Werken aan een sterkere bodem voor landbouw en natuur
In Kontich start voor 5 jaar een project dat de bodem robuuster maakt voor een toekomst waarin steeds meer landbouwers het veranderende klimaat het hoofd bieden. Het project wordt opgestart door Agrosymbio vzw en met ondersteuning vanuit Vlaanderen.

Zijn onze landbouwpercelen gewapened tegen veranderende klimatologische omstandigheden? De media bericht de laatste jaren steeds vaker over moeilijkheden in de landbouw ten gevolge van weersomstandigheden: droogte en bijhorende verboden om te beregenen enerzijds, te natte periodes die het oogsten bemoeilijken anderzijds.
Agrosymbio vzw start met die moeilijke omstandigheden in het achterhoofd het project ‘Neem je bodem niet langer in de Tang(hof)’ in het Tanghof in Kontich op. De organisatie investeert er gedurende enkele jaren in circulaire landbouw die een boost moet geven aan de bodem op enkele percelen. Daarvoor is het bodemleven de belangrijkste indicator.
“Door aangepaste teelten zoals graskruiden te zaaien, door gericht te bemesten met kwalitatieve dierlijke mest en door te zorgen voor een continue bedekkingvan de bodem, ontstaat een betere en gezondere bodem”, aldus de Vlaamse Landmaatschappij in een persbericht. “Het is een gesloten systeem waar geen extra kunstmest aan te pas komt. Daardoor wordt er ook meer bodemkoolstof opgeslagen en doet men aan koolstoflandbouw.”
Houtsnippers zullen in de stalmest verwerkt worden en nadien op het land gebracht worden, waardoor een bodem ontstaat die ook beter in staat is om water vast te houden. Dat heeft een gunstig effect op de grondwatertafel. Bij extreme hitte is de bodem daardoor beter bestand tegen uitdroging. Tijdens nattere tijden zal de ondergrond bovendien stabieler zijn, door de betere bodemstructuur.
“Een gezonde bodem is het uitgangspunt voor dit project”, beweert Tuur Vandeweyer van Agrosymbio vzw. “We hopen met dit project voor heel wat landbouwers uit de streek good practices te kunnen aanleveren. De circulaire landbouwdie we toepassen, reduceert ook de aankoop van kunstmeststoffen van buitenaf. Uiteindelijk moet dit systeem bewijzen economisch rendabel te zijn en daar kunnen we in dit project ook onderzoek naar doen.
“Tegelijk zetten we in op biodiversiteit langs de perceelsranden, niet enkel voor natuur, maar ook voor de kwaliteit van de bodems., gaat Vandeweyer verder. In de eerste week van januari worden langs de percelen ook houtkanten aangeplant door het Regionaal Landschap Rivierenland. Zo ontstaan er bijvoorbeeld extra habitat voor wilde bestuivers, die gunstig zijn voor de teelten.
Steun
Voor dit proefproject keurde de Vlaamse regering verschillende ondersteuningsmiddelen goed. De eerste 2 jaren kan het project rekenen op financiële ondersteuning via een projectsubsidie. Daarvoor lanceerde Vlaanderen in 2024 een projectoproep naar voorstellen onder de noemer ‘Kringlopen sluiten in, en samen met, de landbouw en de natuur’.
Het pilootproject vindt plaats op percelen van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) en gebeurt in samenwerking met het Regionaal Landschap Rivierenland. “Met het ter beschikking stellen van deze publieke gronden wil de VLM actief bijdragen aan het verzekeren van de toekomstmogelijkheden van de landbouw door de transitie naar duurzame en klimaatrobuuste landbouw te faciliteren”, aldus Sabine Caremans van VLM. “Op die percelen zorgen we voor ruimte voor voedselproductie en ondersteunen we een duurzaam verdienmodel voor de landbouw. Daarnaast werken we ook aan de versterking van het landschap en de biodiversiteit. Dat zijn verschillende doelstellingen van het Landinrichtingsproject Antwerpse Zuidrand.”
Monitoring gebeurt gedurende de projectperiode door het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO).