Vlaamse wijn krijgt onterechte kritiek
Minister Jo Brouns (cd&v) is alles behalve gelukkig met wat hij omschrijft als de framing waarmee de Vlaamse wijnsector in diskrediet wordt gebracht. Een Oostenrijks onderzoek zou zich baseren op de analyse van slechts één enkele fles Vlaamse wijn. Daaruit zou moeten blijken dat Vlaamse wijn een te hoge concentratie van TFA bevat.

TFA is een afbraakproduct van pesticiden op basis van PFAS.
Volksvertegenwoordiger Andy Pieters (N-VA) zwaaide in de commissiebijeenkomst Leefmilieu van het Vlaams Parlement op 6 mei met een recent negatief rapport in opdracht van Bond Beter Leefmilieu en Pestide Action Network Europe (PAN Europe). Dat rapport zou aantonen dat Vlaamse wijn de op 1 na hoogste concentratie van TFA van de door hen onderzochte Europese wijnen bevat.
Eén enkele fles
Het onderzoek waarnaar men verwijst is volgens minister Brouns uitgevoerd door een Oostenrijkse onderzoeker verbonden aan GLOBAL 2000. Dat is een Oostenrijkse milieuorganisatie die nauwe banden onderhoudt met PAN Europe, een actiegroep die zich actief verzet tegen elk gebruik van pesticiden.
De minister zegt dat hij onaangenaam verrast was toen hij vaststelde dat de conclusies gebaseerd zijn op de analyse van slechts 1 enkele fles Vlaamse wijn. Hij vindt het niet kunnen om daar verregaande conclusies aan te verbinden. Niettemin werd het in de pers nadien voorgesteld alsof ‘de Vlaamse wijnen’ als geheel tot de meest PFAS-houdende van Europa zouden behoren.
De volledige Vlaamse wijnsector wordt daardoor op basis van 1 staal in diskrediet gebracht.
Wat de discussie rond TFA aangaat, zegt Brouns dat deze materie tot de federale bevoegdheid behoort.
Risicobeoordeling verfijnen
Op Europees en federaal niveau zijn er belangrijke beperkingen ingevoerd rond PFAS in gewasbeschermingsmiddelen. Vandaag zijn er geen nieuwe ontwikkelingen voor gewasbeschermingsmiddelen die actieve stoffen kunnen gebruiken waarin PFAS zit. Vlaanderen blijft aandringen op bijkomende maatregelen. De federale administratie ondersteunt het initiatief om de risicobeoordeling van TFA verder te verfijnen.
Brouns zegt verder dat er reeds lang structureel en frequent overleg bestaat met de federale overheid over gewasbeschermingsmiddelen. Daarbij is voor het voedselveiligheidsaspect het bevoegde FAVV betrokken is. Vanuit Vlaanderen nemen vertegenwoordigers van het beleidsdomein Omgeving, maar ook het Agentschap Landbouw en Zeevisserij deel. PFAS is niet meer in gebruik als basis om gewasbeschermingsmiddelen te ontwikkelen.
Verschillende samenwerkingsstructuren
Er is intensief overleg over de PFAS-problematiek binnen de verschillende samenwerkingsstructuren, onder meer in het kader van het Belgische REACH-samenwerkingsakkoord (Registration, Evaluation, Authorisation and Restriction of Chemicals) – niet onbelangrijk in het kader van de chemische industrie – rond het huidige Europese voorstel voor een algemene PFAS-restrictie. Ook de mogelijke aanwezigheid van PFAS in voeding en materialen bestemd voor contact met voeding, zoals verpakkingen, wordt daarbij opgevolgd en concreet besproken.
Steun aan wijnboeren
Minister Brouns vindt het belangrijk om nogmaals te benadrukken dat hij de Vlaamse wijnboeren maximaal blijft ondersteunen in de promotie van die uitstekende Vlaamse wijnen die steeds vaker en ook internationaal worden bekroond en geroemd.
Op een bijkomende vraag van Andy Pieters of Brouns een rol weggelegd ziet in het sensibiliseren van de wijnbouw en in het algemeen de landbouw richting minder schadelijke beschermingsmiddelen, zit de minister op dezelfde lijn als de vraagsteller.
Uit zijn contacten met de landbouworganisaties weet minister Brouns dat dit een van de heel gevoelige punten is. Zij spreken veel over de bescherming van hun gewassen. In de communicaties voelt men volgens de minister vaak dat men dat graag vertaalt naar de pesticiden, want dan krijgt het een andere connotatie. Men is zich ervan bewust dat men er heel omzichtig mee moet omgaan: ten eerste, in de wijze waarop men in de praktijk met die producten omgaat, en ten tweede, dat ze zo beperkt mogelijk moeten worden gebruikt. Dat is goed voor iedereen: voor de landbouwer, voor de bodem, voor het gewas en voor de portemonnee van de landbouwer.
Er is daarenboven specifieke aandacht voor de wijnbouwsector. Men ziet heel vaak dat bio daar de overhand neemt en dat ze zo min mogelijk gewasbeschermingsmiddelen willen gebruiken.