Startpagina Granen

Opnieuw een jaar in het rood voor Europese graantelers

Met opnieuw een jaar in het rood voor graantelers wordt het tijd om de problemen aan te pakken aan de wortels, en niet enkel de symptomen te bestrijden, zeggen Cedric Benoist en Stephan Arens van Copa-Cogeca in dit opiniestuk. Benoist is voorzitter van Cereal Working Party van Copa-Cogeca en Arens is daar voorzitter van de Oil Seed and Protein Crops Working Party.

Leestijd : 4 min

De Europese graantelers hebben dit jaar opnieuw te kampen met een magere oogst. De graanopbrengsten van 2022 en 2023 waren al bij de slechtste van het decennium en het ziet ernaar uit dat 2024 nog slechter zal zijn, met een opbrengst die minstens 9% onder het tienjarige gemiddelde ligt. De realiteit is dat de opbrengst van granen en oliehoudende zaden sinds 2000 is gestagneerd.

Dat de productie van oliehoudende zaden is gestegen, is vooral te danken aan de toegenomen oppervlakte, niet aan een hogere opbrengst per hectare. Wanneer cyclische productiedalingen elkaar opvolgen, wijst dat op onderliggende structurele oorzaken die men niet langer mag negeren.

Weer wordt extremer

De stagnering in opbrengst en de terugval in productie kunnen toegewezen worden aan verschillende, onderling verbonden factoren. Daarbij is de klimaatverandering zonder tegenspraak een centraal gegeven. De voorbije jaren kwamen extreme weersomstandigheden steeds vaker voor, met grote verliezen tot gevolg. Dat ging van droogte – zoals in Spanje in 2023, waar 40% van de productie verloren ging – tot overvloedige regen en overstromingen, zoals bij de recente storm Boris.

Nieuwe plagen, minder bescherming

Veranderde weerspatronen hebben ook invloed op insectenplagen en plantenziektes. We zijn de dag van vandaag getuige van nieuwe plagen, die zich aangepast hebben aan warmere omstandigheden, terwijl bestaande plagen vaker voorkomen. Het overvloedige water door regen en overstromingen zorgt voor ziekte-uitbraken op een schaal die we voorheen nog niet gezien hebben. Tegelijk krimpt bij akkerbouwers het arsenaal van middelen om insecten en ziektes te bestrijden. In 2001 konden de Europese akkerbouwers nog zowat 900 actieve substanties inzetten, vandaag de dag zijn dat er minder dan 470.

De alternatieven, zoals biologische bestrijding, komen beschikbaar tegen een onaanvaardbaar traag tempo. Gemiddeld vallen er elk jaar 16 gewasbeschermingsmiddelen weg voor Europese akkerbouwers en komen er slechts 6 nieuwe alternatieven bij. De meeste daarvan zijn niet geschikt voor open velden en kunnen niet dezelfde bescherming garanderen.

NGT’s kunnen redding brengen

Bij het omgaan met droogte ligt de focus vandaag de dag op het ontwikkelen van nieuwe rassen die bestand zijn tegen extreme weersomstandigheden. Ook in dit vakgebied wordt echter niet zo veel vooruitgang geboekt. Zonder nieuwe technieken, zoals de Nieuwe Genomische Technieken of NGT’s, die nog altijd niet toegestaan zijn door de Europese Unie, wordt het moeilijk om zo snel te kunnen volgen als nodig voor die gebieden die het hardst worden getroffen door droogte. Het is bijzonder jammer dat het Draghi-rapport dit cruciale aspect van onze weerbaarheid negeert.

Grotere onkruiddruk

Een ander element dat invloed heeft op de Europese productie van granen en oliehoudende zaden is de onkruiddruk van de voorbije jaren. Het ontbreekt nog steeds aan gegevens over de omvang van de groei, maar het is wel al duidelijk dat akkerbouwers het steeds moeilijker hebben om onkruid de baas te blijven.

Zoals bij insecten en ziektes kunnen goede landbouwpraktijken onkruid slechts terugdringen als ze samengaan met klassieke of biologische fyto-producten. Maar ook hier zijn er steeds minder producten beschikbaar, wat soms leidt tot een verhoogde weerstand tegen de stoffen. Men moet onthouden dat als men onkruid niet langer onder controle heeft, er gezondheidsrisico’s kunnen opduiken voor de mens, zoals ergot alkaloïden in granen.

Gestegen kosten

Minder productie en een lagere kwaliteit betekenen ook minder winsten en minder bevoorradingszekerheid voor voedsel, voer en biofuel. Bovendien is er voor de akkerbouwers nog meer aan de hand dan enkel productieverlies. Sinds de coronapandemie zijn de kosten dramatisch gestegen, vooral dan die voor kunstmest. Dit werd nog versterkt door de oorlog in Oekraïne. De prijs van ureum steeg van 200 euro per eenheid voor de oorlog naar een piek van 1.000 euro en staat nu op 400 euro. Kunstmest is goed voor 30 tot 50% van de productiekost van granen en oliehoudende zaden, met variaties volgens de regio.

Oekraïens graan overspoelt de markt

Door de steun aan de landbouweconomie van Oekraïne wordt de Europese markt overspoeld met granen en oliehoudende zaden uit Oekraïne, aan heel goedkope prijzen. De graanimport uit Oekraïne is verdubbeld van 9 naar 18 miljoen ton per jaar en dat staat gelijk aan 7% van de Europese productie. Voor oliehoudende zaden steeg de import van 5 naar 8 miljoen ton, wat het equivalent is van 25% van de Europese productie. Tegelijk werd de import uit andere continenten niet teruggeschroefd, terwijl de Europese productie en consumptie gelijk bleef. Daardoor was er een overaanbod op de Europese markt. Als gevolg daarvan werden de prijzen de grond ingeboord.

Andere steun voor Oekraïne

De Europese Unie moet ingrijpen om de Europese productie van granen en oliehoudende zaden te helpen, zowel op de korte als op de lange termijn. We moeten Oekraïne blijven steunen, maar op een manier waarop alles meer in balans is. De lopende herziening van de handelsakkoorden met Oekraïne moet leiden naar een veiligheidsmechanisme waarbij er een limiet komt op de import en er een gelijk speelveld is inzake productiekwaliteit. Europa moet ervoor zorgen dat Europese akkerbouwers kunstmest kunnen kopen aan dezelfde prijzen als de prijzen die gelden voor akkerbouwers op andere continenten.

Ten slotte moet de Europese Unie begrijpen dat het nu heel dringend nodig is dat er nieuwe middelen nodig zijn om de klimaatverandering te tackelen. Daarbij kunnen verschillende sporen gevolgd worden, maar er zullen investeringen nodig zijn, net als een heel pragmatische aanpak en veel politieke overtuiging.

Cedric Benoist

Stephan Arens

Lees ook in Granen

Wereldwijde graanvoorraad op laag niveau

Economie De wereldwijde graanvoorraad aan maïs en tarwe is volgens het Wasde-rapport de laagste in 8 jaar. Anderzijds worden recordmaïsopbrengsten voorspeld in Noord- en Zuid-Amerika, wat resulteert in lage maïsprijzen.
Meer artikelen bekijken