Startpagina Recht

Is de onmogelijkheid om mijn aardappelen te rooien overmacht?

In het voorjaar sloot ik een contract af voor het leveren van 380 ton aardappelen. Ik heb ruim voldoende aardappelen geplant, maar kan door het aanhoudende slechte weer al maanden mijn aardappelen niet rooien. Ik zou nu mijn aardappelen moeten leveren, maar kan dit door de weersomstandigheden niet doen. Kan ik mij beroepen op overmacht?

Leestijd : 4 min

Het antwoord op uw vraag vereist een analyse van uw contractuele verplichting. Cruciaal bij de beoordeling van deze verplichtingen is de vorm van het contract dat u als landbouwer ondertekende.

Volumecontract

Enerzijds worden er immers overeenkomsten gesloten met aardappelkwekers om een bepaalde afgesproken hoeveelheid aardappelen te leveren, de zogenaamde kilocontracten of volumecontracten. Anderzijds kan er ook overeengekomen worden om een bepaalde oppervlakte aardappelen te telen of om op specifiek aangeduide percelen aardappelen te zetten. Deze laatste soort overeenkomsten worden soms als hectare- of oppervlaktecontracten aangeduid.

Het is duidelijk dat er in uw geval sprake is van een volumecontract. Bij zo’n kilo- of volumecontract beschouwt de rechtspraak doorgaans de levering van de vooraf overeengekomen hoeveelheid aardappelen als een resultaatsverbintenis. De verkoper-landbouwer moet dan de gecontracteerde hoeveelheid aardappelen aan de handelaar leveren, ook al wordt hij zelf met minopbrengsten geconfronteerd.

Het principe is dus dat u als aardappelteler het vooropgestelde aantal kilo aardappelen moet leveren. Doet u dit niet, dan is er sprake van een wanprestatie, tenzij er overmacht is. Wil de landbouwer bij een dergelijke resultaatsverbintenis ontkomen aan zijn aansprakelijkheid, dan moet hij ofwel bewijzen dat hij het resultaat bereikt heeft, met andere woorden dat hij het overeengekomen tonnage aardappelen heeft geleverd, ofwel moet hij bewijzen dat de niet-nakoming gerechtvaardigd wordt door overmacht.

Overmacht

U vraagt zich af of u zich op overmacht zou kunnen beroepen doordat u ten gevolge van de aanhoudende uitzonderlijke regenval uw aardappelen nog niet kon rooien. Overmacht heeft inderdaad een invloed op de rechten en plichten van contractspartijen. Volgens art. 5.226 van het Burgerlijk Wetboek is de schuldenaar bevrijd indien de nakoming van de verbintenis blijvend onmogelijk is geworden door overmacht.

Volgens datzelfde wetsartikel is er sprake van overmacht in geval van ontoerekenbare onmogelijkheid voor de schuldenaar om zijn verbintenis na te komen. Hierbij wordt rekening gehouden met het onvoorzienbare en het onvermijdbare karakter van het beletsel tot nakoming. Tot slot bepaalt het laatste lid van de eerste paragraaf van artikel 5.226 Burgerlijk Wetboek dat de nakoming van de verbintenis is opgeschort voor de duur van de tijdelijke onmogelijkheid.

Laattijdig rooien

Uit de hierboven vermelde wetsbepaling volgt dat er zich 2 hypotheses kunnen voordoen. Ofwel kunt u alsnog maar te laat uw aardappelen rooien en blijkt de kwaliteit nog voldoende goed, ofwel kunt u de aardappelen helemaal niet meer rooien of blijken deze niet meer voor menselijke consumptie geschikt te zijn.

Indien u geluk heeft dat u de aardappelen nog kan rooien en dat deze bovendien nog van voldoende goede kwaliteit blijken te zijn, lijkt het ons dat u zich voor deze laattijdige levering effectief op overmacht zal kunnen beroepen. In dat geval zal de laattijdige levering te wijten zijn aan een tijdelijke onmogelijkheid om te rooien. Dat kan als overmacht beschouwd worden, wat uw leverplicht tijdelijk opschort. Hoewel uw levering in dat geval in de praktijk mogelijk een paar weken later dan contractueel voorzien zal gebeuren, voldoet u dan tijdig aan uw leverplicht door de schorsende werking die de overmacht heeft.

Helemaal niet meer rooien

De situatie is veel minder duidelijk als u er helemaal niet meer zou in slagen om uw aardappelen te rooien. De vraag is of er in dat geval sprake is van overmacht. De wettelijke definitie uit art. 5.226 Burgerlijk Wetboek is immers logischerwijs algemeen opgesteld. En het zal finaal de rechter zijn die over uw concrete geval oordeelt of dit al dan niet overmacht uitmaakt.

Klassiek stelt het Hof van Cassatie dat er geen overmacht aanwezig is, indien de nakoming van de verbintenis niet volkomen onmogelijk is, doch alleen maar moeilijker of duurder is. In het verleden hebben sommige rechtbanken tegenvallende opbrengsten niet als overmacht aanvaard, omdat de ontbrekende kilo’s aardappelen op de vrije markt konden worden aangekocht. Aardappelen zijn immers zogenaamde soortgoederen.

Dergelijke redenering zou ook kunnen doorgetrokken worden naar het niet kunnen oogsten van de geteelde aardappelen. Rechtbanken kunnen immers opnieuw de redenering maken dat de aardappelen die u moet leveren aangekocht kunnen worden op de vrije markt. Bij deze rechtspraak dient wel een belangrijke kanttekening gemaakt te worden. Als het ‘stukken van mensen’ kost om de betrokken soortgoederen elders te vinden, dan is de nakoming menselijkerwijze onmogelijk, en is er toch een vreemde oorzaak die als overmacht kan worden aanvaard. Dit is gevestigde rechtsleer die ook in de rechtspraak wordt overgenomen.

De vraag wanneer de prijzen van aardappelen buitensporig afwijken van de contractprijs is echter opnieuw een vraag voor de feitenrechter, waar wij niet in het algemeen kunnen op antwoorden.

Jan Opsommer

Lees ook in Recht

Belangrijkste bepalingen uit het uitvoeringsbesluit toegelicht

Recht Op 1 november 2023 is het Vlaams Pachtdecreet van 13 oktober 2023 in werking getreden. In het decreet zelf werden nog een aantal praktische zaken overgelaten aan de Vlaamse regering. Deze heeft nu haar voorontwerp van uitvoeringsbesluit aan de Raad van State overgemaakt voor advies.
Meer artikelen bekijken