Nieuwe richtlijnen voor landbouwgrond in globale kaders van natuurbeheerplannen
Het wordt moeilijker om land met een agrarische bestemming op te nemen in de globale kaders van natuurbeheerplannen. Dat zeggen nieuwe richtlijnen van minister van Landbouw en Omgeving Jo Brouns (cd&v).
De richtlijnen gelden voor alle voorgestelde natuurbeheerplannen (NBP’s) sinds het begin van de nieuwe legislatuur, zegt de woordvoerder van Brouns. “Ze moeten verduidelijking bieden voor zowel de aanvrager van NBP’s alsook voor de omliggende gebruikers en eigenaars. De voorbije legislatuur is het instrument van de NBP’s onder grote maatschappelijke druk gekomen. Voor een deel had dit te maken met onoordeelkundig ingetekende globale kaders, die voor grote ongerustheid zorgden.”
Terreinbeherende organisaties zoals het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) of Natuurpunt doen hun plannen voor de natuur op hun grond uit de doeken in die NBP’s. In ruil daarvoor krijgen ze subsidies van de Vlaamse overheid. In de NBP’s kan in een ruimer gebied globale kaders aangeduid worden. Dat zijn percelen die in de toekomst interessant kunnen zijn om het natuurgebied uit te breiden. Voor NBP’s type 4 krijgen de organisaties eventueel tot 90% aankoopsubsidies voor percelen in globale kaders, wat landbouworganisaties als een bedreiging voor landbouwgrond zagen. Begin vorig jaar voerden boeren en landbouworganisaties dan ook op verschillende plaatsen actie tegen lokale NBP’s.
Richtlijnen
Om een antwoord te bieden op die ongerustheid van boeren heeft minister Brouns, in samenspraak met de diensten en de betrokkenen, beslist om duidelijke handvaten aan te bieden voor wat kan, en ook voor wat niet kan met globale kaders, aldus de woordvoerder van de minister.
Volgens de nieuwe richtlijnen kunnen er geen gronden met een agrarische bestemming meer opgenomen worden in de globale kaders van NBP’s. Er zijn wel uitzonderingen. Zo kan landbouwgrond gelegen in Speciale Beschermingszones (SBZ) – afgebakend volgens de Habitat- en de Vogelrichtlijn – of in VEN-gebied nog steeds opgenomen worden in globale kaders. Alle uitzonderingen vind je op de website van het ANB. Percelen gelegen in Herbevestigd Agrarisch Gebied (HAG) kunnen nooit opgenomen worden in globale kaders.
Voor NBP’s waar geen aankoopsubsidies aan verbonden zijn, type 2 en 3, zijn de richtlijnen enkel een aanbeveling. Landbouwgrond in het beheer van indieners van NBP’s kunnen wel nog opgenomen worden als deelnemende percelen, maar dus niet meer in het globale kader.
Eenzijdige visie
Boerenbond is tevreden dat er gevolg gegeven wordt aan de vele bezorgdheden die er op het terrein leven over de afbakening van globale kaders in agrarisch gebied bij de goedkeuringsprocedure van NBP’s. “Het is een grote stap voorwaarts dat gronden in het agrarisch gebied rond deze NBP’s niet meer vrijblijvend kunnen worden opgenomen in de globale kaders”, zegt Lode Ceyssens, de voorzitter van Boerenbond. “Globale kaders, die zich vaak in agrarisch gebied bevinden, zijn een eenzijdige visie van de indieners van de plannen waarvoor ze aankoopsubsidies konden verkrijgen. Dit ging volledig in tegen de voorschriften van het agrarisch gebied dat voor ons dient voorgehouden te worden voor professionele land- en tuinbouwactiviteit.”
Na de bescherming van het agrarisch gebied tegen aankopen met overheidsmiddelen voor natuur en bos, was dit een noodzakelijke volgende stap, zegt Boerenbond. De organisatie vraagt echter om het aankoopbeleid en het beleid inzake de NBP’s meer op elkaar af te stemmen, om het bestaand landbouwgebruik maximaal te beschermen. “We blijven zeer bezorgd over de uitzondering die voorzien is voor onder meer SBZ-V en vragen om ook daar het landbouwgebruik maximaal te vrijwaren.”
