Melkveehouder Jacob van Emst: “Sinds 2018 leg ik ook zelf natuur aan”
Landbouwer Jacob van Emst is een echte koploper in de Nederlandse melkveehouderij wat betreft dierenwelzijn en natuurontwikkeling en -beheer. En hij wint ook prijzen. Met de stichting GraanGeluk won hij in 2020 en 2023 belangrijke prijzen tijdens de jaarlijkse ‘Brussels Beer Challenge’.

Het bedrijf van melkveehouder Jacob van Emst is in alle opzichten bijzonder. Kijk alleen al naar de ligging van het bedrijf in de Hoenwaard op een rivierduin in de uiterwaarden van de Nederlandse rivier de IJssel. De Hoenwaard is zo’n 400 ha groot.
“Wij liggen slechts zo’n 3 m boven de IJssel met ons bedrijf”, aldus Jacob. Daardoor ligt het melkveebedrijf zo ongeveer eens in de 3 jaar in de winterperiode op een eiland in het water. En ‘s zomers komt dat ongeveer zo eens in de 15 jaar voor. “Vooral 's zomers kan het een ramp zijn, omdat al onze gewassen dan op het land staan.” In 2021 vond er zo’n ramp plaats en kwam de IJssel in de zomer omhoog. Het gevolg daarvan was zo'n 250.000 euro schade. Ruim 140 ha land met gewassen kwam onder water te staan en het gras ging dood, waardoor vee niet kon grazen. Jacob: “De schade hebben wij van het waterschap vergoed gekregen, maar dan nog is het een drama.”
Van stadsboer naar polderboer
Jacob zit in een uiterwaardenpolder die in de jaren 50 van de vorige eeuw geschonken werd aan 17 Hattemse stadsboeren. Die boerden in en rondom Hattem, maar ze hadden te weinig ruimte en grond om te kunnen overleven. Volgens Jacob is Hattem net Brugge in het klein. “Ik ben vaak in Brugge in België geweest en vind dat een hele toffe stad. Hattem heeft veel weg van Brugge, alleen is het een veel kleiner stadje natuurlijk.” Een van die 17 stadsboeren die Hattem verlieten en in de Hoenwaard gingen wonen, was de opa van Jacob, Jacob van Emst senior. Die bouwde daar een gemengd bedrijf op met onder meer 40 stuks melkvee. Voor die tijd was het een groot gemengd bedrijf.
De oudste zoon van Jacob senior heeft dit bedrijf voortgezet. Bettus, de vader van Jacob junior, werkte jarenlang hard mee op het bedrijf, met als doel om het bedrijf te kunnen voortzetten. Jacob: “Helaas kwam die droom niet uit en mijn vader Bettus besloot om vrachtwagenchauffeur te worden.” Een paar weken nadat hij vrachtwagenchauffeur geworden was, kwam echter het melkveebedrijf van een andere Hoenwaardse boer te koop aan de Hoenwaardseweg 17 (de huidige locatie van het bedrijf). Bettus besloot om deze boerderij in 1979 te kopen en begon met 15 stuks melkvee op 8 ha grond. Jacob: “Mijn tante kocht de grond voor mijn vader en mijn vader kocht de boerderij zelf. Anders was het financieel niet te doen.”
Vraag van Geldersch Landschap
De eerste jaren gingen goed, maar in 1983 kwam er hoogwater in de zomer. Het was een ramp voor het net gestarte melkveebedrijf en een jaar later werd ook de Europese melkquotering ingevoerd. Jacob: “En omdat mijn vader door het hoogwater van het jaar daarvoor veel minder voer beschikbaar had, had hij besloten om minder koeien te gaan melken. Bij de invoering van het melkquotum had hij dus veel minder koeien dan eigenlijk de bedoeling was, namelijk slechts 10 melkkoeien. Hij wilde echter weer groeien naar 15 stuks melkvee, maar moest dan peperduur melkquotum bijkopen.” Om financieel het hoofd boven het water te kunnen houden, besloot de vader van Jacob om vleesstieren af te mesten. Hij bouwde met zijn gezin eigenhandig een vleesstierenstal en ging onder meer MRIJ (Maas, Rijn en IJssel), Piëmontees en Belgische witblauwen houden.
In 1986 werd Jacob junior geboren en had vader Bettus 15 stuks melkvee en 80 vleesstieren. Jacob vond het boeren leuk en liep altijd met zijn vader mee naar de stallen en de akkers. “In 1996 werd een nieuwe ligboxenstal gebouwd voor 60 stuks melkvee, ondanks dat dit niet werd ondersteund door huisbankier Rabobank. Dit is karakteristiek voor mijn vader en ons als familie Van Emst; wij gaan uit van onze eigen kracht en houden de regie in eigen hand. Ik zet dit op dezelfde voet voort.”
1999 was een cruciaal jaar voor de familie, omdat het Geldersch Landschap & Kasteelen bij hen kwam met de vraag of zij een perceel grond van hen wilden beheren en onderhouden. Bettus was niet direct enthousiast, maar zijn zoon zei: ‘als je nu nee zegt, dan heb je kans dat je deze kans nooit meer krijgt’. Jacob: “Dat is meteen ook mijn levensmotto trouwens; je kunt beter spijt van krijgen wat je wel geprobeerd hebt, dan dat je spijt krijgt van wat je niet geprobeerd hebt.” Vader Bettus besloot om naar zijn zoon te luisteren en ging in zee met het Geldersch Landschap & Kasteelen.
Voedselrijke weilanden
Zo begon de familie Van Emst in 1999 met het beheer van 3 ha natuurgronden van Geldersch Landschap & Kasteelen in de Hoenwaard. Jacob: “De nadruk werd daarbij gelegd op het gedeelde rentmeesterschap.” In 2001 brak in Nederland de mond-en-klauwzeercrisis uit, een zeer heftige tijd. Ook de stallen van de familie Van Emst werden preventief geruimd, maar de familie begon wel weer zo snel als kon opnieuw met het melkveebedrijf. Zes weken na de ruiming liep er alweer nieuw vee in de stal, uiteindelijk in totaal 70 stuks melkvee en 35 stuks jongvee. Jacob: “Vele boeren rondom ons in de Hoenwaard die ook geruimd waren, zagen het echter niet meer zitten om opnieuw te beginnen. Een heel aantal van deze gronden werden opgekocht door Geldersch Landschap & Kasteelen. Wij mochten veel van deze gronden beheren en ons areaal groeide flink.”
In 2002 kwam er tevens een zogeheten Gebiedsvisie voor de Hoenwaard, met de focus op de weidevogels. Dit betekende dat er veel natuur voor weidevogels zou moeten worden aangelegd. “Dus er moesten voor weidevogels voedselrijke weilanden komen en dat in combinatie met onze ruwvoerwinning en beweidingsactiviteiten. Er moest veel plas-dras komen, zogeheten mozaïek beheer, zodat weidevogels met hun snavels de grond in kunnen om voedsel te vinden.”
Zodoende werd de Nederlandse melkveehouder als pachter steeds meer partner van Geldersch Landschap & Kasteelen. Inmiddels pacht hij in totaal 150 ha van deze organisatie. “Wij kijken gezamenlijk naar het verdienmodel, dus daar wordt de pacht op aangepast. In gebiedsprocessen treden wij gezamenlijk naar buiten, dus als natuurorganisatie én boerenbedrijf. Het voordeel daarvan is dat andere partijen ons niet tegen elkaar uit kunnen spelen. Ik ben dan ook voorzitter van het Netwerk Grondig. Dat is een zelfstandige belangenorganisatie die in de G7 zit.” (n.v.d.r. in de G7 zitten de grote belangenorganisaties die in Nederland de landbouw vertegenwoordigen bij de Nederlandse overheid).
Goede technische resultaten
Momenteel heeft Jacob circa 450 ha grond (zowel eigendom als in beheer), waarvan ongeveer de helft natuur is. Ongeveer zo’n 250 ha daarvan ligt in de uiterwaardenpolder Hoenwaard. Ook op een deel van zijn landbouwgronden zijn pakketten voor agrarisch natuurbeheer afgesloten, met name gericht op weidevogels. Hij heeft nu 250 stuks melkvee en 120 stuks jongvee. Er wordt gemolken met 4 DeLaval-melkrobots, de VMS V310. Het rollend jaargemiddelde ligt op zo’n 9.500 kg/koe, met een gemiddeld vetpercentage van 4,64% en eiwit van 3,79%. De melk van de melkveehouder wordt afgenomen door Royal A-ware en gaat naar supermarktketen Albert Heijn, waar het verkocht wordt als ‘Beter voor Koe, Natuur & Boer’. “Ik krijg 7 cent/l meer, maar dat is ook wel nodig, gezien de vele voorwaarden waar wij binnen dit concept aan moeten voldoen.”
Daarnaast heeft het bedrijf nog 150 stuks vleesvee, onder meer Belgische witblauw, MRIJ en Brandrood rund (een bedreigd runderras). “Wij insemineren inmiddels de helft van ons melkvee met het Brandrood-runderras, omdat dit dieren zijn die zeer geschikt zijn om in natuur te grazen, ze zijn winterhard en hebben een goede vleesaanzet.” Ook is er een eigen agrarische loonwerktak. Al het loonwerk doet het melkvee- en akkerbouwbedrijf zelf, ook voor Het Geldersch Landschap & Kasteelen.
Aankoop van natuurpercelen
Waar Jacob de afgelopen jaren consequent naartoe gewerkt heeft, is naar eigen zeggen ‘omgevingslandbouw’. “Dat is mijn doel. Wij zijn dus als bedrijf sinds 2018 officieel gecertificeerd natuurbeheerder, net als een reguliere natuurorganisatie. Wij leggen sinds dat jaar dus ook zelf natuur aan. En, wellicht nog meer bijzonder, wij kopen ook zelf natuurpercelen aan, waardoor wij hetzelfde doen als natuurorganisaties.” Het behouden van deze certificering is volgens de melkveehouder geen sinecure, aangezien je je moet blijven bijscholen om het certificaat te behouden.
De natuurgrond kan vanwege broedvogels pas na 15 juni gemaaid worden, maar vaak lukt het de melkveehouder om toch nog 3 snedes van deze gronden te halen. Soms kiest hij ervoor om niet te maaien, maar om deze percelen te beweiden met de droge koeien of het vleesvee. “In de kern zijn de doelen: grondgebonden, biodiversiteit, dierenwelzijn, 1,5 ha/rund en natuurlijke elementen. Wij zetten bijvoorbeeld ook 45 ha maïs functioneel in, om de kieviten te stimuleren om vliegende predatoren weg te houden, zodat weidevogels als grutto, tureluur, gele kwikstaart en wulp toenemen. En het werkt! Deze soorten zitten allemaal in onze weilanden. Door actief beheer, nemen de aantallen toe”, let Jacob uit. In dat kader zet de boer ook maar liefst 13 km schrikdraad tegen de vossen in het gebied.
Bier van GraanGeluk bekroond
Naast melkveehouder is Jacob sinds 2020 ook akkerbouwer, aangezien hij vanaf die tijd zwarte emmertarwe, spelt, gerst en wintertarwe teelt. Hij teelt de gewassen zonder middelen te gebruiken. Sinds 2020 is hij ook een van de telers van de Nederlandse stichting GraanGeluk. Deze stichting maakt van het graan van Jacob bijzondere bieren.
En wat wil het geval, inmiddels heeft de Nederlandse akkerbouwer in ons land tijdens de jaarlijkse Brussels Beer Challenge al 2 prijzen in de wacht gesleept. In 2020 won hij de eerste prijs in de categorie ‘Beste speciaalbier’ en in 2023 won hij de tweede prijs in de categorie ‘Flavoured bier’.
Kalverstrand en hellingvloerstal
Tot voor kort gingen de kalveren van de melkveehouder op 3 weken leeftijd naar vleeskalverhouderijbedrijven. In het kader van een pilot van de Nederlandse overheid die het melkveebedrijf afgelopen jaren gedraaid heeft, komen de kalveren direct in minimale duohuisvesting terecht. Na 7 tot 14 dagen gaan ze naar het kalverstrand, dat gecreëerd is naast de hellingvloerstal. In groepen van circa 20 dieren kunnen de kalveren heerlijk ronddartelen en met elkaar spelen. Bij het kalverstrand zit zelfs een eb- en vloedput om het waterpeil onder het kalverstrand goed te kunnen reguleren. Jacob: “Zodoende kunnen wij in de zomer, als het warm is, het peil omhoog brengen. Dan wordt het zand vochtig, waardoor het koeler is voor de kalveren, en het stuift niet natuurlijk.” De kalveren lopen jaarrond op het kalverstrand.
Vanaf circa 5 maanden leeftijd gaan de kalveren de natuur in. Alleen tijdens de laatste maanden van hun leven en in de wintermaanden zullen ze in hellingvloerstal op stro (potstal) komen te staan. Van de stieren worden ossen gemaakt, vanwege de vleeskwaliteit. Jacob: “Dit wil ik ook mijn Belgische collega’s voorhouden; kijk eens hoe je op het vlak van dierenwelzijn je kalveren in dit geval meer aandacht kunt geven. En kijk ook naar wat van belang is, zodat ze hun natuurlijke gedrag kunnen tonen.”
De bouw van de splinternieuwe hellingvloerstal (potstal) van 1.500 m 2 , met daarbij grote kantoorruimtes en een grote vergader- en bijeenkomstenruimte, is net afgerond. Bij deze nieuwe hellingvloerstal wordt ook een innovatief systeem geïnstalleerd. Het gaat om een zogeheten molpomp (een mestpers) om de dikke fractie makkelijk te kunnen afvoeren. De mest komt vanuit de stal in een afstort en valt aan het einde van deze afstort in een diepere goot met een molpomp. Die drukt de mest met behulp van een persdrukker door een buis onder de grond naar de opslag voor de dikke fractie.
Dank aan Europese Unie
Het geld voor veel nieuwe ontwikkelingen heeft de Nederlandse melkveehouder deels ontvangen via Europese POP3-gelden. “We kregen van de Europese Unie een serieus bedrag, waardoor wij al deze nieuwe initiatieven konden realiseren. Zonder deze EU-subsidie was dit niet mogelijk geweest. Als Europarlementariërs interesse hebben om te komen kijken op mijn bedrijf, dan zijn ze hartelijk welkom.”
Vorig jaar nam Jacob het bedrijf volledig over van zijn ouders en inmiddels is ook de bedrijfsleider van Jacob, Niels Bloo, mede-eigenaar van het bedrijf. En zelfs de boerderij van Jacob van Emst (senior) wordt inmiddels weer gebruikt. In 2023 overleed namelijk de oudste broer van Bettus en Jacob kwam in contact met zijn nicht. Die gunde haar neef de boerderij, die te koop stond. Jacob: “Daardoor konden wij in 2024 alsnog de boerderij van opa en oma kopen. Hiermee is na ruim 40 jaar de cirkel rond en is het toekomstperspectief voor ons boerenbedrijf gewaarborgd."