Edito: Voor zijn beurt spreken
We zitten duidelijk in de aanloop naar de verkiezingen. Deze periode gaat altijd gepaard met verkiezingskoorts. Dat kan tot heel wat leiden, blijkbaar ook tot ‘voor zijn beurt spreken’.


In de debatten, interviews en artikels die we deze dagen horen, zien en lezen, merken we vaak dat politici zeggen: met die regeer ik niet, dan wil ik nog liever in de oppositie zitten, die functie wil ik opnemen, met hem wil ik wel een meerderheid vormen op die voorwaarde… enzoverder. Zijn ze dan niet voor hun beurt aan het spreken, want de kiezer heeft zijn stem nog niet laten horen?
Vloeit deze verkiezingskoorts voort uit de peilingen? We kunnen ons best inbeelden dat er politici zijn die het warm en koud tegelijk krijgen als ze geconfronteerd worden met het resultaat van peilingen of kiesintenties. Koud en warm tegelijk, dat klinkt als een typisch griepsymptoom.
Of wordt er net een strategisch spel gespeeld als de politici de afgelopen dagen ‘voor hun beurt spraken’? Er zal ongetwijfeld veel van dit laatste bij zijn. Landbouw staat op de politieke agenda en velen willen er (nu) aandacht voor hebben, net zoals voor de betaalbaarheid van de pensioenen, een betere omkadering van de zorg, enzomeer. Als ze het nu met de verkiezingen in aantocht allemaal zo belangrijk vinden, waarom zagen we dit dan niet de afgelopen jaren? Zeker voor wat de meerderheid betreft. Zij hadden het stuur in handen!
Velen proberen nu krampachtig het tij te keren. De wijze waarop smaakt niet altijd. Neem nu de partijvoorzitter van de N-VA, afgelopen zondag in De Zevende Dag. De erbarmelijke resultaten die de N-VA haalt volgens onze Landbouwleven-peiling, wist hij af te schuiven op de cd&v. Je moet een echte politieke strateeg zijn om dit zo vlot te doen. Of was de vraag vooraf doorgespeeld? Bovendien werd niet nagelaten om de coalitiepartner nog eens goed door het slijk te halen.
Wie nog vindt dat veel politici voor hun beurt spreken is Advocaat.be, de organisatie van de Vlaamse advocaten. Zij onderzochten de verkiezingsprogramma’s. Opvallend: geen enkele Vlaamse partij heeft in haar programma 100% respect voor de rechtsstaat. Dat blijkt uit de doorlichting door een groep experts. De linkse partijen krijgen over het algemeen wel betere punten dan de rechtse. N-VA en Vlaams Belang scoren slecht en zeer slecht bij de doorlichting.
Wat er ook van zij, wij verlangen vooreerst vooral dat de democratie en dus de stem van de kiezer wordt gerespecteerd. Maar bovenal hopen we niet naar ‘nieuwe Vlaamse armoede’ te gaan. Dit lijkt wel te gebeuren als we de stilstand in de landbouwsector van de laatste jaren overschouwen. De economische achteruitgang overstijgt zelfs de primaire sector. Ook de secundaire sector heeft er nu last van. Is de stilstand in dit geval effectief ‘nieuwe Vlaamse achteruitgang’, of spreken wij daarmee zelf ‘voor onze beurt’?