het tweede jaar avondonderwijs, Frans was zijn naam. Hij is enkele keren hier komen tonen hoe je een rund versnijdt. Hij deed het voor en ik deed het na. Hij zette kleine sneetjes in het vlees, zodat ik de dag erna nog zou weten waar te snijden.

We zijn nu 20 jaar later, en ik ben heel trots op het werk dat wij hier verzetten. We slachten één rund per week en hebben nooit overschotten. Vroeger verkochten we pakketten vlees van 30 tot 60 kg. Dat was een groot succes. Na enkele jaren merkten we dat die pakketten te groot werden, en de diepvriezers van klanten te klein. We kregen regelmatig de vraag om kleiner te verpakken, maar daar moesten we toch even over nadenken.

Het verkopen van kleine porties zou betekenen dat we heel onze werking moesten veranderen en met beide voeten in het korteketenverhaal moesten springen. We kozen ervoor om die sprong te wagen, en wat zijn we blij dat we dat gedaan hebben. Natuurlijk vragen we ons soms wel eens af waarom we onszelf zoveel druk op leggen, maar uiteindelijk is het dat allemaal waard”, aldus Pieter.

Het aanbod van de hoevewinkel van ‘t Waterbos is zeer uitgebreid. Veel klanten maken gebruik van een winkelkar om er te winkelen.
Het aanbod van de hoevewinkel van ‘t Waterbos is zeer uitgebreid. Veel klanten maken gebruik van een winkelkar om er te winkelen. - Foto: SN

Eigen vlees eerst

“Wij verkopen enkel vlees van onze eigen koeien”, zegt Jessie. “Pieter en ik willen voor 100% achter het product staan dat we verkopen. Wij hebben nog nooit een kilogram rundvlees van iemand anders verkocht als we zelf vlees tekort kwamen. Dan verkopen we nog liever niets. Is de entrecôte op? Dan is dat maar zo. Het vlees moet op onze boerderij, op onze eigen manier gegroeid zijn.

Klanten maakten ons al snel duidelijk dat ze graag een compleet aanbod wilden vinden in onze hoevewinkel. We kozen er daarom voor om op de vroegmarkt groenten en fruit aan te kopen die we lokaal niet konden vinden. De streekproducten, zoals bijvoorbeeld de sappen, confituur, wijn... verkopen ook erg goed. Op feestdagen zetten we manden met streekproducten extra in de kijker en dat lokt klanten naar onze winkel. Hoe uitgebreider ons aanbod, hoe meer mensen we aanspreken. Iemand die eerst enkel voor honing komt, pakt na een tijd ook wel eens een stuk vlees of aardappelen mee. We hebben zelfs echte winkelkarren in onze winkel staan die veel gebruikt worden.

Mensen durven van redelijk ver naar hier afzakken. We horen regelmatig van oudere mensen dat ze eigenlijk nog weinig vlees eten, omdat ze de kwaliteit van vroeger niet meer terugvinden. Zij komen dan speciaal daarvoor naar hier. Ouders zeggen ook vaak dat hun kinderen meteen het verschil proeven tussen vlees van hier en vlees uit de supermarkt. Wij vinden dat natuurlijk heel leuk, ook al nemen ze maar een paar stukjes vlees mee. Het is belangrijk dat mensen kiezen voor kwaliteit, en niet voor het goedkoopste. Al is het hier zeker niet duurder dan bij de slager of in de supermarkt.”

Durven vertrouwen op hulp

Jessie: “In 2013 ging onze kleine winkel voor de eerste keer open. Dat vierden we met een deelname aan de Dag van de Landbouw. Na grote verbouwingen op ons bedrijf ging in 2020 onze nieuwe, veel grotere winkel open, en zoals iedereen weet, was 2020 het jaar van corona.

Onze winkel mocht gelukkig openblijven, wat voor een grote boost in onze verkoop zorgde. Mensen stonden in een lange rij voor de deur aan te schuiven door regen en wind. In de plaats van één, verkochten we toen 2 runderen per week. Dat was niet normaal. We hebben ondertussen een trouw klantenbestand opgebouwd met verschillende mensen die hier al vele jaren over de vloer komen. Daar zijn we heel dankbaar voor.

Onze winkel draait nu op klein verpakt diepvriesvlees. Dat geeft ons de ruimte om alles werkbaar te houden. Een grote stock zorgt ervoor dat we voldoende vlees in de aanbieding hebben. Vers vlees kan ook altijd besteld worden, maar moet afgehaald worden op afgesproken momenten.”

“Zonder de hulp van onze ouders en werknemers zouden we het werk op ons bedrijf niet rondkrijgen”, gaat Pieter verder. “Jurgen is onze voltijdse werknemer die hier al vele jaren werkt. Het is zijn taak om de dieren te verzorgen en de stal in orde te houden. Daarnaast hebben we ook nog 2 jobstudenten die in de winkel staan.

Onze ouders helpen elke vrijdag het vlees verpakken. Dat gaat meestal aan een lager tempo, in combinatie met wat meer koffiepauzes. Wij zijn heel dankbaar dat zij dat willen doen, want dat bespaart ons natuurlijk veel werk en uurloon.

Jessie staat samen met de jobstudenten in de winkel, en plaatst de bestellingen. Ze doet ook de boekhouding, helpt verpakken in de hoeveslagerij en doet het huishouden. Ikzelf ben beenhouwer van dienst en ik doe het veldwerk en het werk in de stal. We zijn echter multifunctioneel en helpen elkaar waar nodig.”

Voorlopig geen opvolging

Jessie en Pieter hebben 3 kinderen, maar zien daar voorlopig nog geen opvolger in. “Natuurlijk zouden Wout (15), Flore (12) en Cisse (9) ons bedrijf mogen overnemen, maar we vrezen dat dat moeilijk zal zijn. Het bedrijf is te groot om alleen over te nemen, want alles moet eerlijk verdeeld worden. Wie dan het bedrijf zou overnemen, staat voor een grote financiële uitdaging. De beste oplossing is dat ze alle 3 samen het bedrijf overnemen, maar dat zien we niet echt gebeuren”, aldus Pieter.

Jessie: “We proberen de kinderen elk jaar mee op vakantie te nemen tijdens de eerste dagen van juli. We rekenen dan op Jurgen en de vader van Pieter. We gaan dan het best zo ver mogelijk op reis, zodat Pieter niet in de verleiding komt om terug te keren. Als hij aan onze Noordzee een maaidorser ziet rijden, krijgt hij stress dat hij dat ook dringend moet doen, en durft hij wel eens heen en weer rijden. Als we in Zuid-Frankrijk zijn, kan hij niet zomaar over huis. De kinderen genieten heel hard van die tijd met ons 5, want ook al werken wij van thuis uit, de quality time is redelijk beperkt.

Dag van de Landbouw

“Na 10 jaar nemen we opnieuw deel aan Dag van de Landbouw,” vertelt Jessie, “en we gaan het groots aanpakken, want we hebben wat te vieren. In 2023 bestaat onze slagerij 20 jaar en onze winkel 10 jaar. We verwachten duizenden bezoekers, want we gaan niet voor minder dan de 4.000 bezoekers van 2013.

We zullen drank en versnaperingen voor de volwassenen voorzien en van- alles om de kindjes de beste tijd van hun leven te bezorgen. Zo zetten we 2 springkastelen, een stropiramide, we maken een blotevoetenpad, en zorgen voor traptractors. Er zullen ook knuffelkalfjes aanwezig zijn en we halen enkele koeien terug van de weide, zodat de stallen niet leeg staan.

We zullen ook ons best doen om alle bezoekers wegwijs te maken op onze boerderij. Zo zullen er overal bordjes met uitleg staan, en kunnen ze ook uitleg vragen aan ons, onze ouders en helpers. Vorige keer gaven we rondleidingen, maar dat was eigenlijk niet te doen met zo’n grote groepen. Gelukkig kunnen we ook rekenen op de hulp van de Landelijke Gilde, Ferm en de Scouts van Buken.

Als extraatje geven we deze keer ook een fuif op vrijdagavond, alsof het nog niet druk genoeg was”, lacht Jessie. “We maken onze machineloods volledig leeg en richten die gezellig in als fuifzaal. Er komt een bandje uit het dorp en daarna is het aan de DJ om de sfeer erin te brengen. We willen heel het dorp en graag ook de dorpen hier rondom betrekken tijdens dat weekend. Laten we hopen op goed weer, en dan komt dat volk vanzelf!”

Sanne Nuyts

Op 17 september kan je over heel Vlaanderen landbouwbedrijven bezoeken. Meer info vind je via www.dagvandelandbouw.be.

Lees ook in Vleesvee

Meer artikelen bekijken