Startpagina Recht

Wat doe ik tegen overhangende takken van mijn buurman?

“Mijn buurman laat de takken van zijn bomen ver over mijn akker groeien. Ik heb daardoor duidelijk minder opbrengsten. Wat kan ik hiertegen ondernemen?”

Leestijd : 4 min

Om het probleem van de overhangende takken van uw buurman op te lossen, kunt u concrete stappen ondernemen.

Verwijdering van de takken

Boek 3 Goederen van het Burgerlijk Wetboek bevat een uitdrukkelijke bepaling die u in staat stelt om de overhangende takken van uw buurman te (laten) verwijderen. Art. 3.134 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat u de eigenaar van de beplantingen een aangetekende ingebrekestelling kan sturen met het verzoek om de doorschietende takken of wortels te verwijderen.

Als uw buurman niet binnen 60 dagen na deze ingebrekestelling overgaat tot de verwijdering, geeft de wet u de keuze tussen 2 mogelijkheden. Ofwel kan u op kosten van uw buurman zelf de doorschietende takken of wortels wegsnijden en toe-eigenen. Hierbij dient opgemerkt te worden dat u in dat geval wel de eventuele schade draagt die u hierdoor aan de beplantingen toebrengt. Ofwel kan u van uw buurman eisen dat hij zelf de doorschietende takken of wortels wegsnijdt. Wanneer uw buurman dit niet vrijwillig doet, kunt u zich wenden tot de vrederechter. Deze kan de buurman bij vonnis het bevel opleggen om de overhangende takken te verwijderen. Aan dit bevel kan desgevallend een dwangsom worden gekoppeld. U kunt deze vordering te allen tijde instellen. De uitoefening van het recht uit artikel 3.134 van het Burgerlijk Wetboek verjaart immers niet.

Schadevergoeding

De verwijdering doet op zich echter nog niet de schade teniet die u door de overhangende takken heeft geleden. Op grond van het burgerlijk aansprakelijkheidsrecht kunt u alle schade integraal vergoed krijgen die veroorzaakt wordt door andermans fout. Een fout kan bestaan uit de overtreding van een wettelijke bepaling die een welomschreven gedrag gebiedt of verbiedt.

Artikel 3.133 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt de afstandsregels tussen de beplantingen. Behoudens andersluidende overeenkomst geldt voor bomen die minstens 2 m hoog zijn een minimumafstand van minstens 2 m van de perceelgrens, te rekenen vanaf het midden van de voet van de boom. Voor andere bomen, struiken en hagen geldt een afstand van een halve meter. Voor beplantingen die al meer dan 30 jaar op dezelfde plaats staan, gelden deze afstandsregels echter niet.

Wanneer uw buurman de afstandsregels uit artikel 3.133 van het Burgerlijk Wetboek overtreedt, begaat hij een fout. Zoals hiervoor uitgelegd, kunt u uw buurman ook verplichten om binnen de 60 dagen na een aangetekende ingebrekestelling zijn overhangende takken te verwijderen. Doet uw buurman dit niet, dan begaat hij opnieuw een fout.

Opdat een fout aanleiding kan geven tot schadevergoeding, moet deze wel in causaal verband staan met de door u geleden schade. U zal moeten aantonen dat de schade die u geleden heeft, zich niet op dezelfde wijze zou hebben voorgedaan wanneer de beplantingen van uw buurman zich wel op de vereiste afstand van uw perceelgrens bevonden of wanneer uw buurman tijdig zijn overhangende takken zou weggesnoeid hebben.

Algemene zorgvuldigheidsnorm

Maar zelfs wanneer de overhangende takken afkomstig zijn van beplantingen die de afstandsregels respecteren en u geen ingebrekestelling stuurde, kunt u zich nog altijd beroepen op de algemene zorgvuldigheidsnorm. Wanneer u de bevoegde rechter ervan kunt overtuigen dat een zorgvuldige persoon in de plaats van uw buurman wél had belet dat zijn beplantingen schade zouden toebrengen aan uw perceel, zal tevens een fout in hoofde van uw buurman weerhouden worden. Of het gedrag van uw buurman al dan niet onzorgvuldig is, beoordeelt de rechter, met inachtneming van alle relevante feitelijke omstandigheden.

Herstel van het evenwicht in geval van burenhinder

Wanneer uw buurman geen burgerrechtelijke fout heeft begaan, kunt u zich nog beroepen op de leer van de burenhinder. Volgens art. 3.101 Burgerlijk Wetboek is er sprake van burenhinder wanneer u bovenmatige hinder ondervindt van een naburig erf. Onder bovenmatige hinder wordt elke hinder verstaan die de normale ongemakken uit de nabuurschap overtreft. De hinder die u door de overhangende takken ondervindt, zal dus een bepaalde mate van ernst moeten vertonen.

Daarnaast moet deze hinder toegerekend kunnen worden aan een gedraging van uw buur, hetzij enig ander persoon die ingevolge een zakelijk of persoonlijk recht over een attribuut van het eigendomsrecht beschikt (bijvoorbeeld een huurder of pachter). Het lijkt ons dat deze voorwaarden vervuld zijn in het geval van duidelijke minderopbrengsten door overhangende takken.

In geval van burenhinder garandeert de wet geen integrale schadevergoeding, maar wel een herstel. Het herstel bestaat uit de vergoeding ter compensatie van de bovenmatige hinder. Dit heeft niet noodzakelijk het herstel van de volledige schade tot gevolg, maar enkel die van de hinder die als bovenmatig wordt aangemerkt. Daarnaast kan de rechtbank op grond van burenhinder ook een bevel geven tot de verwijdering van de overhangende takken, om op die manier de hinder te reduceren tot het normale niveau.

Procedure

Indien u een procedure zou moeten starten, kunt u de verschillende vorderingen en rechtsgronden combineren. Dit betekent dat u in dezelfde procedure de verwijdering van de overhangende takken kan vragen en de toekenning van een schadevergoeding. De vergoeding van uw schade kan u daarbij vorderen op basis van het klassieke aansprakelijkheidsrecht en op basis van de burenhinder.

Jan Opsommer

Lees ook in Recht

Belangrijkste bepalingen uit het uitvoeringsbesluit toegelicht

Recht Op 1 november 2023 is het Vlaams Pachtdecreet van 13 oktober 2023 in werking getreden. In het decreet zelf werden nog een aantal praktische zaken overgelaten aan de Vlaamse regering. Deze heeft nu haar voorontwerp van uitvoeringsbesluit aan de Raad van State overgemaakt voor advies.
Meer artikelen bekijken