Startpagina Melkvee

Koen Heymans boert in de Brusselse rand

De Neerpedehoeve ligt net aan de buitenzijde van de Brusselse Ring in Neerpede. De hoeve ligt slechts op zo’n 200 m van Vlaanderen, maar dus in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Melkveehouder Koen Heymans wordt er geconfronteerd met de voor- en nadelen van de Brusselse wetgeving.

Leestijd : 9 min

Neerpede, een groen gehucht van Anderlecht, klinkt voor menig voetballiefhebber bekend in de oren, want het trainingscentrum van RFC Anderlecht is hier gelegen. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest koppel je niet onmiddellijk met landbouw. In de kronkelende Neerpedestraat kun je echter niet naast de grote nieuwe melkveestal van de Neerpedehoeve kijken.

Koen Heymans is vandaag de dag nog de enige melkveehouder in dat gewest. “Ik heb nog een collega met vleesvee en er is een manege. In de hoofdstad zijn er ook wel enkele succesvolle stadslandbouwprojecten, met voornamelijk (biologische) groenteteelt.”

Hoeveproducten zijn gegeerd door stedelingen

“Mijn ouders, Michel Heymans en Marie-Paule Van Hulle, namen dit gemengde melkvee-akkerbouwbedrijf in 1985 over van familie zonder opvolger”, vertelt Koen.

Jarenlang stond de boerderij met hoeveverkoop in de regio bekend als Hoeve/Ferme Heymans. In september 2021 werd de hoeve omgedoopt tot de ‘Neerpedehoeve’. De hoeveverkoop startte ongeveer 15 jaar geleden en had snel succes. Het is er ook vandaag nog steeds een af- en aanrijden van consumenten – zowel uit de grootstad als uit het vlakbij gelegen Dilbeek – die zich komen bevoorraden met lekkere hoeveproducten.

In de automatenshop kan men 7 dagen op 7 rauwe melkkopen via een tapautomaat. De melk is ook op vrijdag en zaterdag beschikbaar in de hoevewinkel.
In de automatenshop kan men 7 dagen op 7 rauwe melkkopen via een tapautomaat. De melk is ook op vrijdag en zaterdag beschikbaar in de hoevewinkel. - Foto: AV

“We verkopen hier onze eigen rauwe melk via een tapautomaat en in de hoevewinkel, waar je ook aardappelen, hoeve-ijs en allerlei lokale (seizoens)producten van collega’s uit de regio vindt. Momenteel zijn bijvoorbeeld de aardbeien van het bedrijf van mijn zus en schoonbroer hier erg gegeerd. Onze hoevewinkel is 2 dagen per week open, en in onze automatenshop kun je 7 dagen op 7 terecht voor melk, eieren en aardappelen.”

In de automatenshop kun je eveneens terecht voor aardappelen en eieren.
In de automatenshop kun je eveneens terecht voor aardappelen en eieren. - Foto: AV

Nieuwe stal na overname

Koens vader hield bij aanvang zo’n 35 tot 40 dubbeldoelkoeien in een bindstal. In 1995 werd het bedrijf geconfronteerd met een tuberculosebesmetting van de veestapel, met 6 maanden verplichte leegstand tot gevolg. Van die periode werd gebruikgemaakt om een 2x2-tandem melkstal bij te bouwen. Nadien kwamen er nog een jongveestal en loods bij.

Na de leegstand werd een volledig nieuwe veestapel aangekocht bij KI Samen in Nederland. Naarmate het aantal koeien in de jaren nadien toenam, werd de loods omgevormd tot een potstal. Na het wegvallen van het melkquotum breidde het aantal koeien nog verder uit naar 90. De melkinstallatie werd vernieuwd door een 2x3-tandem.

Na het beëindigen van zijn studies Agro- en Biotechnologie aan de landbouwschool in Melle in 2016 toonde Koen onmiddellijk de intentie om de boerderij over te nemen van zijn ouders. Er werd toen ook beslist om een nieuwe melkveestal te plannen. “Ik was hier de voorbije jaren aan de slag als zelfstandig helper, maar op 1 januari 2023 nam ik de Neerpedehoeve volledig over. Op dat moment was de vergunning voor de stal ook eindelijk rond. De bouw startte in april 2023.”

Vandaag de dag telt het bedrijf zo’n 95 melk- en kalfkoeien met bijhorend jongvee en zowat 60 ha akkerland met voornamelijk teelten voor de ruwvoederwinning, zoals maïs, gras, grasklaver, luzerne, spelt en gerst.

Aandacht voor goede pensontwikkeling

Koen leidt ons rond op het bedrijf en legt ons zijn aanpak uit.

De kalveren worden na de geboorte onmiddellijk gescheiden van de koe. “De kalfjes krijgen zo snel mogelijk biest. We doen steeds een kwaliteitsmeting, zodat we weten hoeveel biest we moeten geven. We geven hun ook de tweede biest. De tweede dag na het afkalven, zitten er immers nog heel wat antistoffen in de melk. Nadien krijgen de kalfjes naast melkpoeder ook al wat krachtvoer, dat we mengen met stro. Dat doen we doelbewust om een goede pensontwikkeling te realiseren.”

Veertien dagen na hun geboorte worden de stierkalveren verkocht. De vaarskalfjes huisvest Koen 2,5 à 3 maanden in aparte hokjes op stro, nadien zitten ze per 3 en gebeurt de omschakeling naar ruwvoer. Ze krijgen hetzelfde voermengsel als de melkkoeien, omdat dit voor hen voldoende eiwit en energie bevat voor een goede groei. Extra hooi zorgt opnieuw voor de pensontwikkeling. Na 4 tot 5 maanden verhuizen ze naar de jongveestal met grotere groepshokken, waar ze vanaf de leeftijd van 9 tot 10 maanden overschakelen op uitsluitend voordroog, aangevuld met soja en krachtvoeder.

De kalveren krijgen een voermengsel met stro om van jongsaf de pensontwikkeling te stimuleren.
De kalveren krijgen een voermengsel met stro om van jongsaf de pensontwikkeling te stimuleren. - Foto: AV

De vaarzen worden op de leeftijd van zo’n 13 à 14 maanden geïnsemineerd. “De exacte timing is afhankelijk van hun gewicht en grootte”, stelt Koen. “Ik mik op een leeftijd van 23 à 24 maanden voor de eerste afkalving.”

Uitgekiende stierkeuze

Inzake fokkerij werkt Koen samen met Alta Genetics. “Ik selecteer de Holstein-stieren via hun handige Alta Advantage-programma. Dat stelt onmiddellijk 5 stieren voor die voldoen aan de voorwaarden die ik hierin kan aanvinken. Zo creëer ik een uniforme veestapel. Ik mik op goed gevulde uiers bij de melkrobot en op hoge vet- en eiwitgehaltes, want ik wil rijke melk aanbieden in de korte keten. Daarnaast zijn de uiergezondheid en vruchtbaarheid belangrijk. Voor het exterieur kijk ik naar het beenwerk, de speenlengte, een goede uierophanging en correcte kruisligging.”

Het valt op dat de vaarzen hier opmerkelijk groot zijn. “De transitieperiode op het einde van de dracht krijgt veel aandacht. Gemiddeld staan de koeien 7 tot 8 weken droog. Ze worden afhankelijk van de uiergezondheid al dan niet selectief drooggezet. De melkproductie moet onder 15 l liggen eer ik een koe droogzet. We doen dit door de krachtvoergift op de robot af te bouwen. Vermits ik het afkalfgemak belangrijk vind, zowel bij de vaarzen als bij oudere koeien, mik ik bij de stierkeuze zeker niet op grote nakomelingen. De kalfjes komen dus meestal vlot ter wereld. Dankzij de aandacht voor een goede voederopname groeien ze prima, wat resulteert in grote vaarzen.”

Vanaf de geboorte is er aandacht voor groei en pensontwikkeling. Dat uit zich onder meer in grote vaarzen.
Vanaf de geboorte is er aandacht voor groei en pensontwikkeling. Dat uit zich onder meer in grote vaarzen. - Foto: AV

Koen wil de langleefbaarheid van zijn melkveestapel nog wat verbeteren. “Momenteel tellen we 3,5 à 4 lactaties bij afvoer. Dit is niet slecht, maar het zou nog mogen verhogen. Het rollend jaargemiddelde bedraagt 9.600 l, bij een vet- en eiwitgehalte van respectievelijk 4,45% en 3,60%, naargelang het rantsoen dat ik geef.”

Voor de opvolging van de gezondheid van zijn dieren en de melkkwaliteit, valt Koen trouwens terug op de Vlaamse ‘diensten’ zoals Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ) en Integrale Kwaliteit Melk (IKM).

Zowat 15% van de melkproductie wordt via de korte keten vermarkt. De familie Heymans leverde jaar en dag aan melkerij Olympia. Recent kwam deze melkerij volledig in handen van het Nederlandse Royal A-ware. Koen is best tevreden over de overgang naar deze nieuwe afnemer. “We werden correct geïnformeerd. De directie heeft een goede aanpak, ook voor de afzet van hun restproducten, en een correcte strategie.”

Kruising met Angus

In de oude potstal staan er momenteel nog zo’n 14 koeien. “Deze koeien geven nog voldoende melk, maar konden omwille van diverse redenen niet mee naar de nieuwe stal. We hebben plaats in de potstal en zolang mijn ouders nog helpen op het bedrijf, melken we ze nog verder in de tandem.”

Wanneer een koe niet meer voldoet inzake melkproductie, hanteert Koen liever een kruising van Holstein met Angus dan met Belgisch witblauw. Ook hier speelt een vlotte afkalving een rol. “De Angus-combinatie zorgt voor een vlotte kalving”, vindt Koen. “Bij een kruising met witblauw ziet de koe immers meer af door het forsere kalf, wat mogelijk leidt tot hogere veeartskosten of zelfs verlies van de koe. De huidige hogere prijzen voor kalveren van een witblauwkruising geven me wel stof tot nadenken over de stierkeuze.”

Koecomfort en werkgemak

De nieuwe melkveestal werd in 2023 opgetrokken. “In november 2023 gingen de eerste koeien erin. We deden dat telkens met een groep koeien. Zo konden ze wennen aan de nieuwe omgeving met roostervloer, voederhek en ligboxen. In januari 2024 namen we er onze melkrobot van DeLaval in gebruik. Ook dat was wennen voor de koeien. Er worden nu 65 koeien gemolken.”

De nieuwe melkveestal werd eind 2023 in gebruik genomen.
De nieuwe melkveestal werd eind 2023 in gebruik genomen. - Foto: AV

Koen opteerde bij de bouw van de nieuwe stal vooral voor koecomfort en arbeidsgemak. “We kozen voor flexibele ligboxafscheidingen en watermatrassen. Ik ben nog niet overtuigd van deze combinatie. De koeien gaan namelijk schuin op de matras liggen, duwen de flexibele afscheiding opzij en mesten op de matras. Mogelijk was een ijzeren afscheiding met enkel onderaan een flexibel deel een betere optie. Inzake comfort hebben we koeborstels voorzien en voldoende drinkwater via 3 waterbakken van 3 m.

De omschakeling naar een stal met ligboxen en een automatisch melksysteem verlichtte de arbeid op het bedrijf. “Een potstal is mooi, maar vergt veel arbeid. Je moet het stro binnenhalen en stockeren, de stal instrooien en weer uitmesten. Dat is nu helemaal anders, de mest belandt in de kelder.” De roostervloer ligt er trouwens heel proper bij. “Dat kuiswerkje wordt nu uitgevoerd door een mestrobot die reinigt met water. De robot voert 10 kuisroutes per dag uit. Deze bijkomende investering geeft me alweer extra arbeidsgemak en de koeien zijn properder. Het is ook gunstig voor de klauwgezondheid.”

Volgens Koen loopt het gestuurde koeverkeer in de nieuwe stal erg vlot. Aan de selectiepoort worden de koeien via hun oormerk herkend en wordt zo bepaald of ze gemolken mogen worden of nog niet. De tochtige dieren worden na het melken gesepareerd naar een apart gedeelte in de stal. Op de robot staat bovendien ook bronstdetectie. “We realiseren 2,6 tot 2,7 melkbeurten per dag per koe en een dagproductie van 33 l. We wegen nog af welke vorm van weidegang het best bij robotmelken past.”

Het koeverkeer nabij de melkrobot verloopt vlot.
Het koeverkeer nabij de melkrobot verloopt vlot. - Foto: AV

Andere wetten en regels

Boeren in Brussel… dat betekent ook een andere wetgeving en subsidieregeling. “Ondanks de moeilijk vergunningsverlening bij onze Vlaamse collega’s, konden wij hier nog wel een vergunning krijgen voor onze nieuwbouwstal. Toch duurde het ook wel 3 jaar om het dossier rond te krijgen. In één adem moet ik ook aanvullen dat wij hier voor onze investering amper financiële ondersteuning van de Brusselse overheid ontvingen, slechts zo’n 2%. Iets gelijkaardigs aan VLIF-steun bestaat hier niet.”

Er gelden geen bemestingsregels op de Brusselse percelen. “In dit gewest bestaat immers geen Vlaamse Landmaatschappij (VLM) of Mestbank. Ongeveer een derde van ons areaal ligt in Vlaanderen. We worden dus zowel met Brusselse als Vlaamse wetgeving geconfronteerd op onze percelen.” De landbouwboekhouding – dus de verwerking van de verzamelaanvraag – verloopt voor alle percelen trouwens via Vlaanderen. “Soms kom ik in aanmerking voor een maatregel, soms niet. Beheerovereenkomsten afsluiten, kan ik bijvoorbeeld niet op mijn Brusselse percelen.”

Pesticideverbod hangt in de lucht

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is er een (nog) grotere focus op het beperken en uiteindelijk verbieden van gevaarlijke pesticiden dan in de andere regio’s in ons land. Net voor de gewestverkiezingen van juni 2024 keurde de Brusselse regering enkele besluiten goed om het gebruik van gevaarlijke pesticiden verder te beperken.

“Voor bepaalde pesticiden geldt vanaf augustus een gebruiksverbod in privétuinen en andere private groene ruimtes – zoals reeds het geval was in openbare ruimtes in Brussel. Ook de verkoop ervan wordt aan banden gelegd. Daarnaast gelden er vanaf augustus 2026 nieuwe verplichtingen voor landbouwers om geïntegreerde gewasbescherming toe te passen op hun Brusselse percelen. Mogelijk wordt het gebruik van deze zogenaamde ‘hoog-risico’ gewasbeschermingsmiddelen vanaf 2030 ook niet meer toegelaten voor land- en tuinbouwers. Vanaf dan mogen we enkel nog producten gebruiken die zijn toegestaan in de biologische landbouw. Ik vernam dat men tegen deze beslissing in beroep is gegaan, omdat deze materie valt onder de nationale wetgeving, maar het is dus nog afwachten wat daaruit volgt. Omschakelen naar biolandbouw is voor mij echter geen optie, ik wil mijn gewassen kunnen beschermen. Ik vermoed dus dat ik op onze percelen die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gelegen zijn in de toekomst dus meer gras(klaver) en luzerne zal telen.

De akkerbouwtak is nog grotendeels in handen van Koens vader. “Papa is de machineman”, lacht Koen. “De basiswerkzaamheden doen we zelf, maar de oogst – dorsen en hakselen – wordt door loonwerkers gedaan, alsook de drijfmestinjectie op de Vlaamse percelen. Gehakseld stro voor de koeien kopen we aan. We wensen immers graag kort stro voor een goede opname en vlotte verwerking in de voermengwagen. Het basisrantsoen wordt dus grotendeels met eigen ruwvoeders samengesteld, namelijk maïs, gras en ook maïskolvenschroot (MKS) als krachtvoeder. Gras trachten we jong te maaien, dus met slechts enkele weken tussen 2 snedes. We willen zoveel mogelijk eiwit in de kuil krijgen. We gebruiken ook draf van de lokale Pajotse lambiekbrouwerijen Lindemans en Timmermans. Soja kopen we aan, die teelt zou hier trouwens door de vele kraaien moeilijk lukken.”

Profiteren van de Brusselse zon

Sinds 3 jaar liggen er op de stallingen 280 zonnepanelen. De panelen werden gratis geïnstalleerd door Brusol.

Er liggen 280 zonnepanelen op de stallingen, een realisatie en voordelige samenwerking met Brusol.
Er liggen 280 zonnepanelen op de stallingen, een realisatie en voordelige samenwerking met Brusol. - Foto: AV

“Het is een gunstig Brussels systeem. Wij verbruiken gratis de groene stroom die ze genereren en ik mag deze ook op het net injecteren”, vertelt Koen. “Brusol verdient de installatie terug via de verkoop van de groenestroomcertificaten aan de energieleveranciers. Na 10 jaar mogen we deze installatie behouden of de panelen laten verwijderen. In afwachting van een extra stroomkabel zijn op de nieuwe stal nog bijkomende zonnepanelen gepland. Persoonlijk overweeg ik ook wel de installatie van een thuisbatterij. Dat is echter best wel een grote investering, die ik zelf moet dragen, vermits ik hier niet kan tellen op… Vlaamse VLIF-steun.”

Het ene voordeel is het andere niet in de Brusselse rand.

Anne Vandenbosch

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken