Startpagina Recht

Opzeg voor eigen gebruik toch mogelijk voor gestopte landbouwer die bedrijf verpachtte

In een recent arrest van 23 november 2017 heeft het Grondwettelijk Hof een belangrijke interpretatie van art. 9 Pachtwet gegeven. Bij de beantwoording van twee prejudiciële vragen heeft het Grondwettelijk Hof immers geoordeeld dat art. 9 Pachtwet zo moet worden gelezen dat ook een stoppende landbouwer die zijn bedrijf verpacht heeft, later wel nog opzeg kan geven voor het eigen gebruik van bijvoorbeeld zijn kleinkinderen.

Leestijd : 3 min

Eén en ander gaat in tegen de letterlijke tekst van art. 9 Pachtwet en is dus absoluut belangwekkend.

Stoppende boer – verpachter

Landbouwers die zelf geen opvolger hebben, blijven bij de stopzetting van hun bedrijf dikwijls met percelen weiland of akkerland in eigendom achter. Veel van die pure landbouwgronden worden door de stoppende boer tegen vergoeding in gebruik gegeven aan een collega landbouwer. Op dergelijke verhuring is de Pachtwet uiteraard van toepassing. Eenmaal de Pachtwet van toepassing is, kan de verpachter zijn grond niet zomaar terugkrijgen van zijn pachter. Enkel een geldige opzeg, een minnelijke beëindiging of een gerechtelijke ontbinding kunnen vervolgens een einde maken aan deze pachtovereenkomst. Daarbij leek het alsof de verpachter die eerder een landbouwbedrijf stopzette, minder opzegmogelijkheden had dan een andere verpachter.

Huidige wettekst

Artikel 9 Pachtwet bepaalt immers dat de opzeggingsreden bestaande in de persoonlijke exploitatie niet kan worden aangevoerd door personen noch, indien het om rechtspersonen gaat, door hun verantwoordelijke organen of bestuurders die, op het ogenblik van het verstrijken van de opzeggingstermijn, de leeftijd van 65 jaar zouden hebben bereikt of de leeftijd van 60 jaar wanneer het een persoon betreft die niet gedurende ten minste drie jaar landbouwexploitant is geweest. Een laatste categorie verpachters die door artikel 9 Pachtwet geen opzeg voor eigen gebruik kunnen geven, zijn diegenen die na de stopzetting van hun landbouwbedrijf het bedrijf verpacht hebben.

De letterlijke tekst van dit artikel 9 Pachtwet verhindert dus een verpachter, die eerder zijn landbouwbedrijf stopzette, om nog opzeg te geven voor eigen gebruik of voor de persoonlijke exploitatie door een afstammeling of bloedverwant.

Interpretatie Grondwettelijk Hof

Het recent arrest van het Grondwettelijk Hof stelt nu dat art. 9 Pachtwet enkel grondwettelijk kan zijn als het zo wordt geïnterpreteerd dat de onmogelijkheid voor de gestopte landbouwer – verpachter om opzeg voor eigen gebruik te geven zich beperkt tot de opzeg om de verpachter zelf persoonlijk terug te laten exploiteren. Dit betekent dat een opzeg ten voordele van een afstammeling of bloedverwant van de verpachter wel nog mogelijk is.

In het arrest van 23 november 2017 overweegt het Hof dat een opzegging, gedaan door een verpachter die zijn landbouwbedrijf heeft stopgezet om het nadien te verpachten, om reden van persoonlijk gebruik ten voordele van zijn afstammelingen of bloedverwanten die beantwoorden aan de voorwaarden gesteld in artikel 9 van de Pachtwet, uitdrukkelijk de landbouwbestemming van de gronden handhaaft en het familiale karakter van de exploitatie verzekert. Volgens het Hof wordt op deze manier de doelstelling van de wetgever nagestreefd en bereikt.

Gevolg van dit arrest voor de Pachtwet

Het besproken arrest van het Grondwettelijk Hof laat de letterlijke tekst van de Pachtwet onveranderd. Anders dan in een arrest waarbij een wettekst wordt vernietigd of een arrest waar bij een wettekst in het kader van een prejudiciële vraag ongrondwettig wordt bevonden, is er geen reden om de wettekst aan te passen als er een grondwettelijke interpretatie mogelijk is. Uiteraard is het wel zo dat alle rechtbanken in de toekomst verplicht zullen zijn om art. 9 Pachtwet te interpreteren zoals het Grondwettelijk Hof in haar arrest heeft beslist.

Gevolg voor de verpachters en pachters

Het grootste belang zal dit arrest hebben voor de verpachter die zijn landbouwbedrijf heeft stopgezet om het nadien te verpachten. Waar deze verpachter tot voor het arrest van het Grondwettelijk Hof bij een letterlijke lezing van de Pachtwet eigenlijk moest besluiten dat hij geen opzegmogelijkheid om reden van persoonlijk gebruik had, blijkt dit nu wel mogelijk te zijn ten voordele van zijn afstammelingen of bloedverwanten. In de toekomst zal het voor deze verpachters wel mogelijk zijn om bijvoorbeeld in het voordeel van een kleinkind opzeg voor eigen gebruik te geven. Evident wordt ook de positie van de pachter die een pacht kreeg van een verpachter die zijn landbouwbedrijf heeft stopgezet ernstig beïnvloed door dit arrest. Waar deze immers geen opzeg voor persoonlijke exploitatie hoefde te vrezen, kan hij nu wel een geldige opzeg krijgen voor de persoonlijke exploitatie door een afstammeling of bloedverwant van de verpachter.

Jan Opsommer

Lees ook in Recht

Belangrijkste bepalingen uit het uitvoeringsbesluit toegelicht

Recht Op 1 november 2023 is het Vlaams Pachtdecreet van 13 oktober 2023 in werking getreden. In het decreet zelf werden nog een aantal praktische zaken overgelaten aan de Vlaamse regering. Deze heeft nu haar voorontwerp van uitvoeringsbesluit aan de Raad van State overgemaakt voor advies.
Meer artikelen bekijken