Startpagina Melkvee

Project ‘Wormtool’ zoekt 120 melkveebedrijven

‘Wormtool’ is een project rond duurzame wormcontrole van de Universiteit Gent, het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) en Inagro. Voor het project zijn ze op zoek naar 120 melkveebedrijven met weidegang (voor minstens 3 maanden) voor het jongvee.

Leestijd : 4 min

Het doel van project ‘Wormtool’ is om de duurzaamheid van wormbestrijding bij runderen te bevorderen, met mogelijks een verbeterde productiviteit van het jongvee en een vertraagde ontwikkeling van resistentie tegen ontwormingsmiddelen. Dit project streeft naar de ontwikkeling van een gebruiksvriendelijke én goedkope beslissingsondersteunende tool voor gerichte en duurzame bestrijding van worminfecties bij jongvee op melkveebedrijven (Wormtool). Deze tool adviseert de dierenarts en de bedrijfsleider vóór de start van het weideseizoen over de te nemen maatregelen.

De implementatie van deze tool op melkveebedrijven zal leiden tot een geïntegreerde aanpak van ontwormingen in het graasbeheer, waardoor een meer gerichte en effectievere ontworming mogelijk wordt. Ook wil dit project kennis verspreiden over de impact van specifieke weidebeheerpraktijken op de weidebesmetting. Het uiteindelijke doel is om duurzame behandelingsstrategieën toe te passen, zonder dat de melkveehouder hierdoor extra belast wordt.

Voordelen voor de veehouder

Deze studie biedt ook waardevolle inzichten voor deelnemende veehouders. Die ontvangen gedetailleerde informatie en advies over de groei en besmettingsgraad van hun jongvee en de economische impact van worminfectie. Daarnaast verstrekt het project, in samenspraak met de bedrijfsdierenarts, advies over duurzame wormbestrijdingsmethoden op maat van het melkveebedrijf.

Er worden ook bedrijfsbezoeken, workshops en webinars over duurzame wormbestrijding georganiseerd, waarbij deelnemende veehouders kunnen leren van zowel andere veehouders als van experts. ‘Wormtool’ streeft ernaar om samen met de deelnemers een effectieve kennisuitwisseling op te zetten en praktische inzichten te delen binnen dit project.

Praktische informatie

Project ‘Wormtool’ rekruteert 120 melkveebedrijven die gedurende 3 opeenvolgende jaren (2024-2026) opgevolgd zullen worden. De bedrijven worden in 3 groepen verdeeld:

Groep 1 (doelgerichte behandeling): Aan de start van het weideseizoen wordt op deze bedrijven een risicoprofiel voor worminfecties toegekend aan de weide waarop het jongvee zal grazen in het komende weideseizoen. In samenspraak met de veehouder en de bedrijfsdierenarts wordt een ontwormingsadvies gegeven voor het komende weideseizoen, rekening houdend met het opgestelde risicoprofiel. Dit ontwormingsadvies dient gedurende het gehele weideseizoen te worden toegepast. Bij elke ontworming wordt steeds de volledige kudde behandeld en worden de tijdstippen van ontworming en de gebruikte middelen gedocumenteerd.

Groep 2 (willekeurige behandeling): Aan deze veehouders wordt gevraagd om hun routine-ontwormingen uit te voeren zoals in voorgaande jaren, maar van hierbij telkens slechts een deel van de runderen te behandelen. De proportie onbehandelde dieren wordt op voorhand bepaald in samenspraak met de bedrijfsvoerder en de bedrijfsdierenarts. Bij elke ontworming worden de tijdstippen van ontworming en de gebruikte middelen gedocumenteerd.

Groep 3 (controlegroep): Graasbeheer en routine-ontwormingen dienen worden uitgevoerd zoals gebruikelijk. Bij elke ontworming worden de tijdstippen van ontworming en de gebruikte middelen gedocumenteerd.

Tweemaal per jaar zal er een bedrijfsbezoek plaatsvinden, eenmaal in het voorjaar bij het inweiden van de dieren en eenmaal in het najaar wanneer de dieren terug opgestald worden. In het voorjaar zullen medewerkers van het project langskomen om het jongvee te wegen en om een korte enquête af te nemen. Dit zullen zij herhalen in het najaar, maar tijdens dit bedrijfsbezoek zullen zij ook een bloedafname doen van 6 of 7 dieren. Het is essentieel dat dit tweede bezoek plaatsvindt binnen de eerste 2 weken nadat de dieren weer opgestald zijn om de betrouwbaarheid van de resultaten (pepsinogeenwaarden) te garanderen.

Gedurende de gehele studieperiode kunnen deelnemende veehouders rekenen op ondersteuning en een snelle respons op al hun vragen. Zij blijven de beslissingsbevoegdheid houden over hun bedrijf en hebben het recht om op elk moment de samenwerking te beëindigen.

Worminfecties

Grazende runderen kunnen besmet raken door verschillende soorten maagdarmwormen die op de weide leven. De belangrijkste soorten in onze contreien zijn de lebmaagworm Ostertagia ostertagi en de dunne darmworm Cooperia oncophora.

Vrijwel elk weiland is besmet met deze wormen. Runderen nemen de infectieuze larven tijdens het grazen op. Eenmaal opgenomen, ontwikkelen de larven zich in de maag en de darmen in ongeveer 3 weken tot volwassen wormen. Deze volwassen wormen leggen wormeitjes, die met de mest op het gras terechtkomen. Na afzetting in de mest ontwikkelen de eieren zich op de weide in 2 tot 3 weken tot nieuwe infectieuze larven, waardoor de weidebesmetting zal toenemen.

Erge infecties kunnen klinische uitbraken van parasitaire gastro-enteritis veroorzaken, gekenmerkt door waterige diarree, een doffe vacht en een verminderde eetlust. In ernstige gevallen kan zelfs sterfte optreden. Hoewel de meeste infecties zonder zichtbare symptomen verlopen, kunnen deze toch leiden tot een verminderde productiviteit. Bij jongvee in hun eerste weideseizoen kan een merkbare afname van de gemiddelde dagelijkse gewichtstoename en een verminderde melkproductie in de daaropvolgende eerste lactatie worden waargenomen.

De huidige aanpak van wormbestrijding

Wormbestrijding steunt in belangrijke mate op het gebruik van ontwormingsmiddelen. De huidige ontwormingsstrategieën zijn echter vaak niet gebaseerd op onderliggende diagnostische criteria. Zowel het tijdstip als de frequentie van ontwormen worden vaak op willekeurige wijze bepaald, wat de duurzaamheid ervan ondermijnt.

Dit willekeurig gebruik van ontwormingsmiddelen wordt aangemoedigd door de relatieve betaalbaarheid en het gebruiksgemak van deze middelen. Bovendien zijn de bestaande diagnostische hulpmiddelen arbeidsintensief, duur, invasief en vereisen ze externe laboratoriumondersteuning. Dit plaatst de melkveehouder voor een aanzienlijke uitdaging bij het uitvoeren van gerichte wormbestrijding, waardoor dit momenteel in de praktijk moeilijk uitvoerbaar is. Als gevolg hiervan worden ontwormingsmiddelen vaak onnodig ingezet of verzuimd wanneer ze wel nodig zijn. Daarenboven is er een gebrek aan samenhang tussen weidebeheer en het gebruik van deze ontwormingsmiddelen.

Nadelige effecten het niet-duurzaam gebruik ontwormingsmiddelen

Het ondoordachte gebruik van ontwormingsmiddelen heeft aanzienlijke gevolgen. Allereerst bestaat er een aanzienlijk risico op een versnelde ontwikkeling van resistentie tegen deze middelen. Ook vanuit een economisch perspectief is deze aanpak niet aan te raden, omdat het onoordeelkundig gebruik van ontwormingsmiddelen resulteert in productieverliezen en onnodige kosten door de aanschaf van overtollige ontwormingsmiddelen. Een bijkomend nadelig effect is de verspreiding van (residuen van) ontwormingsmiddelen in de omgeving.

Meer informatie over project ‘Wormtool’ is te vinden op www.wormtool.be. Inschrijven kan via dit formulier.

Project ‘Wormtool’

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken