André De Boe van Stal van de Lindehoef
Na een bezoek aan Maurice Dedobbeleer in Landbouwleven van 6 juni, bracht ik opnieuw een bezoek aan een van onze oudste actieve trekpaardenfokkers. We trokken naar Ophasselt, naar André De Boe van Stal van de Lindehoef.

André De Boe is met zijn 82 jaar een van de oudste actieve liefhebber-fokkers van ons Belgisch trekpaard. Op de laatste nationale prijskamp in Brussel behaalde hij met zijn tweejarige bruine merrie Jasmin van de Lindenhoef (v. Jim van ’t Roetaart) uit de zelfgefokte Fanny van de Lindenhoef (v. Ben van Luchteren) de eerste plaats bij de merries geboren in 2021. Opmerkelijk is dat de stammoeder van Jasmin, namelijk Sunrise van de Lindehoef – geboren 2006 (v. Wisky van de Sloes) – nog altijd gezond en wel aanwezig is en dit jaar terug een merrieveulen, misschien wel haar 14de of 15de veulen, gaf.
André is gehuwd in het droge warme jaar 1976 met zijn Greta, die een job had buiten de boerderij, in het onderwijs. Samen hebben ze 3 kinderen (Leen, Jeroen en Marieke) en 7 kleinkinderen.
De start van de fokkerij van de Lindenhoeve - van de Lindehoef
Grootvader Emiel De Boe kwam rond de jaren 1900 op de boerderij de Lindenhoeve en schreef toen reeds zijn paarden in het stamboek in onder de stalnaam ‘van de Lindenhoeve’. De stalnaam van de Lindenhoeve is genoemd naar de 2 lindebomen aan de ingang van de ouderlijke hoeve. Later ging de fokkerij van André verder onder de stalnaam ‘van de Lindehoef’. Jammer genoeg is grootvader Emiel in 1918 gestorven aan de Spaanse griep. Hij had 7 kinderen, waaronder de vader van André, Theo De Boe, die de boerderij voortzette.
André was de tweede uit een gezin van 6 kinderen, met – zoals vaak in landbouwmiddens – een zoon die priester en een dochter die kloosterzuster was. Broer Miel (pastoor) bleef sterk betrokken bij het paardengebeuren.
In die tijd werd er te voet met de merries naar de hengstenhouder De Leener en De Brouwer gegaan. De meest bekende hengst was toen Crack D’Hondzocht, waarvan op een bepaald jaar 2 merries drachtig waren. Door het noodlot lieten echter beide moeders allebei het leven rond de geboorte. Slechts één veulen overleefde de ramp en werd zeer merkwaardig gezoogd door een koe.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de paarden opgeëist, maar na de wapenfeiten werden door toedoen van de zeer bekende paardenhandelaar Tuur Sterckx de merrieveulens Celine D’ellezelle en de volle zus van Marquis du Coq (kampioenhengst 1967), namelijk de bruine Josette du Coq, aangekocht. Josette behaalde meteen de eerste prijs bij de 18 maanders in Deinze. Van Josette is er een hengstveulen geboren door de kruising met een hengst van stal De Brouwer. De paarden verdwenen toch van het toneel op de Lindenhoeve door de aankoop van tractors.
Dora van Merchtem
Het begon echter na enige tijd bij André te kriebelen om opnieuw te fokken en deel te nemen aan prijskampen. Zo kocht hij voor een dure prijs Dora Van Merchtem bij de gebroeders Desmet. Dora was een dochter van Costaud van Wolvertem met Erna De Slype. Met Dora lukte alles veel beter. Op driejarige leeftijd baarde ze door kruising met de bekende Souvenir van Boekel een hengstveulen, Marquis van de Lindenhoeve, dat zeer in de smaak viel van de Nederlandse hengstenhouder Harry Van Der Heijden. Hij bood het hengstveulen vanwege zijn goede bloedvoering ter dekking aan, naast de kampioenen Udo Van Brandevoort en Junior van de Lanshoeve. Fier toont André een folder van de hengstenhouderij Van der Heijden waarop Marquis van de Lindenhoeve sterk aanbevolen wordt omwille van zijn nieuwe bloedvoering.
Het tweede veulen was weer een hengst: Bloc van de Lindenhoeve, opnieuw van Souvenir van Boekel. Deze werd weer uitgevoerd naar Frankrijk door Tuur Sterckx. Heel belangrijk voor stal van de Lindenhoeve was de geboorte van het derde veulen, namelijk Monica van de Lindenhoeve, eveneens van Souvenir van Boekel. Monica haalde prompt de eerste plaats grote maat jaarlingen in de provinciale prijskamp in Deinze. Vele malen behaalde ze het podium en ze was zelfs tweemaal kampioenskandidate op de nationale prijskamp.
Haar volgende merrieveulen – ditmaal door Ensor d’Elewijt verwekt - was Isaura van de Lindenhoeve, die ook een succesverhaal was bij stal De Boe en ook tweemaal meedong naar de nationale titel. Vervolgens gaf ze nog 4 merrieveulens op rij: Frederika (v. Dorus d’Opbrakel), Erika (Ensor d’Elewijt), Hera (Star van ’t Bloemenhof) en Katrien (Star van ’t Bloemenhof). Uit de lijn van Erika – 5 generaties verder – werden Amigo en Souvenir van Strijtem van Vlaams-Brabant geboren, die beiden goedgekeurd werden voor de openbare dekdienst.
Laura van Merchtem
André had de smaak te pakken en kocht later de volle zus van Dora, namelijk Laura van Merchtem, die echter een kleine maat was en uitblonk door haar zeer vlotte bewegingen. Laura’s dochter, Edelweis van de Lindenhoeve (Doris d’Opbrakel) verhuisde naar Limburg en belandde bij de fokkerij van de Paenhut. Lalune van de Paenhut kwam naar Eric Verwilst in Oost-Vlaanderen, waar ze de moeder werd van de bekende Darko van het Hof ter Vaalt (v. Hepper Midas), die dus in de vierde generatie Laura van Merchtem in de moederlijn heeft. Ook op de laatste nationale prijskamp vielen er nog jonge afstammelingen uit deze tak in de prijzen bij fokker Paul Vandenhoeydonck uit Limburg.
Natuurlijk is André nu vooral heel fier op zijn jonge bruine merrie Jasmin van de Lindehoef, die vele generaties ver afstamt van zijn van de Lindenhoeve-origine.
Aandachtspunten bij het fokken
Bij het afsluiten van ons bezoek benadrukte André nog het belang van paarden met een goede bekende bloedvoering bij de keuze van het fokken. Geduld is vaak een goede vereiste, want de kenmerken van een paard worden dikwijls maar na de tweede generatie merkbaar. Ook van groot belang is om bij het deelnemen aan prijskampen de kunst te verstaan om een paard klaar te hebben qua conditie en voorbrengen. Ook is hij er ten stelligste van overtuigd dat je als fokker moet kiezen voor de hengst die het best past bij je merrie en niet voor de hengstenboer.
Droge, maar wijze humor
Verder vertelde André nog vele anekdotes gekruid met zijn bekende droge, maar wijze humor die hem zo eigen is. Volgens sommigen is hij wat eigenzinnig, maar dat is misschien zijn sterkste punt op het gebied van het fokken van goede paarden.
We hopen je nog vele jaren te ontmoeten op de prijskampen en bedankt voor de wijze, hartelijke ontvangst.