Startpagina Recht

Wat ondernemen als je overlast hebt van distels op naburige percelen?

Een naburig perceel is enorm vervuild met akkerdistels, waardoor distelzaad overwaait naar onze landbouwgrond, met alle gevolgen van dien. Hoe kunnen wij hiertegen optreden en welke verplichtingen voorziet de wetgeving over de bestrijding van distels in de buurt van landbouwpercelen en tuinen?

Leestijd : 4 min

De eerste wetgeving inzake distelbestrijding dateerde uit de 19de eeuw, maar het was lange tijd het Koninklijk Besluit van 19 november 1987 dat een uitdrukkelijke algemene distelbestrijdingsplicht oplegde.

Wetgeving inzake distelbestrijdingsplicht

Het Koninklijk Besluit van 19 november 1987 verplichtte elke eigenaar of gebruiker van een grond om daar met alle middelen de bloei, de zaadvorming en uitzaaiing van schadelijke distels te beletten. Het besluit merkte onder andere de akkerdistel (cirsium arvense Scop.) aan als schadelijke distel die onder toepassing van de voormelde bestrijdingsplicht viel.

Ingevolge de staatshervormingen werden natuurbescherming, en daarmee ook wilde plantenbestrijding, en later ook landbouw een gewestelijke bevoegdheid. Door het Vlaams decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw -en visserijbeleid werd de wet van 22 april 1971, die de basis was van het Koninklijk Besluit inzake distelbestrijding, met ingang van 1 april 2014 opgeheven. Aangezien de Vlaamse regelgeving geen analoge bestrijdingsbepaling voorzag, verdween hierdoor de rechtsgrond voor het Koninklijk Besluit van 1987.

Oordeel van Raad van State

Zoals elk jaar vaardigde de gouverneur van de provincie Antwerpen op 19 april 2016 een distelbestrijdingsbesluit uit waarin concrete maatregelen werden opgelegd ter nakoming van de algemene distelbestrijdingsplicht uit het Koninklijk Besluit van 1987. Tegen het besluit van de gouverneur werd een vernietigingsberoep ingesteld bij de Raad van State, waarin werd aangevoerd dat dit onwettig was.

In haar arrest van 9 maart 2017 gaf de Raad van State de doodsteek aan de federale distelbestrijdingsplicht door te oordelen dat die bij gebrek aan rechtsgrond haar gelding heeft verloren. Nadien sneuvelde op 7 maart 2019 om diezelfde reden voor de Raad van State ook nog eens het politiereglement van de gemeente Kortenaken.

Momenteel bestaat er dus in het Vlaams Gewest geen algemene distelbestrijdingsplicht. Overheden kunnen eigenaren of gebruikers van percelen bijgevolg niet langer verplichten om de schadelijke distelsoorten die zijn opgesomd in het Koninklijk Besluit van 1987 te verdelgen.

Onrechtstreekse verplichting

Bij gebrek aan een specifieke rechtsgrond bestaat er in het Vlaams Gewest dus momenteel geen afdwingbare verplichting voor particulieren om distelbestrijding uit te voeren. Dit belet echter niet dat sectorale regelgeving voor bepaalde actoren kan voorzien in specifieke verplichtingen of voorwaarden inzake het bestrijden of het beheer van deze plantensoort.

Randvoorwaarde steun Europees GLB Zo wordt bijvoorbeeld distelbestrijding opgelegd als randvoorwaarde voor landbouwers die financiële steun ontvangen van het Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Ter uitvoering van de Europese regelgeving voorziet een Vlaams ministerieel besluit met ingang van 1 januari 2015 in een verplichting voor landbouwers om overwoekering van hun graslanden te voorkomen door te vermijden dat akkerdistels in bloei, tot zaadvorming of tot uitzaaiing komen. Concreet moet je beletten dat akkerdistelhaarden met een aaneengesloten oppervlakte van 10 m2 groeien. Op historisch permanente graslanden en graslanden gelegen in Speciale Beschermingszones (SBZ) mag hiertoe enkel pleksgewijs gemaaid worden of een andere geschikte beheerswijze toegepast worden.

Beheerovereenkomsten Daarnaast kunnen ook beheerovereenkomsten voorzien in een bepaald distelbeheer of in distelbestrijding. Via dit instrument kan een grondgebruiker zich er vrijwillig toe verbinden om een bepaald natuurbeheer uit te oefenen op het betreffende perceel tegen betaling van een vooraf bepaalde vergoeding. Afhankelijk van de natuurbeheervisie van de overheid worden hierin regelmatig maatregelen opgenomen inzake de beheersing van schadelijke plantensoorten, zoals akkerdistels. Voor beroepslandbouwers werd bijzondere reglementering inzake beheerovereenkomsten uitgewerkt. Die laat sinds kort de actieve beheersing van akkerdistels uitdrukkelijk toe wanneer die de realisatie van het beheerpakket aan maatregelen die de landbouwer uitvoert op zijn perceel belemmeren.

Beroep doen op burgerlijke rechtbank

Hoewel bepaalde actoren dus kunnen worden beloond voor de beheersing van akkerdistels op hun terreinen, bestaan in het Vlaams Gewest momenteel geen specifieke rechtsgronden voor particulieren om zelf in rechte op te treden tegen schade of bovenmatige hinder afkomstig van distelhaarden op andermans percelen.

Dit neemt niet weg dat je een beroep kan doen op de klassieke burgerrechtelijke instrumenten.

Schade door foutief gedrag Zo kan elke schadelijder de veroorzaker van de schade buitencontractueel aanspreken voor schade veroorzaakt door foutief gedrag. Een fout kan bestaan uit de overtreding van een specifieke gedragsnorm, maar ook uit élk gedrag dat niet strookt met dat van een ‘normaal zorgvuldig persoon’ in dezelfde omstandigheden. Concreet vertaalt deze algemene zorgvuldigheidsnorm zich in de mate van voorzorg die men moet nemen in het licht van de voorzienbare schade die hierdoor kan vermeden worden. Het wanbeheer van een terrein, waardoor distelzaad overwaait naar andermans terreinen, kan onder omstandigheden een fout uitmaken die aanleiding geeft tot de vergoeding van de schade. Dit is dus een klassieke aansprakelijkheidsprocedure waarmee de verplichting tot het bestrijden van distels kan afgedwongen worden.

Burenhinder Daarnaast kan men ook een vordering op grond van burenhinder instellen bij bovenmatige hinder veroorzaakt door distelzaad dat afkomstig is van nabijgelegen gronden. De inwilliging van deze vordering kan leiden tot een vergoeding van de schade en de herstelkosten, alsook tot een bevel aan de gebruiker of eigenaar van het verhinderend perceel. Nog vóórdat er effectief schade optreedt, kunnen preventieve maatregelen gevorderd worden vermits een ernstig risico inzake gezondheid of vervuiling kan worden aangetoond. Voor een vordering inzake burenhinder moet geen foutief gedrag aangetoond worden. Het volstaat dat de handelswijze van de nabuur bovenmatige hinder veroorzaakt die de normale ongemakken tussen nabuurschap overtreft.

Jan Opsommer

Lees ook in Recht

De gevolgen van natuurbeheersplannen correcter afgelijnd

Recht In een eerdere uitvoerige bijdrage werden de natuurbeheerplannen (NBP) gesitueerd en de gevolgen ervan geschetst. Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) wees ons terecht op het feit dat een natuurbeheerplan op basis van de huidige regelgeving geen afstandsregels voor varkenshouderijen of pluimveebedrijven in werking stelt.
Meer artikelen bekijken