Nog veel onzekerheden over vrijloopkraamhokken
Varkenshouders die willen investeren in vrijloopkraamhokken, worden vaak geconfronteerd met onzekerheden. Het is niet duidelijk of en wanneer er Europees beslist zal worden dat die vrijloopkraamhokken de norm worden en wat die normen zullen zijn. “De voorlopers die hierin investeren, kunnen rekenen op investeringssteun”, stelt Vlaams minister van Landbouw Jo Brouns (cd&v).

Parlementslid Sofie Joosen van N-VA wisselde in de coimmissie Landbouw van 21 mei van gedachten met minister Brouns over de vrijloopkraamhokken voor varkens.
De huidige generatie kraamhokken - met kooien - werd ontwikkeld als een compromis tussen de behoeften van zeugen, biggen en varkenshouders. Toch wordt het welzijn van de zeug gehypothekeerd door de beperking in bewegingsvrijheid van de zeug in de kraamkooi. Daarom wordt geëxperimenteerd met vrijloopkraamhokken waarin de zeugen gedurende de volledige zoogperiode of een deel daarvan vrij in het kraamhok rondlopen.
Significante voordelen voor welzijn
Een recente literatuurstudie van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) toont volgens Joosen aan dat vrijloopkraamhokken, mits correct ingericht en ook mits het nestmateriaal correct is, significante voordelen kunnen bieden voor het welzijn van de zeug en haar toom.
“Meer dierenwelzijn kan voordelen bieden voor de sector. We focussen vaak op de negatieve aspecten, maar dit kan zeker ook voordelen hebben. Er is een markt voor producten die met respect voor dierenwelzijnsnormen worden geproduceerd. Heel wat consumenten zijn ook bereid om daar in de toekomst meer voor te betalen, en supermarkten zijn ook bereid om die producten meer in de kijker te zetten. Het is dus een dubbel verhaal”, stelt Joosen.
Meerkosten
worden niet gecompenseerd“Als varkenshouders vandaag moeten beslissen of ze met vrijloopkraamhokken aan de slag gaan, is het nog een beetje koffiedik kijken welke richtlijnen er mogelijk zullen komen en welke ondersteuning daarvoor voorzien zal zijn. Varkenshouders die willen investeren in die vrijloopkraamhokken, staan daardoor dus voor een bijzonder moeilijke keuze. De wetgeving blijft voorlopig vaag, er is geen garantie op rentabiliteit en de meerkosten voor deze diervriendelijke huisvestingssystemen worden niet altijd gecompenseerd door een meerprijs vanuit de consument. Ook uit het recente Triple F-project (feasibility of free farrowing) blijkt dat bij de omschakeling veel knopen doorgehakt moeten worden. Toch kiezen heel wat pioniers in Vlaanderen al voor die vrijloopkraamhokken”, stelt Joosen.
Groot financieel risico
“Het klopt dat varkenshouders die vandaag al willen investeren in vrijloopkraamhokken, vaak geconfronteerd worden met een vorm van onzekerheid. Als ze investeringen plannen in vrijloopkraamhokken bij een nieuwbouw of renovatie, hebben ze bij gebrek aan definitieve en concrete wetgeving en normen vaak te maken met een zekere vorm van rechtsonzekerheid als zij willen anticiperen op mogelijke wettelijke of marktinitiatieven om een einde te maken aan kooihuisvesting. De financiële risico’s die daarbij genomen worden, kunnen groot zijn. Daarom is het belangrijk om bij de onderhandelingen die leiden tot Europese regelgeving, te blijven pleiten voor een voldoende lange overgangstermijn. Het initiatief ligt bij Europa”, stelt minister Brouns.
Er is via oproepen steun voorzien voor bedrijven die willen omschakelen. “Er zijn vanuit het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) in het verleden bij voorlopers al investeringsprojecten gesubsidieerd met een subsidie van 40% in de vorm van VLIF-steun voor innovatieve investeringen. De meerkosten voor vrijloopkraamhokken worden momenteel in het kader van de maatregel van de VLIF-steun voor productieve investeringen ook met het oog op verhoogd dierenwelzijn gesubsidieerd voor 30%, verhoogd met 10% voor jonge landbouwers”, duidt de minister.
VLIF-steun mogelijk
“Ook vandaag al kunnen investeerders een beroep doen op het VLIF voor innovatieve investeringen als het vrijloopkraamhok voldoende innovatieve elementen bevat die nog niet in Vlaanderen geïmplementeerd zijn. In dat geval is 50% steun voorzien. Ook de begeleidingskost bij het implementeren van de innovatieve investeringen kan gesubsidieerd worden. Voor meetkosten is zelfs 65% steun voorzien, verhoogd naar 80% voor meetkosten voor milieu- en klimaatparameters”, geeft minister Brouns mee.
Steun voor begeleiding
Wie een nieuw bedrijfsplan kan kaderen in een nieuw verdienmodel waarbij een verhoogd dierenwelzijn ook kan worden vermarkt, kan forfaitaire steun aanvragen binnen de VLIF-maatregel ‘Opstart van of omschakeling naar een toekomstgerichte duurzame ondernemingsstrategie op een landbouwbedrijf’.
Varkenshouders die begeleiding willen, kunnen zich ook omringen met onderzoekers, voorlichters en leveranciers om een project in te dienen binnen EIP-innovatie (European innovation partnership).
“Bovendien wordt in de provincie Limburg geïnvesteerd in de nieuwe zeugenstal met vrijloopkraamhokken die momenteel wordt gebouwd door het Proef- en Vormingscentrum voor de Landbouw in Bocholt. Zo willen we de landbouwers van de toekomst ook meteen in aanraking brengen met de houderijsystemen van de toekomst”, vertelt minister Brouns.
Consensus over gelijklopende prestaties
“Het Triple F-project heeft vooral praktijkvoorbeelden verzameld. Er is heel wat informatie beschikbaar uit andere Europese landen waar vrijloopkraamhokken al sterk worden gestimuleerd. Er bestaat consensus over het feit dat de prestaties in vrijloopkraamhokken kunnen wedijveren met die in de klassieke kraamhokken, nadat voldoende ervaring is opgebouwd en mits de lay-out goed is gekozen. De kost is dan wel hoger, en dat is op dit ogenblik in feite nog het grootste knelpunt”, besluit de minister.