Wallonië beperkt gebruik van slib uit waterzuivering als meststof
De Waalse regering neemt maatregelen om de hoeveelheid slib uit waterzuiveringsstations dat gebruikt wordt als meststof in de landbouw, te beperken. Het PFAS-gehalte in het slib blijkt mee te vallen, maar de overheid wil geen risico's nemen.

De Waalse regering had waterbeheerder Société Publique de Gestion de L'Eau (SPGE) gevraagd om te meten hoeveel PFAS - quasi onafbreekbare chemicaliën die in verband worden gebracht met kankers en milieurisico's - achterblijven in het slib in stedelijke waterzuiveringsstations. Dat slib wordt immers gebruikt als meststof in de landbouw.
Geruststellende resultaten
De resultaten zijn al bij al geruststellend, klinkt het in een persbericht. Van de 443 gecontroleerde waterzuiveringsstations zit de overgrote meerderheid onder de bestaande PFAS-normen. Toch zijn er in 64 stations sporen van PFAS aangetroffen, en dus wil de regering geen risico's nemen. Wallonië neemt daarom een aantal tijdelijke maatregelen. Zo mag er 3 jaar lang maar 6 in plaats van 12 ton van het goedje per hectare worden verdeeld.
De regering legt ook normen voor PFAS in slib-meststof vast. Per kilogram mag er nog maximaal 40 microgram van de 6 meest voorkomende PFAS-chemicaliën aanwezig zijn. Voor de som van alle 22 gekende PFAS-stoffen gaat het om 400 microgram per kilogram. Worden die drempels overschreden, dan kan het slib niet worden gebruikt in de landbouw.
Opvolging waterzuiveringsstations
Waterzuiveringsstations waar de normen meer dan 2 opeenvolgende keren worden overschreden, zullen maandelijks worden opgevolgd tot 6 opeenvolgende stalen wel aan de drempelwaarden voldoen. De maatregelen gaan vanaf 1 januari 2025 in.