Hoe maken we de juiste keuzes bij selectie in de schapenhouderij?
Het is volop zomer. De lammeren groeien en worden stilaan gespeend. Dan rijst de vraag met welke fokdieren we straks het nieuwe dek- en geboorteseizoen ingaan. Hoe ziet onze bedrijfsoriëntatie eruit? Welke fokdoelen stellen we ons? Blijven we bij het(de)zelfde ras(sen), of gaan we andere wegen bewandelen? En het hoeft niet gezegd dat vooral de keuze van de ram(men), die straks de helft van het genetisch materiaal zal(zullen) aanleveren, belangrijk is.

Bij de voortplanting komt genetisch materiaal (via chromosomen, genen, DNA) van ram en ooi samen tot een nieuw individu met een bepaald ‘genotype’. Wat we te zien krijgen (het ‘fenotype’) wordt bepaald door de combinatie van deze genetisch component en omgevingsfactoren. Om ouderdieren te kiezen voor het komende productiejaar, wordt bij de ‘klassieke’ selectie en op het overgrote deel van de productiebedrijven een keuze gemaakt op basis van visuele waarnemingen (het voorkomen, de conformatie, de bevleesdheid, de gezondheidstoestand, het fenotype), en op basis van cijfers, bv. omtrent...
Dit artikel is alleen voor abonnees
U heeft uw maandelijkse limiet van gratis beschikbare artikels bereikt
Al abonnee of geregistreerd?
Log in of Activeer uw abonnement