Asbestafdruipzones zijn veilig
Asbestafdruipzones zijn in de toekomst niet meer onderzoeks- en saneringsplichtig. Een studie van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) bevestigt dat er bij het beroeren van een afdruipzone nooit asbestvezels vrijkomen die de grenswaarden voor gezondheidsrisico’s overschrijden.
Minister Jo Brouns (cd&v) ging op 3 juni met de leden van de Commissie Leefmilieu in het Vlaams Parlement even terug naar het verleden. Bij bodemonderzoeken werd destijds vastgesteld dat er asbestverontreiniging voorkwam in de bodem ter hoogte van afdruipzones van asbesthoudende dak- en gevelbekleding. Op dat moment bestond er nog geen of weinig studiewerk en onderzoek over de impact of mogelijke risico’s die uitgingen van dergelijke afdruipzones. Er werd toen vanuit het voorzorgsprincipe uitgegaan van een kans op een humaan-toxicologisch risico en een mogelijke blootstelling aan asbest in die bepaalde afdruipzones. Vanuit die optiek werd er een onderzoeksverplichting van afdruipzones opgenomen in de standaardprocedure voor het oriënterend bodemonderzoek.
Gewijzigde standaardprocedure
Qua formalisering van de wijzigingen ondertekende de minister begin mei de ministeriële besluiten voor het wijzigen van de standaardprocedures voor dat bodemonderzoek. In de nieuwe standaardprocedure voor oriënterende bodemonderzoeken is voorzien dat asbestafdruipzones niet langer onderzoeks- en saneringsplichtig zijn.
Die wijziging kwam er na grondig onderzoek van VITO. De studie van VITO toont aan dat zelfs bij een extreem droge bodem, met 0% vochtigheid, het beroeren van de afdruipzone – door er bijvoorbeeld in te harken of in te graven – geen asbestvezels doet vrijkomen in concentraties die de grenswaarden voor gezondheidsrisico’s overschrijden. Een extreem droge bodem betreft bovendien een gesimuleerd onderzoeksscenario. In normale omstandigheden is de bodem van afdruipzones altijd in meer of mindere mate vochtig met dus nog minder kans op het vrijkomen van asbestvezels bij de beroering ervan. De louter passieve aanwezigheid van een afdruipzone die niet beroerd wordt, vormt al helemaal geen gezondheidsrisico.
Plichten vervallen
Na oplevering van de studie door VITO legde de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) de studie ter advies voor aan het Departement Zorg. Ook zij concludeerden dat er op basis van de studieresultaten geen noodzaak is om hier een onderzoeks- of saneringsplicht op te leggen. Alle plichten die in het verleden werden gevestigd voor het saneren van afdruipzones vervallen.
Minister Brouns bevestigt dat de erkende bodemsaneringsdeskundigen nu aan de slag moeten met de gewijzigde standaardprocedures voor het bodemonderzoek. Zij werden betrokken en geconsulteerd bij de opmaak van de wijzigingen van de standaardprocedures bodemonderzoek en zijn op de hoogte van die gewijzigde beleidslijn. Wanneer zij in de praktijk worden geconfronteerd met onderzoeks- en/of saneringsplichtigen voor asbestafdruipzones is het hun taak om de opdrachtgever te informeren over de gewijzigde beleidslijn. Saneringsplichtigen krijgen de mogelijkheid om een aanvraag te doen voor het laten opheffen van de eerder vastgestelde saneringsplicht door de OVAM. Op de website van OVAM (www.ovam.vlaanderen.be) kan men via een webformulier een opheffing van de plicht aanvragen.
