Citrusplanten zorgen voor zuiderse sfeer
Het warme en droge weer van de voorbije weken doet ons al dromen van een mooie, warme zomer en van een deugddoende vakantie in de eigen tuin. Een citrusboompje op het terras zorgt daarbij voor een instant zuiders sfeertje. Ze zijn niet alleen decoratief, maar kunnen mits de juiste zorg ook in ons zachter wordende klimaat goed gedijen.

Citrusvruchten dragen wereldwijd een rijke symboliek. In Aziatische culturen staan ze vaak voor geluk, voorspoed en vruchtbaarheid. Mandarijnen zijn bijvoorbeeld een traditioneel geschenk tijdens het Chinees Nieuwjaar. In de mediterrane wereld symboliseren citroenen zuiverheid, gezondheid en zelfs liefde. Door hun geur, kleur en vorm worden citrusvruchten vaak geassocieerd met levensvreugde en zonlicht. Wie een citrusplant in de tuin haalt, brengt dus niet alleen een smaakmaker binnen, maar ook een stukje symbolische rijkdom.
Historisch
Citrusplanten hebben een lange en boeiende geschiedenis die duizenden jaren teruggaat. Oorspronkelijk komen ze uit Zuidoost-Azië, met name uit regio’s zoals India, China en het Maleisisch Schiereiland. Van daaruit verspreidden ze zich via handelsroutes naar het Midden-Oosten en het Middellandse Zee-gebied. De Romeinen waren al bekend met citroenen en limoenen, al bleven deze vruchten lange tijd zeldzaam en kostbaar. In de middeleeuwen brachten Arabische handelaren en veroveraars citrusbomen verder naar Zuid-Europa, waar ze in Spanje en Italië populair werden. In de 17e en 18e eeuw verschenen in Noord-Europa oranjerieën, speciaal verwarmde serres waarin adel en rijke burgers citrusbomen overwinterden. Ook het Koninklijk Paleis in Laken beschikt over een fraaie oranjerie met bijhorende citruscollectie.
Botanisch
Citrusplanten behoren tot het geslacht Citrus, binnen de plantenfamilie Rutaceae. Botanisch gezien zijn ze bijzonder interessant vanwege hun complexe genetische achtergrond. De meeste gecultiveerde citrussoorten, zoals citroen (Citrus limon), sinaasappel (Citrus sinensis) en mandarijn (Citrus reticulata), zijn hybriden van 3 oersoorten: de pompelmoes (Citrus grandis), mandarijn en de sukadecitroen (Citrus medica).
Door natuurlijke en menselijke kruisingen ontstond een uitgebreid netwerk van cultivars met diverse smaken, vormen en eigenschappen. De sinaasappel is dus geen aparte soort, maar een kruising van pompelmoes en mandarijn. Citrusplanten zijn groenblijvende bomen of struiken met aromatische oliën in bladeren en schil, en met opvallende witte, sterk geurende bloemen. De vruchten zijn vaak groot en smakelijk. Daarom worden veel citrussoorten als fruitboom aangeplant.
Citrus in de tuin
In ons klimaat worden citrusplanten vanwege hun vorstgevoeligheid bijna uitsluitend gehouden als potplant. In het najaar moeten de planten naar binnen of op een vorstvrije plek overwinteren, zoals een serre of lichte garage. In het voorjaar, vanaf half mei, na de ijsheiligen, kunnen ze zonder problemen terug naar buiten. Dat kan ook al vroeger, maar dan moet je ze wel beschermen tegen late vorst (folie of terug naar binnen).
Citrusplanten houden van een zonnige, beschutte standplaats, bij voorkeur op het zuiden en uit de wind. Ze doen het goed in grote potten met goed doorlatende, licht zure tot neutrale potgrond, (potgrond voor kuipplanten is hiervoor meest geschikt).
Geef niet regelmatig water, maar volgens behoefte. Citrusplanten hebben liever te weinig dan te veel water, geef daarom slechts water als de bovenste 10 tot 20% van het substraat droog is, maar voorzie dan wel een royale gietbeurt. Zorg er wel voor dat overtollig water weg kan, want natte voeten verdragen ze slecht. In de groeiperiode vragen ze regelmatige watergift en bemesting met een speciale citrusmeststof of een goede kuipplantenmeststof.
Snoeien gebeurt het best in het voorjaar: verwijder dode, zieke of kruisende takken en behoud een open, luchtige kroon. Er bestaan heel veel citrussoorten waarvan er slechts een beperkt aantal bij ons op de markt zijn als kuipplant.
Sinaasappels
Sinaasappels zijn afkomstig uit China en werden rond het midden van de 16° eeuw door de Portugezen naar Europa gebracht. Ze hebben oranjegeel tot helder oranjerood gekleurde vruchten die meestal ronde vruchten zijn die vaak aan de boven- en onderkant iets afgeplat zijn. Sinaasappelbomen hebben eivormige, langwerpige bladeren waarvan de bladstelen licht gevleugeld zijn.
Deze groep citrusplanten wordt verder onderverdeeld in gewone sinaasappels, navelsinaasappels, bloedsinaasappels en zoete sinaasappels. De planten worden bij ons vaak verkocht als sinaasappelboom zonder rasvermelding. Nochtans zijn er rassen die zich beter lenen tot potcultuur dan andere zoals de Citrus sinensis ‘Washington Navel’, die met zijn compacte groeiwijze en vroege vruchtdracht uitgroeit tot een mooie kuipplant.
Mandarijnen
Mandarijnen behoren tot de oudste citrusvruchten en komen uit het zuiden van China. Kenmerkend voor de planten zijn de smalle, spits-eironde bladeren en het ontbreken van vleugels aan de bladstelen. Sommige rassen hebben korte spitse doornen, andere rassen hebben die niet.
Vanwege zijn winterhardheid (een vorstvrije serre volstaat), is de Citrus reticula ‘Satsuma’ een interessant ras om te houden als kuipplant. Het is een eerder zwak, breed groeiend ras met donkergroene bladeren, die bij het ouder worden afhangende takken krijgt. Een heel populaire citrusplant is de ‘calamondin’, een plant die vaak onder verschillende namen wordt verhandeld (Citrus madurensis ‘calamondin, Citrus x microcarpa
Citroenen
Citroenen groeiden oorspronkelijk van West-Azië tot het zuiden van China. De sappige, ovaalvormige vruchten hebben aan het uiteinde vaak een tepelvormige uitstulping. De bladstelen zijn meestal niet gevleugeld en vele rassen hebben vaak meer of minder doornen. Er zijn meer dan 100 rassen, maar bij ons worden citroenplanten heel vaak verkocht zonder rasaanduiding.
Een ras dat je hier wel op de kop kan tikken is de Citrus limon ‘Meyeri’, vermoedelijk een kruising tussen een sinaasappel en een citroen. De plant heeft een gedrongen en compacte groeiwijze met geeloranje vruchten met een gladde schil en een minimale tepel. De smaak van de vrucht is opvallend minder zuur dan die van de echte citroenen. Bovendien verdraagt de plant goed temperatuurschommelingen, wat hem geschikt maakt voor ons wispelturige klimaat.